Focus 10: Moleculaire interacties Flashcards

1
Q

Wat is een elektrisch dipoolmoment?

A

Een vector die wijst van de negatieve kant naar de positieve kant in een dipool. Positieve kant en negatieve kant verwijst naar de ladingen.

De SI eenheid is Cm maar vaak wordt de niet SI eenheid D (Debey) gebruikt. (1D = 3.33564 * 10^-30 Cm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een polair molecule en wat is een apolair molecule?

A

Een polair molecule bezit een permanente dipool

Een apolair molecule bezit geen permanente dipool (het kan wel een tijdelijke geïnduceerde dipool bezitten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bepaald het dipoolmoment van polyatomische moleculen?

A

De geometrie van het molecule. Dus de ligging van de verschillende atomen. CO2 bijvoorbeeld heeft alle moleculen in eenzelfde vlak liggen. Hierdoor heffen de 2 dipoolmomenten elkaar op.
Ozon daarentegen heeft een niet-collineaire ligging en heeft daarom een resulterend dipoolmoment. Men kan dit benaderend berekenen met vectoroptelling (zie formularium)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kunnen we beter benaderen wat het dipoolmoment is?

A

Door zowel de magnitude als de positie van de ladingen in rekening te brengen (in 3 dimensies: x, y en z)

μ = sqrt( (μ_x)^2 + (μ_y)^2 + (μ_z)^2)
en 
μ_x = Σ(Q_j * x_j)
μ_y = Σ(Q_j * y_j)
μ_z = Σ(Q_j * z_j)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een geïnduceerde dipool?

A

Wanneer een molecule in de buurt komt van een ander molecule/atoom/ion met een elektrisch veld. Dan zal dit veld het andere veld van de molecule verstoren wat een tijdelijke dipool induceert.

μ* = α * ξ

Hierin is
α: polariseerbaarheid
ξ: elektrisch veld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is polariseerbaarheid?

A

(α): Het vermogen van een elektrisch veld ξ om een tijdelijk dipoolmoment te induceren in een molecule.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kunnen we interpreteren uit de formule voor de geïnduceerde dipool?

A
  • Een grotere α betekent dus dat er meer verstoring optreed en dus een groter dipoolmoment μ*
  • Grotere moleculen hebben meer elektronen die ook verder van de kern zitten en zullen daarom ook een groter geïnduceerd dipoolmoment kunnen hebben.
  • Een hogere ionisatie-energie betekent dan weer een kleinere dipool want de elektronen zitten hier dichter bij de kern.
  • Naast de polariseerbaarheid is de oriëntatie van de moleculen ten opzichte van het elektrisch veld ook belangrijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn van der Waals krachten?

A

Interacties die niet gebaseerd zijn op covalente, ionische of metallische bindingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke verschillende reacties zijn er?

A

Lading-dipool, dipool-dipool (vaste oriëntatie), dipool-dipool (roterende moleculen), dipool-geïnduceerd-dipool. Dispersiekrachten en waterstofbruggen. (terug te vinden op het formularium)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn londenkrachten?

A

Krachten tussen apolaire moleculen veroorzaakt door verschillende elektronendichtheid in de moleculen zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn waterstofbruggen?

A

De sterkste intermoleculaire krachten tussen NH, OH of FH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kunnen we de totale interactie modelleren?

A

V(r) = -C/r^6 voor de van der Waals attractieve krachten
V(r) = + C/r^n
C is een coëfficiënt die afhangt van de moleculen en de type interactie ertussen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de Lennard-Jones (12,6)-potentiele energie?

A

Hier wordt n gelijk gekozen aan 12:

V(r) = 4є((r_0/r)^12-(r_0/r)^6)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly