FR ART ET CULTURE Flashcards
(124 cards)
1
Q
de lezer
A
le lecteur
2
Q
het boek
A
le bouquin
3
Q
een pocket
A
le livre de poche
4
Q
de roman
A
le roman
5
Q
het kortverhaal
A
la nouvelle
6
Q
de gedichtenbundel
A
le recueil de poèmes
7
Q
een stripverhaal
A
une bande dessinée
8
Q
het hoofdstuk
A
le chapitre
9
Q
de held, de heldin
A
le héros, l’héroïne
10
Q
de protagonist
A
le protagoniste
11
Q
het boek (een deel van een reeks)
A
le tome: un livre publié en plusieurs volumes
12
Q
een auteur
A
un auteur, une autrice
13
Q
een schrijver
A
un écrivain
14
Q
een boekhandel/handelaar
A
une librairie, un libraire
15
Q
een uitgever, een uitgeverij
A
un éditeur, un maison d’édition
16
Q
de stijl
A
le style
17
Q
de schrijfstijl
A
l’écriture
18
Q
de intrige, de plot
A
l’intrigue
19
Q
de ontknoping/ het einde
A
e dénouement/ la fin
20
Q
een roman publiceren
A
publier un roman
21
Q
een literaire prijs, een prijs winnen
A
un prix littéraire, remporter un prix
22
Q
het beeld
A
l’image
23
Q
het fototoestel
A
l’appareil photo
24
Q
de flits
A
le flash
25
de lens
l'objectif
26
de camera
la caméra
27
de foto
la photo
28
het fotoalbum
l'album photo
29
de fotograaf
le photographe
30
de schijwerper
le projecteur
31
een voorstelling
une représentation
32
de opera
l'opéra
33
het circus
le cirque
34
een concert van klassieke muziek, popmuziek, R&B
un concert de musique classique, de musique pop, de R&B
35
een festival
un festival
36
een spektakel, concert bijwonen
assister à un spectacle, un concert
37
naar de avant-première van een film gaan
aller à l'avant-première d'un film
38
naar de inhuldiging van een tentoonstelling gaan
aller au vernissage d'une expo
39
het toneel
le théâtre
40
het toneelstuk
la pièce de théâtre
41
een bedrijf
un acte
42
een acteur, een actrice
un comédien, une comédienne
43
de hoofdrol
le rôle principal
44
de bijrol
le second rôle
45
de scène, het podium
la scène
46
een dialoog
un dialogue
47
het decor
le décor
48
het kostuum
le costume
49
de coulissen
les coulisses
50
plaatsen reserveren voor een voorstelling
réserver des places pour un spectacle
51
de film
le cinéma, le film
52
een film uitbrengen, de release
sortir un film, la sortie
53
een kortfilm
le court-métrage
54
een langspeelfilm
le long-métrage
55
het grote scherm
le grand écran
56
de trailer
la bande-annonce
57
een regisseur
un réalisateur
58
het scenario, het script
le scénario
59
de special effects
les effets spéciaux
60
een acteur, en actrice
une acteur, une actrice
61
een rol hebben (de hoofdrol)
avoir un rôle (le rôle principal)
62
de rol van ... vertolken
interpréter le rôle de / jouer le rôle de
63
het spel van de acteurs
le jeu des acteurs
64
ondertitelen, de ondertiteling
sous-titrer, le sous-titrage
65
dubben, het dubben
doubler, le doublage
66
de komedie
la comédie
67
de documentaire
le documentaire
68
de tragedie
le drame
69
de actiefilm
le film d'action
70
de science-fictionfilm
le film de science-fiction
71
de horrorfilm
le film d'horreur
72
de kwaliteitsfilm
le film d'auteur
73
de blockbuster
le film à succès
74
de spanning
le suspense
75
een film produceren, het produceren
produire un film, la production
76
een film regisseren, het regisseren
réaliser un film, la réalisation
77
de kunst
l'art
78
een artiest, een kunstenaar
un artiste
79
een schilder, schilderen
un peintre, peindre
80
een model
un modèle
81
een muze
une muse
82
poseren voor
poser pour
83
een verzamelaar, verzamelen
un collectioneur, collectionner
84
een tentoonstelling, tentoonstellen, tentoongesteld worden
une expo(sition), exposer, être exposé
85
een museum
un musée
86
een kunstgalerij
une galerie d'art
87
een kunstwerk
une oeuvre (d'art)
88
een meesterwerk
un chef-d'oeuvre
89
een schilderij, een doek
un tableau, une peinture, une toile
90
een schets, schetsen
un croquis, une esquisse, esquisser
91
een stilleven
une nature morte
92
een landschap
un paysage
93
een portret
un portrait
94
abstracte - figuratieve kunst
l'art abstrait - figuratif
95
een olieverschilderij
une peinture à l'huile
96
een aquarel
une aquarelle
97
creëren, maken
créer
98
op de achtergrond
à l'arrière-plan
99
op de voorgrond
à l'avant-plan
100
van opzij
de profil
101
lichte
lumineuses
102
doffe
ternes
103
heldere
claires
104
warme
chaudes
105
felle
vives
106
stralende
éclatantes
107
donkere
foncées
108
koele
froides
109
contrasterende
contrastées
110
een zaal
une salle
111
de belichting
l'éclairage
112
de beeldhouwer, beeldhouwen
un sculpteur, sculpter
113
het beeldhouwwerk
la sculpture
114
het standbeeld
la statue
115
zijn waardering uiten
exprimer son appréciation
116
klappen, het applaus
applaudir, les applaudissements
117
gecharmeerd zijn door het spel van de acteur
être sous le charme du jeu de l'acteur
118
de enscenering waarderen
apprécier la mise en scène
119
uitfluiten
siffler
120
uitjouwen
huer
121
de zaal verlaten
quitter la salle
122
zich ontspannen
se détendre
123
zich geest veruimen
s'ouvrir l'esprit
124
