formules Flashcards

formules

1
Q

respons

respons

A

aantal reactie/verzonden uitnodigingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

conversie

conversie en ratie

A

aantal verkopen/reacties

wanneer iemand van je doelgroep – een bezoeker van je website of van je social media kanalen – een gewenste actie uitvoert. Dat kan een aankoop in je webshop zijn, maar ook het invullen van een formulier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

respons per duizend

A

(respons / verzonden uitingen) x 1000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ad

adoptie

A

% klanten dat product accepteert

De adoptiegraad wordt gemeten aan de hand van het aantal klanten dat een functie gebruikt .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

initiële vraag

A

nieuwe kopers x gemiddeld verbruik

de behoefte naar een bepaald product bij potentiële klanten die dit product op dit moment nog niet bezitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vervangingsvraag

A

huidige klanten x herhaalverbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

numerieke distributie

A

winkels die product verkopen/ totaal aantal winkels

geeft aan in hoeveel van de mogelijke verkooppunten een bepaald merk verkrijgbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gewogen distributie

A

verkoopwaarde winkels met product / totale marktverkoop

geeft aan hoeveel de winkels die het merk voeren in hun assortiment omzetten in verhouding tot de totale omzet van dat product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kosten

A

vaste kasten + normale kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

integrale kostprijs

A

alle kosten die gemoeid zijn met het leveren van goederen of het verrichten van diensten.

totale kosten / totale productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

break-evenpoint:

A

totale vaste kosten/ ( verkoopprijs -variabelen kosten per eenheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ncw, irr, tvt, gbr

A

methoden om investeringsrendement te bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

marge

A

(verkoopprijs-kostprijs) / verkoopprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly