FMH Flashcards

0
Q

Benoem 3 van het biopsychosociaal model

A
  1. biomedisch probleem - invloed op pysche + sociale situatie
  2. psyche + sociale situatie - invloed op ervaren van en omgaan met medisch probleem
  3. psyche + sociale situatie - invloed op ontstaan medisch probleem (SOLK)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Benoem 8 fasen van fysiotherapeutisch handelen

A
  1. aanmelding; screening of verwijzing
  2. anamnese
  3. onderzoek
  4. diagnose en indicatiestelling
  5. behandelplan
  6. behandeling
  7. (eind) evaluatie
  8. afsluiting behandelepisode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is SOLK?

A

Somatisch Onverklaarde Lichamelijke Klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem 6 fasen van diagnostisch proces

A
  1. benoem de problematische handeling
  2. beschrijf de deelhandelingen
  3. benoem de problematische deelhandeling(en)
  4. benoem de (problematische) deelhandeling(en) in grondmotorische eigenschappen
  5. provoceer/reduceer de aan de problematische deelhandeling ten grondslag liggende bewegingen
  6. specificeer het beweegprobleem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

twee soorten feedback in coördinatie training

A
  1. intrinsiek - afkomstig uit je proprioceptie en het resultaat van je handeling
  2. extrinsiek - afkomstig vanuit je omgeving, bijvoorbeeld commentaar van de trainer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een richtlijn?

A

een aanwijzing/leidraad voor het te volgen gedrag, deze geven richting aan behandeling, zijn vaak wetenschappelijk onderbouwd. Als je afwijkt aangeven waarom je daarvoor kiest. Een richtlijn leidt tot uniformiteit van het fysiotherapeutische onderzoek en behandelproces. Leidt tot kwaliteitsverbetering en deskundigheidsbevordering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een protocol?

A

Een gedragsovereenkomst, meestal in de vorm van een aantal te nemen stappen. Hiervan mag je niet afwijken. Een protocol wordt gebruikt als een handig hulpmiddel om de efficiënte te bevorderen en bevordert het vertrouwen in de fysiotherapeut. Ook kan het gebruikt worden als evaluatie in het fysiotherapeutische proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benoem 7 van oriënterende spierlengte testen

A
  1. M. iliopsoas
  2. Hamstrings
  3. M. rectus femoris
  4. M. gastrocnemius
  5. M. soleus
  6. M. tensor fascia latae (abductoren)
  7. adductoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly