Focus 4: Physical transformations Flashcards
Stabiliteit en Gibbs energie:
Een stof heeft spontane neiging om te veranderen in de fase die de laagste molaire Gibbs energie heeft
Bewijs de druk-afhankelijkheid van de Gibbs energie:
// Apart blad
Wat geeft de Gibbs-Helmotz vergelijking ons? zie formularium
De helling van de grafiek van G/T is recht evenredig met de enthalpie
Hoe kunnen we de Gibbs (-Helmotz) vergelijking gebruiken om de toestand van een stof bij temperatuur T te bepalen?
We kunnen de helling a.h.v de verschillende enthalpieën van de verschillende fasen tekenen. We zien dan voor elke T welke lijn de laagste G_m heeft. Dit zal de toestand zijn waarin de stof voorkomt bij deze temperatuur.
Fasediagram
Geeft de temperatuur en drukrelatie weer alsook de fase waarin de stof zich bevindt bij druk en temperatuur.
Waarom wordt diamant niet grafiet, want grafiet is de meer stabiele vorm
Dit komt doordat we hier spreken van een neiging, geen garantie. Bij sommige materialen is de minder stabiele vorm er gewoon “in gevroren” door het proces waarmee het gemaakt is.
Wat zijn fasegrenzen (Phase boundaries)
De lijnen voor de verschillende P-T verhoudingen waarop faseovergang gebeurt.
Trippelpunt:
Punt waarop de 3 fasen in evenwicht aanwezig zijn.
Dampdruk
Druk van de damp wanneer die in evenwicht is met zijn gecondenseerde fase.
Wanneer kookt een vloeistof
Door de temperatuur hoog genoeg op te drijven voor de bijhorende druk (aangezien het zowel van de temperatuur als de druk afhankelijk is), dit geeft de moleculen meer energie. Dit zorgt er dan voor dat de dampdruk gelijk is aan de externe druk en het kost de moleculen dan geen moeite om uit de vloeistof te gaan en te verdampen.
Wat gebeurt er met de temperatuur tijdens een faseverandering?
Die zal constant blijven omdat alle energie die in het systeem wordt gebracht (/eruit wordt gehaald) wordt gebruikt voor de expansie of compressie
Bewijs de Clapeyron vergelijking
// apart blad
Wanneer gebruiken we Clausius-Clapeyron i.p.v. Clapeyron?
Clapeyron geldt enkel voor solid liquid + voor liquid vapour voor kleine temperatuursveranderingen.
Kritiek punt
De temperatuur waarboven eender welke druk er niet meer voor kan zorgen dat het gas in gecondenseerde fase gaat.
Het normaal vriespunt/kookpunt:
Het vries-/kookpunt bij 1 atm.
Het standaard vriespunt/kookpunt:
Het vries-/kookpunt bij 1 bar.