Fonemisch/fonologisch bewustzijn en ontluikende geletterdheid Flashcards

1
Q

Wat zijn grafemen?

A

Een visuele weergave van fonemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fonemen en grafemen: wat is auditief en visueel?

A
Fonemen = auditief
Grafemen = visueel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is geletterdheid?

A

Kunnen lezen en schrijven en met informatie kunnen omgaan, begrijpen en doelgericht gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de houding van kinderen nog vòòr ze met lees-en schrijfonderwijs beginnen?

A

Ze hebben al interesse in geschreven taal en hebben al inzichten erover verworven door ervaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat heeft deze tijd de geschreven taal enorm doen toenemen?

A

Elektronische media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel volwassenen zijn te laag geletterd om deftig te kunnen functioneren in deze maatschappij?

A

1 op 7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke niveau’s heb je in laaggeletterdheid?

A

1: informatie terugvinden in een simpele tekst
2: zelf eenvoudige gevolgen kunnen trekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar komt laaggeletterdheid voor?

A

In elk sociaal milieu maar vooral arme gezinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe noemen we laaggeletterdheid ook nog?

A

Functioneel analfabetisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is lezen?

A

Lezen is uit conventionele geschreven tekens de gedachten en gevoelens halen en in zich opnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke twee aspecten zijn dus essentieel bij lezen?

A
  1. Technische aspect: de leestechniek beheersen (verband tussen grafeem en foneem leggen)
  2. Inhoudelijke aspect: begrijpen wat er staat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verloopt het decoderen van een tekst?

A
  1. Visuele analyse: woord is grafemen ontbinden
  2. Grafemen koppelen aan fonemen
  3. Fonemen in volgorde onthouden
  4. Auditieve synthese: fonemen tot een woord verbinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat komt allemaal kijken bij het aanvankelijk lezen?

A
  • Leren dat het van links naar rechts gaat
  • Letters onderscheiden en herkennen
  • Relatie tussen letters en hun klanken kleren
  • Woorden ontleden in afzonderlijke delen (klanken, letters en lettergrepen) = ANALYSE
  • Woorden vormen uit de afzonderlijke delen = SYNTHESE
  • Betekenis begrijpen van wat er gezegd wordt
  • Dit met enige snelheid doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie beschreef het natuurlijk leesproces?

A

Laevers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

In welke fasen verloopt het natuurlijk leesproces?

A
  1. Omgaan met symbolen en tekens
    • Besef dat iets verwijst naar iets anders
  2. Aandacht voor het verschijnsel lezen
    • Kind wil iemand zijn die leest
    • Weinig aandacht voor woordbeelden of lettervormen
  3. Belangstelling voor lettervormen en woordbeelden
    • Vraagt wat er staat en vergelijkt, herkent letters
    • Bouwt zijn eigen woord-en letterrepertorium op
  4. Koppeling van de foneem aan het grafeem
  5. Spellend lezen
    • Spellen en verbinden van woorden
    • +- 1ste leerjaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe verloopt het natuurlijk leesproces?

A

Niet precies in 5 te onderscheiden fases

3à4 jaar tussen de eerste en de laatste fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe leer je de kleuters omgaan met symbolen en tekens?

A
  • Pictogrammen
  • Stappenplannen
  • Verkeersborden
  • Kalenders
  • Prentenboeken
  • Letterlijk betekenis schrijven bij werkje
  • Belangrijke woorden noteren bij gesprekje
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe leren kleuters omgaan met symbolen en tekens met prentenboeken?

A

Ze leren dat de werkelijkheid voorgesteld wordt door een prent.
Ze leren dat de prent voorgesteld wordt door woorden.
Ze leren dat de gesproken taal voorgesteld wordt door geschreven tekst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarop zijn kleuters in eerste plaats gericht bij taal? Wat ontwikkelt er zich later?

A

De betekenis.

Later ontwikkelt zich de vaardigheid te letten op de vorm van taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is fonologische ontwikkeling?

A

Het heeft te maken met het maken en kunnen onderscheiden van de klanken van onze taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is fonemisch bewustzijn?

A

De vaardigheid om binnen gesproken woorden afzonderlijke betekenisonderscheidende klanken te onderscheiden en ze manipuleren. Het is een onderdeel van fonologisch bewustzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe ontwikkelt fonemisch bewustzijn zich?

A

NIET door rijping dus instructie en begeleide oefening nodig.

Het is dus NIET zinvol te wachten met oefenen dat kinderen “er aan toe zijn”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat komt er eerst: fonologisch bewustzijn of fonemisch bewustzijn?

A

Eerst fonologisch bewustzijn dan fonemisch bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Bij welke kleuters moet je extra alert zijn?

A
  • Dyslexie in familie
  • Zwakke mondelinge taalvaardigheid
  • Taalarme thuis
  • Weinig ervaring met Nederlands
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe kan je risicokinderen signaleren?

A

Met de checklist thuissiuatie en taalontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat hebben risicokinderen nodig?

A

MEER oefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Waarmee starten ze in de 2de kleuterklas?

A

Met fonologisch bewustzijn als voorbereiding op fonemisch bewustzijn: nauwkeurig luisteren, rijmen, bewustzijn van klanken/woorden/zinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wanneer starten ze met fonemisch bewustzijn?

A

3de kleuterklas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Uit welke 4 delen bestaat fonologisch bewustzijn?

A
  1. Luisteren
  2. Zinnen en woorden
  3. Rijmen
  4. Klankgroepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat bedoelen we met luisteren als onderdeel van fonologisch bewustzijn?

A

Eerst oefenen met geluiden dan met woorden en zinnen.
Auditieve info herkennen en lokaliseren
Volgorde van die info onthouden
Auditieve info nazeggen of nadoen

31
Q

Wat bedoelen we met zinnen en woorden als onderdeel van fonologisch bewustzijn?

A

Bewust worden van zinnen en woorden en ermee spelen:

  • Lange en korte zinnen/woorden
  • Woorden in een zin
  • Samengestelde woorden
32
Q

Wat bedoelen we met rijmen als onderdeel van fonologisch bewustzijn?

A
  • Rijmpjes opzeggen
  • Eindrijm herkennen
  • Zelf eindrijm toepassen
33
Q

Wat bedoelen we met klankgroepen als onderdeel van fonologisch bewustzijn?

A

Leren dat woorden uit stukjes (klankgroepen) bestaan.

  • Woorden verdelen in klankgroepen
  • Klankgroepen samenvoegen tot woorden
  • Woorden maken die uit verschillende klankgroepen bestaan
34
Q

Uit welke 4 delen bestaat fonemisch bewustzijn?

A
  1. Isoleren van klanken
  2. Synthese van klanken
  3. Analyse van klanken
  4. Manipuleren van klanken
35
Q

Wat bedoelen we met isoleren van klanken als onderdeel van fonemisch bewustzijn?

A

Aandacht richten op begin-, eind- en middenklanken.

  • Die klanken herkennen
  • Woorden sorteren op basis van die klanken
  • Die klanken benoemen
36
Q

Wat bedoelen we met synthese van klanken als onderdeel van fonemisch bewustzijn?

A

Afzonderlijke klanken samenvoegen tot een woord: woorden plakken (v-i-s = vis)

37
Q

Wat bedoelen we met analyse van klanken als onderdeel van fonemisch bewustzijn?

A

Woord klank voor klank uitspreken: woorden hakken (vis = v-i-s)

38
Q

Wat bedoelen we met manipuleren van klanken als onderdeel van fonemisch bewustzijn?

A
  • Nieuw begin- of eindklank aan woord toevoegen
  • Begin of eindklank van een woord weglaten
  • Begin, midden of eindklank vervangen
  • Benoemen welke klank er is toegevoegd, weggelaten of veranderd
39
Q

Waarin geeft rijmen inzicht?

A

In de klankstructuur van een taal = ontwikkelen van fonologisch bewustzijn

40
Q

Hoe kan je rijmen aanpakken?

A

Rijmmapjes
Rijmdoos
Memorie
Nonsenswoorden

41
Q

Voor welke valkuilen moet je opletten?

A
  1. Je moet het eens zijn over de betekenis van wat op de plaatjes te zien is
  2. De klanken moet je juist laten horen (geen “ER” maar “R”)
  3. Het moet altijd duidelijk zijn dat het over woorden en klanken gaat
42
Q

Wat beoogt de training in foneembewustzijn?

A
  1. Begrijpen dat gesproken woorden uit klanken bestaan
  2. Afzonderlijke klanken tot een woord kunnen verlijmen
  3. Woorden in afzonderlijke klanken kunnen segmenteren
43
Q

Wat zijn synoniemen voor hakken?

A

Segmenteren, analyseren

44
Q

Wat zijn synoniemen voor plakken?

A

Synthetiseren, verlijmen

45
Q

Wat zijn synoniemen voor manipuleren?

A

Bewerken van klanken, isoleren

46
Q

Waar moet je kleuters steeds op attent maken bij het verlijmen/synthetiseren/plakken?

A

Dat ze EEN WOORD moeten zoeken

47
Q

Wat als een kind problemen heeft met segmenteren?

A

Laat hem eerst zeggen wat hij gaat segmenteren en laat hem pas écht segmenteren als je tevreden bent over de uitspraak

48
Q

Wat is substitutie?

A

Woorden bewerken door een klank te vervangen door een andere.
Voorbeeld: BIL vervang I door A

49
Q

Waarin wordt er een onderscheid gemaakt bij de leesvoorwaarden van Sixma?

A

Algemene en specifieke leesvoorwaarden

50
Q

Wat zijn algemene leesvoorwaarden?

A

Motivatie, concentratie, symboolbewustzijn, geheugen, ..

51
Q

Wat zijn specifieke leesvoorwaarden?

A

Voorwaarden die enkel bij het leren lezen van belang zijn:

  • Taalbeheersing
  • Specifieke motorische vaardigheden
  • Zingeving
  • Objectivatie (visueel en auditief)
  • Discriminatie (idem)
  • Analyse en synthese (idem)
52
Q

Werkt men visueel/auditief bij de leesvoorwaarden?

A

Beide

53
Q

Wat is taalbeheersing volgens Sixma?

A
  • Taal beheersen om te communiceren met juf/medekleuter
  • Lidwoorden gebruiken
  • Zin kunnen vormen nav prent, gebeurtenis
  • Woorden kunnen begrijpen en toepassen
  • Begrippen hanteren binnen een bepaalde afspraak
  • Zinnen nazeggen
  • Zinnen vormen met aantal woorden
  • Inzicht hebben in begrippen als woord, zin, regel, …
54
Q

Welke specifieke motorische vaardigheden zijn nodig?

A

Oog-handcoördinatie
Oogmotoriek
Spraakmotoriek

55
Q

Wat is objectivatie?

A

Afstand nemen van de inhoud en de aandacht richten op de vorm van het woord.

56
Q

Waarvoor dient discriminatie?

A

Om kleine verschillen op te merken bij grafemen (m en n) en fonemen (b en p)

57
Q

Waar moet je op letten met speelwerkbladen ivm het auditieve?

A

Ze moeten hardop spreken en zichzelf beluisteren

58
Q

Moeten kinderen kunnen schrijven als ze naar het 1ste leerjaar gaan?

A

Neen, ze moeten enkel in staat zijn te kunnen schrijven

59
Q

Wat is het technische aspect van schrijven?

A

De schrijfbeweging

60
Q

Hoe coderen we bij schrijven?

A
  1. Auditieve analyse: woord in fonemen ontbinden
  2. Koppelen van grafemen aan de fonemen
  3. Grafemen in volgorde noteren
  4. Visuele synthese: grafemen tot een woord verbinden
61
Q

Welke fases heb je in het natuurlijk schrijfproces?

A
  1. Symboolfunctie
  2. Doen alsof ze iemand zijn die schrijft
  3. Belangstelling voor lettervormen en woordbeelden
  4. Koppeling van grafeem aan foneem
  5. Conventionele spelling
62
Q

Welke subfases zijn er bij fase 2 van het natuurlijk schrijfproces?

A
1. KRABBELS
   Puur imiteren van schrijven 
   -> Belangstelling tonen 
2. SOMS LETTERS
   -> Vertaling bijschrijven
3. ENKEL LETTERS
   Willen hun naam schrijven 
   Combineer kenteken met naam 
4. LETTERS ZOEKEN EN NAMAKEN ZONDER BETEKENIS
   Zorg voor voldoende modellen om over te schrijven
63
Q

Hoe begeleid je fase 3?

A

Schrijfboekje aanbieden

64
Q

Wat is fase 4? Vaak in derde kleuter?

A

Kind komt tot besef dat grafemen naar een foneem verwijzen. Dit mondt uit in spellend schrijven: fonetisch schrift.
Eerder uitzondering in 3de kleuter

65
Q

Wat is conventionele spelling?

A

Het hanteren van spelregels. Niet in het kleuter

66
Q

Waarom zijn hoofddrukletters niet ideaal?

A

Je moet vaak je pen opheffen en dat belemmert de vloeiende bewegingen

67
Q

Wanneer kan je kleuters leren de klanken schrijven?

A

Foneembewustzijn en minimum aan grafisch bewustzijn

68
Q

Wat is de snelste en efficiëntste manier om te schrijven? Waarom?

A

Met de hand.
Letters stempelen = allemaal dezelfde beweging
Letters schrijven = allemaal een andere beweging

69
Q

Wat is het beste? Eerst leren lezen of eerst leren schrijven?

A

Eerst leren schrijven: wat je kan schrijven kan je ook leren maar niet omgekeerd.
Van klank naar teken = 1 strategie
Van teken naar klank = 2 strategies

70
Q

Welke aspecten zijn belangrijk om het grafisch bewustzijn te trainen?

A

Houding, papier, pengreep, kleuren, arceren, draairichtingen en letterzones

71
Q

Welk papier gebruik je best? Waarom?

A

Kleiner dan A4. Ze moeten het blad niet naar zich toe trekken om aan de bovenste regel te raken

72
Q

Wat is belangrijk bij het kleuren?

A

Draaiende bewegingen, geen strepen

73
Q

Waarop oefen je bij het arceren?

A

Op de rechte lijnen

74
Q

Wat zijn letterzones?

A

Je hebt een romp en dan stukjes die uitsteken.