Fiscaal Recht - 2024 - D2 Flashcards

1
Q

Wat is de voldoeningsplicht inzake BTW en wie moet de belasting aan de fiscus betalen volgens de Belgische wetgeving?

A

De voldoeningsplicht inzake BTW houdt in dat de btw-belastingplichtige die een belastbare levering, dienst, intracommunautaire verwerving of invoer heeft verricht, de belasting aan de fiscus moet betalen. Bijvoorbeeld, een handelaar die btw ontvangt van een consument moet deze btw doorstorten aan de Belgische fiscus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf de tariefstructuur inzake BTW volgens de Belgische wetgeving.

A

De maatstaf van heffing is het bedrag waarover de btw berekend wordt tegen het toepasselijke tarief. Het tarief van de belasting varieert, met 21% als het gewone tarief in België, 12% voor bepaalde producten en diensten, en 6% voor goederen die voldoen aan eerste levensbehoeften, landbouwdiensten, personenvervoer, enzovoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf de bijzondere regelingen voor schenkingen van bomen, aandelen bosgroepering en onroerende goederen in Natura 2000 gebied volgens de Belgische wetgeving.

A

De Belgische wetgeving voorziet in speciale regelingen voor schenkingen van bomen, aandelen bosgroepering en onroerende goederen in Natura 2000 gebieden. Zo zijn er vrijstellingen en belastingverminderingen vastgesteld voor deze specifieke situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt de schenking van onroerende goederen bezwaard met een langdurige pacht belast volgens artikel 131 sexies W. Reg?

A

Volgens artikel 131 sexies W. Reg wordt belastingvermindering toegepast op schenkingen van onroerende goederen bezwaard met een langdurige pacht, zoals bepaald in het Burgerlijk Wetboek. Dit omvat specifieke regels en uitzonderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de voorwaarden en tarieven voor belastingvermindering wegens kinderlast volgens artikel 135 W. Reg?

A

Belastingvermindering wegens kinderlast, zoals beschreven in artikel 135 W. Reg, vereist dat de begiftigde minstens 3 kinderen onder 21 jaar heeft. De belastingvermindering varieert afhankelijk van de situatie, met specifieke tarieven en maximaal bedrag per kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg de belastingtarieven uit voor schenkingen aan openbare instellingen en VZW’s volgens artikel 140 W. Reg.

A

Artikel 140 W. Reg bepaalt belastingtarieven voor schenkingen aan openbare instellingen en VZW’s. Dit omvat verschillende tarieven voor lokale, federale en regionale instellingen, stichtingen en VZW’s, met uitzonderingen en vastgestelde percentages.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf de voorwaarden en tarieven voor de schenking van familiale ondernemingen in het Vlaams/Brussels/Waals Gewest volgens de Belgische wetgeving.

A

De Belgische wetgeving stelt specifieke voorwaarden en tarieven vast voor de schenking van familiale ondernemingen in het Vlaams/Brussels/Waals Gewest. Dit omvat vrijstellingen, locatie- en participatievoorwaarden, en exploitatievoorwaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de voorwaarden voor een doorgeefschenking in het Brussels Gewest?

A

Voor een doorgeefschenking in het Brussels Gewest moet voldaan worden aan locatievoorwaarden, participatievoorwaarden en exploitatievoorwaarden. Het tarief is 0% volgens artikel 140/1 ev Wreg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf hoe een doorgeefschenking werkt en waarom deze belastingvrij is.

A

Een doorgeefschenking houdt in dat een erfgenaam een deel van zijn erfenis belastingvrij doorgeeft aan zijn kinderen. Dit kan belastingvrij omdat de hogere erfbelasting die de ouder betaalt, wordt afgetrokken van de lagere schenkbelasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voorwaarden voor een doorgeefschenking in het Vlaams Gewest?

A

In het Vlaams Gewest is een doorgeefschenking vrijgesteld van registratierechten onder voorwaarden zoals: doorgeefschenking in rechte lijn, binnen een jaar na erfenis, belasting volgens tarief rechte lijn, en goederen in Vlaams Gewest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg uit onder welke voorwaarden een doorgeefschenking in het Waals Gewest vrijgesteld is van registratierechten.

A

Een doorgeefschenking in het Waals Gewest is vrijgesteld van registratierechten onder voorwaarden zoals: schenking in rechte lijn aan bloedverwanten, binnen 90 dagen na aangifte successie, volledige vrijstelling en enkel voor roerende goederen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen btw en winstbelasting?

A

Btw is een consumptiebelasting die verschuldigd is bij aankoop van goederen en diensten, terwijl winstbelasting een belasting is op nettowinsten die belast worden in inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit wat een btw-plichtige is volgens het Btw-Wetboek.

A

Een btw-plichtige is iemand die regelmatig en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, goederen en diensten levert die in het Btw-Wetboek zijn omschreven, ongeacht waar de economische activiteit plaatsvindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt btw in de Europese Unie geregeld?

A

Btw is een Europese belasting die op Europees niveau is gecreëerd en door lidstaten moet worden omgezet volgens richtlijnen, met beperkte speelruimte. Bijvoorbeeld, het basistarief moet minstens 15% zijn in elke lidstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het doel van btw in de economie?

A

Btw belast enkel toegevoegde waarde in elke stap van de economie, van productie tot distributie en dienstverlening. Het biedt de mogelijkheid tot aftrek voor btw-plichtigen, waardoor belasting alleen wordt betaald over de toegevoegde waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het verschil tussen omzet en winst in relatie tot btw?

A

Omzet is de realisatieprijs van goederen en diensten, terwijl winst een nettowinst is die belast wordt in inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Btw wordt geheven op omzet, niet op winst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Beschrijf de gevolgen van de BTW-plicht.

A

Gevolgen van de BTW-belastingplicht omvatten het recht op BTW-aftrek, waarbij betaalde BTW aan leveranciers kan worden afgezet tegen ontvangen BTW van klanten. Enkel het positief saldo moet aan de fiscus worden doorgestuurd, met recht op teruggave bij een negatief saldo. Formele verplichtingen omvatten het uitreiken van facturen, indienen van periodieke aangiften en bijhouden van boekhouding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat houdt een levering van goederen in?

A

Een levering van goederen is de overdracht van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken, waarbij men afstand doet van het eigendomsrecht ten voordele van een ander persoon volgens artikel 10 WBTW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Leg uit wat een levering van diensten is.

A

Een levering van diensten volgens artikel 18 WBTW is elke (economische) handeling die geen levering van een goed is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat wordt bedoeld met een intracommunautaire verwerving?

A

Een intracommunautaire verwerving volgens artikel 25bis WBTW is de levering van een goed dat door verkoper of koper wordt verzonden naar een andere EU-lidstaat om daar geleverd te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Definieer invoer volgens de WBTW.

A

Invoer volgens artikel 23 WBTW is het binnenbrengen van een lichamelijk goed op het grondgebied van een EU-lidstaat, zoals goederen besteld in China en geleverd in een EU-haven, wat als invoer wordt beschouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Beschrijf de regels voor het bepalen van de plaats van levering van goederen en diensten voor btw-doeleinden.

A

Voor de levering van goederen wordt gekeken naar o.a. de locatie van de goederen op het moment van levering, de start van verzending of vervoer, en de installatie/montage locatie. Voor diensten geldt dat de locatie wordt bepaald op basis van de zetel van economische activiteit van de ontvanger (B2B) of de dienstverrichter (B2C).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe wordt de plaats van levering bepaald bij intracommunautaire verwerving en invoer voor btw-doeleinden?

A

Bij intracommunautaire verwerving wordt gekeken naar de locatie van de afnemer. Bij invoer is de plaats van levering de lidstaat waar de goederen arriveren. Deze regels zijn van belang om te bepalen welke btw verschuldigd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Leg uit hoe de plaats van levering wordt vastgesteld bij verkoop op afstand voor btw-doeleinden.

A

Bij verkoop op afstand is de plaats van levering de lidstaat waar de verzending of het vervoer eindigt. De leverancier moet dan btw in rekening brengen van de lidstaat waar de afnemer gevestigd is. Dit geldt voor B2C leveringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat zijn de uitzonderingen op de algemene regels voor het bepalen van de plaats van levering van goederen voor btw-doeleinden?

A

Uitzonderingen zijn onder andere de start van verzending of vervoer, de locatie van installatie/montage, en de lidstaat van aankomst van het vervoer. Deze bepalen waar de btw verschuldigd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn de basisprincipes voor het bepalen van de plaats van levering van diensten voor btw-doeleinden?

A

Voor B2B-diensten wordt gekeken naar de zetel van economische activiteit van de ontvanger, terwijl voor B2C-diensten de zetel van economische activiteit van de dienstverrichter bepalend is. Uitzonderingen gelden bij onroerend goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Hoe wordt de plaats van levering vastgesteld bij levering van goederen via e-commerce tussen verschillende lidstaten voor btw-doeleinden?

A

Bij levering van goederen via e-commerce tussen lidstaten is de plaats van levering waar de verzending op het vervoer naar de verkrijger begint. Dit bepaalt welke btw verschuldigd is, Belgische of van een andere lidstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Beschrijf de regel met betrekking tot de plaats van dienstverlening voor culturele, artistieke, sportieve en wetenschappelijke activiteiten volgens de Belgische btw-wetgeving.

A

Voor bepaalde diensten wordt de plaats van dienst bepaald door waar de dienst fysiek wordt uitgevoerd volgens artikel 21 en 21bis van de Belgische btw-wet. Dit geldt voor activiteiten zoals cultuur, sport, onderwijs en entertainment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Hoe wordt een intracommunautaire verwerving doorgaans bepaald volgens de Belgische btw-wetgeving?

A

Een intracommunautaire verwerving vindt meestal plaats in de lidstaat waar de goederen arriveren vanuit een andere lidstaat. Dit geldt voor goederen die worden vervoerd door of voor rekening van de koper of verkoper.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Definieer invoer volgens de Belgische btw-wetgeving en waar vindt dit meestal plaats?

A

Invoer gebeurt waar goederen in het vrije verkeer worden gebracht, meestal in de lidstaat waar de goederen worden aangegeven voor consumptie in de EU. Bijvoorbeeld, goederen die vanuit China naar Europa worden gebracht en aankomen in de haven van Antwerpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat zijn enkele vrijstellingen van btw volgens de Belgische wetgeving?

A

Enkele vrijstellingen zijn onder andere voor uitvoer naar niet-EU-landen, intracommunautaire leveringen, medische en paramedische beroepen, sociale of culturele diensten, onderwijs, sportinrichtingen, bank- en financiële diensten, en de minimis-regel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat houdt de ‘de minimis’-regel in met betrekking tot btw volgens artikel 56bis van de Belgische btw-wetgeving?

A

De ‘de minimis’-regel is een vrijstelling van btw voor kleine ondernemingen met een omzet van maximaal 25.000 euro. Zij kunnen gebruikmaken van een algemene vrijstellingsregel volgens artikel 56bis van de Belgische btw-wet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Beschrijf de belastingvermindering wegens kinderlast volgens artikel 2.8.5.0.1 VCF.

A

De belastingvermindering varieert afhankelijk van het aantal kinderen onder de 21 jaar, met een beperkte vermindering van 2% en maximaal 62 euro per kind voor de begiftigde met minstens 3 kinderen. Indien de begiftigde een echtgeno(o)t(e) is en er zijn minstens 3 kinderen, geldt een beperkte vermindering van 4% en maximaal 124 euro per kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat zijn enkele algemene vrijstellingen volgens artikel 2.8.6.0.1 ev VCF?

A

Enkele vrijstellingen zijn onder andere schenkingen van vruchtgebruik aan de blote eigenaar na betaling van erfbelasting of schenkbelasting, schenking van buitenlands onroerend goed, schenkingen aan vreemde staten voor diplomatieke vestiging, schenkingen voor het Bronwfield-project en schenkingen van natuurdomeinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Hoe wordt schenking van roerende goederen in het Brussels Gewest belast volgens artikel 131, §2 W. Reg?

A

In het Brussels Gewest geldt een vast tarief van 3% voor schenkingen in rechte lijn en tussen partners, met een bijzondere regeling van 7% voor gewone adoptiekinderen en anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat is de regeling voor schenkingen in een erfovereenkomst volgens artikel 131bis W. Reg?

A

Schenkingen vermeld in een erfovereenkomst zijn vrijgesteld van schenkbelasting, tenzij anders bepaald door de partijen, en worden niet beschouwd als geregistreerde schenkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Leg de belastingvermindering wegens kinderlast volgens artikel 135 W. Reg uit.

A

De belastingvermindering van 2% met een maximum van 62 euro per kind geldt voor de begiftigde met minstens 3 kinderen onder 21 jaar. Indien de begiftigde een echtgeno(o)t(e) is en er zijn minstens 3 kinderen, geldt een vermindering van 4% met maximaal 124 euro per kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Beschrijf de tarieven voor schenkingen van roerende goederen in het Vlaams Gewest volgens artikel 2.8.4.1.1., §2 VCF.

A

In het Vlaams Gewest geldt een vast tarief van 3% voor schenkingen in rechte lijn en tussen partners, en 7% tussen anderen. Bijvoorbeeld, bij het schenken van een effectenportefeuille van 2 miljoen euro, betaal je 6000 euro aan registratierechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat zijn de voorwaarden voor verlaagde progressieve schenkingsrechten bij schenkingen van gebouwen volgens artikel 2.8.4.3.1 W. Reg?

A

De voorwaarden zijn: binnen 5 jaar een energetische renovatie uitvoeren voor minstens 10.000 euro OF binnen 3 jaar een conformiteitsattest voorleggen conform Vlaamse wooncode en een geregistreerde huurovereenkomst van minstens 9 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Hoe zit het met de tarieven voor schenkingen aan openbare instellingen en Vzw’s volgens artikel 2.8.4.11, §3 VCF?

A

Voor schenkingen aan Vlaams Gewest, lidstaten EU, Vzw’s, ziekenfondsen, OCMW’s geldt een 0% tarief. Er is een uitzondering van een vast recht van 100 euro voor schenkingen tussen Vzw’s onderling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Leg de voorwaarden uit voor schenking van beschermde monumenten volgens artikel 2.8.4.4.1. VCF.

A

Bij schenking van beschermde monumenten gelden verlaagde progressieve schenkingsrechten, vergelijkbaar met schenking van gebouwen. De voorwaarde is investeren van het fiscaal voordeel in renovatie binnen 5 jaar na de schenking.

42
Q

Beschrijf het schenkingsrecht bij de schenking van roerende goederen in het Vlaams/Brussels/Waals Gewest.

A

De schenking van roerende goederen vastgesteld bij notariële akte vereist enkel registratierecht bij vrijwillige registratie. Handgiften, niet verplicht registreerbaar, hebben aparte regels. Tarieven variëren van 3% tot 90% afhankelijk van familierelatie en waarde van de schenking.

43
Q

Wat is het verdelingsrecht en hoe wordt het toegepast bij onroerend goed in België?

A

Verdelingsrecht is het heffingsrecht dat ontstaat bij de verdeling of overdracht van onverdeelde eigendommen tussen originele huisgenoten. In België varieert het tarief van 1% in Brussel en Wallonië tot 2,5% in Vlaanderen, bekend als de ‘miserietaks’.

44
Q

Leg het veroordelingsrecht uit en wanneer is het van toepassing in België?

A

Veroordelingsrecht in België is een registratierecht op vonnissen en arresten die meer dan 12.500 euro bedragen. Het tarief is 3% en geldt voor veroordelingen door hoven en rechtbanken, met de verliezende partij als belastingplichtige.

45
Q

Wat zijn progressieve rechten en hoe worden ze toegepast in België?

A

Progressieve rechten in België zijn heffingen die toenemen volgens een schijfsysteem. Ze omvatten verkooprecht, verdelingsrecht en schenkingsrecht, met tarieven die stijgen naarmate de waarde van de transactie toeneemt.

46
Q

Beschrijf de registratierechten bij huurovereenkomsten in België. Welke huurcontracten moeten geregistreerd worden en welke niet? Hoe wordt de heffingsgrondslag bepaald en wat zijn de tarieven voor handelshuur en erfpachtcontracten?

A

Bij huurovereenkomsten in België gelden evenredige registratierechten. Alle huurcontracten moeten geregistreerd worden, maar niet allemaal vereisen betaling van registratierechten. De heffingsgrondslag is de huurprijs en lasten. Het tarief is 0,2% voor handelshuur en 2% voor erfpacht en opstalcontracten.

47
Q

Hoe wordt het hypotheekrecht in België besproken? Wat houdt de vestiging van een hypotheek in en welke registratierechten zijn van toepassing?

A

Het hypotheekrecht in België omvat de vestiging van een hypotheek voor leningen. Er geldt 1% registratierecht op het zekerheidsbedrag, niet op de schuldvordering. Handlichting kost vast recht van 75 euro.

48
Q

Leg uit hoe hypothecaire volmachten werken in België. Wat is het doel van een hypothecaire volmacht en hoe helpt het bij het vermijden van registratierechten?

A

Een hypothecaire volmacht in België geeft de bank de bevoegdheid om op elk moment een hypotheek te vestigen. Dit vermijdt registratierechten bij het vestigen van een hypotheek op een onroerend goed als zekerheid voor een lening.

49
Q

Beschrijf het registratierecht bij de minnelijke ontbinding van verkoovereenkomsten met onroerende goederen volgens de Belgische wetgeving.

A

Bij de minnelijke ontbinding van verkoopovereenkomsten van onroerende goederen moet een vast recht van 10 euro betaald worden. Als de akte al geregistreerd is, kan het betaalde recht worden teruggevorderd. De ontbinding moet binnen één jaar na de verkoop plaatsvinden en beide akten moeten samen ter registratie worden aangeboden.

50
Q

Hoe werkt de minnelijke ontbinding van een verkoopovereenkomst in België en welke stappen moeten worden gevolgd voor registratie?

A

In België kan een verkoopovereenkomst minnelijk ontbonden worden, waarbij een vast recht van 10 euro betaald moet worden. De ontbinding moet binnen één jaar na de verkoop plaatsvinden en beide akten moeten samen ter registratie worden aangeboden.

51
Q

Leg uit wat er gebeurt bij de minnelijke ontbinding van een verkoopovereenkomst voor onroerende goederen in België.

A

Bij de minnelijke ontbinding van een verkoopovereenkomst voor onroerende goederen in België moet een vast recht van 10 euro betaald worden. Als de akte al geregistreerd is, kan het betaalde recht worden teruggevorderd. De ontbinding moet binnen één jaar na de verkoop plaatsvinden en beide akten moeten samen ter registratie worden aangeboden.

52
Q

Wat zijn de vereisten en kosten voor de minnelijke ontbinding van verkoopovereenkomsten met onroerende goederen in België?

A

Voor de minnelijke ontbinding van verkoopovereenkomsten met onroerende goederen in België moet een vast recht van 10 euro betaald worden. De ontbinding moet binnen één jaar na de verkoop plaatsvinden en beide akten moeten samen ter registratie worden aangeboden.

53
Q

Beschrijf het concept van verkrijgende verjaring na 30 jaar in het Belgisch rechtssysteem.

A

Verkrijgende verjaring treedt op wanneer iemand gedurende 30 jaar een onroerend goed bezet en zich gedraagt als eigenaar zonder tegenspraak. Na deze periode kan registratierecht worden vermeden.

54
Q

Wat zijn de verschillende voorbeelden van overdracht van eigendom of vruchtgebruik in België?

A

Voorbeelden zijn verkoop, ruil, onroerende inbetalinggeving als aflossing van schuld, inbreng van een woning in een vennootschap. Deze transacties vallen onder registratierechten.

55
Q

Hoe wordt de heffingsgrondslag voor registratierechten bepaald volgens de algemene regel in België?

A

De heffingsgrondslag bestaat uit de overeengekomen waarde, inclusief de prijs en lasten. Prijs omvat alle betaalde sommen als tegenprestatie, terwijl lasten bijkomende verplichtingen zijn.

56
Q

Wat is de uitzondering op de algemene regel voor het bepalen van de heffingsgrondslag voor registratierechten in België?

A

De objectieve verkoopwaarde, die de minimale maatstaf van heffing vormt, wordt gebruikt als garantie tegen prijsbewimpeling. Bijvoorbeeld, bij aankoop van een huis van een familielid kan de objectieve waarde worden gehanteerd.

57
Q

Beschrijf de abattementsregeling in het Brussels Gewest en het Waals Gewest voor de aankoop van een woning. Welke voorwaarden zijn eraan verbonden?

A

De abattementsregeling in het Brussels Gewest biedt een vermindering van 200.000 euro op de heffingsgrondslag, terwijl het Waals Gewest een vermindering van 20.000 euro biedt. Voorwaarden omvatten o.a. zuivere aankoop van een woning, geen andere eigendommen bezitten, en vestigen van hoofdverblijf binnen bepaalde termijnen.

58
Q

Hoe verschillen de tarieven voor verkooprecht in de drie gewesten van België?

A

In het Vlaams Gewest is het basistarief 12%, in het Brussels Gewest en het Waals Gewest is het 12,5%. Vlaanderen heeft een verlaagd tarief van 3% voor de aankoop van een enige woning onder specifieke voorwaarden.

59
Q

Wat zijn de voorwaarden om in het Vlaams Gewest te profiteren van het verlaagde tarief van 3% voor de aankoop van een enige woning?

A

Voorwaarden omvatten o.a. aankoop door een natuurlijk persoon, inschrijving op adres van gekochte woning binnen twee jaar, geen andere eigendommen bezitten, zuivere aankoop, en niet eigenaar zijn van andere woning of bouwgrond.

60
Q

Hoe kan men in het Vlaams Gewest profiteren van het tarief van 3% bij verkoop en aankoop van een nieuwe woning?

A

Om het tarief van 3% te krijgen, mag men geen eigenaar zijn van een andere woning of bouwgrond. Er is een regel in het Vlaams Gewest voor het geval men de eigen woning wil verkopen en een nieuwe woning wil aankopen.

61
Q

Wat is het doel van het heffen van registratierechten op basis van de objectieve verkoopwaarde in België?

A

Het doel is om prijsbewimpeling tegen te gaan door ervoor te zorgen dat er minstens registratierechten verschuldigd zijn op de objectieve abstracte verkoopwaarde.

62
Q

Leg uit wat prijsbewimpeling is en hoe het verband houdt met registratierechten in België.

A

Prijsbewimpeling is wanneer een hogere prijs wordt afgesproken dan de werkelijke verkoopwaarde, om belasting te ontduiken. Registratierechten worden geheven op de objectieve verkoopwaarde om dit tegen te gaan.

63
Q

Hoe wordt de objectieve verkoopwaarde bepaald en toegepast bij het heffen van registratierechten in België?

A

De objectieve verkoopwaarde wordt vastgesteld door de administratie en gebruikt als basis voor registratierechten als deze hoger is dan de overeengekomen waarde, om prijsbewimpeling te voorkomen.

64
Q

Wat is het verschil tussen de overeengekomen waarde en de objectieve verkoopwaarde bij het heffen van registratierechten in België?

A

De overeengekomen waarde is de afgesproken prijs, terwijl de objectieve verkoopwaarde de door de administratie bepaalde waarde is die wordt gebruikt om registratierechten te heffen als deze hoger is.

65
Q

Beschrijf de rol van de forfaitaire waarde bij de vestiging en overdracht van vruchtgebruik en blote eigendom in België.

A

De forfaitaire waarde wordt toegepast, tenzij de overeengekomen waarde hoger is, bij de vestiging en overdracht van vruchtgebruik en blote eigendom in België volgens de wetgeving.

66
Q

Beschrijf de voorwaarden en tarieven voor het genieten van verlaagde registratierechten bij de aankoop van een nieuwe woning in Vlaanderen.

A

Om het tarief van 3% te behouden bij aankoop van een nieuwe woning in Vlaanderen, moet men binnen 2 jaar de eerste woning verkopen. Bij ingrijpende energetische renovatie binnen 5 jaar na aankoopakte kan een extra rechtenvermindering van toepassing zijn.

67
Q

Hoe kan men in Vlaanderen profiteren van een bijkomende rechtenvermindering bij aankoop van een woning in bepaalde gebieden?

A

Bij aankoop van een woning onder 220.000 euro in Vlaamse kernsteden of Brusselse rand onder 240.000 euro, kan men extra rechtenvermindering krijgen van 2.800 euro (bij 3% tarief) of 960 euro (bij 1% tarief).

68
Q

Wat zijn de tarieven en voorwaarden voor het verkrijgen van verlaagde registratierechten bij aankoop van een eerste woning in Vlaanderen?

A

Bij aankoop van een enige woning in Vlaanderen geldt een tarief van 3%. Voorwaarde is dat de aankoop door een natuurlijk persoon gebeurt.

69
Q

Beschrijf de regels met betrekking tot het tarief van 3% voor de aankoop van een nieuwe woning in Vlaams Gewest als men al eigenaar is van een andere woning of bouwgrond.

A

Om het tarief van 3% te behouden bij aankoop van een nieuwe woning in Vlaams Gewest, mag men geen andere eigendommen bezitten. Verkoop van de oude woning binnen 2 jaar behoudt het 3% tarief voor de nieuwe aankoop, bekend als ‘het verhinderend onroerend goed’.

70
Q

Hoe werkt de teruggave van betaalde registratierechten bij verkoop van onroerend goed binnen 2 jaar na aankoop?

A

Bij verkoop van onroerend goed binnen 2 jaar na aankoop heb je recht op teruggave van 60% van betaalde registratierechten, berekend op de oorspronkelijke aankoopprijs. In Brussels Gewest is de teruggave echter beperkt tot 36%.

71
Q

Leg uit welk gewest voordeliger is bij de aankoop van een appartement van 200.000 euro: Vlaams Gewest of Brussels Gewest.

A

Bij aankoop van een appartement van 200.000 euro is het voordeliger in Brussels Gewest, waar je geen registratierechten betaalt dankzij het abattement van 200.000 euro, terwijl in Vlaams Gewest 3% registratierechten en rechtenvermindering van toepassing zijn.

72
Q

Wat zijn de verschillen in registratierechten tussen Vlaams Gewest en Brussels Gewest bij aankoop van een onroerend goed van 800.000 euro?

A

Bij aankoop van een onroerend goed van 800.000 euro betaal je in Vlaams Gewest 24.000 euro aan registratierechten (3% tarief zonder rechtenvermindering) en in Brussels Gewest 100.000 euro (12,5% tarief zonder abattement).

73
Q

Beschrijf de verschillende soorten vaste registratierechten die van toepassing zijn in België.

A

In België zijn er algemene vaste registratierechten van 50 euro voor zaken die vrijwillig geregistreerd worden. Daarnaast zijn er bijzondere vaste rechten voor o.a. brieven van adeldom, naamswijzigingen, handlichting van hypothecaire inschrijvingen en minnelijke ontbinding van verkoopovereenkomsten.

74
Q

Wat zijn de kenmerken van algemeen vast recht bij registratierechten in België?

A

Algemeen vast recht in België bedraagt 50 euro en is van toepassing wanneer er geen andere registratierechten verschuldigd zijn. Het geldt voor zaken die vrijwillig geregistreerd worden en niet verplicht zijn.

75
Q

Leg uit wat bijzondere vaste rechten zijn bij registratierechten in België.

A

Bijzondere vaste rechten in België omvatten onder andere kosten voor brieven van adeldom, naamswijzigingen, handlichting van hypothecaire inschrijvingen en minnelijke ontbinding van verkoopovereenkomsten.

76
Q

Hoe wordt het bijzonder vast recht berekend voor minnelijke ontbinding van verkoopovereenkomsten in België?

A

Bij minnelijke ontbinding van verkoopovereenkomsten in België wordt een bijzonder vast recht van 10 euro in rekening gebracht op zowel de verkoopovereenkomst als de overeenkomst tot ontbinding, ongeacht de waarde van het onroerend goed.

77
Q

Beschrijf het stelsel van registratierechten en leg uit welke akten en rechtshandelingen verplicht te registreren zijn volgens de wet. Benoem ook de termijnen voor registratie en wie verantwoordelijk is voor de registratie.

A

Het stelsel van registratierechten sluit nauw aan bij de rechtsbeginselen van het gemeen recht, behalve fiscale uitzonderingen. Verplicht te registreren akten omvatten notariële akten, gerechtsdeurwaardersakten, vonnissen, huurcontracten en meer. Termijnen en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in de wet.

78
Q

Wat zijn de sancties bij het niet naleven van registratieformaliteiten volgens de wet?

A

De wet voorziet sancties bij niet (tijdige) registratie en betaling van registratierechten. Artikel 41 van de wet en de VCF bevatten de sanctieregeling voor dergelijke situaties.

79
Q

Leg de drie soorten registratierechten uit zoals beschreven in Artikel 10 van de wet.

A

De wet onderscheidt vaste rechten (in euro) zoals algemeen vast recht en bijzondere vaste rechten, en evenredige rechten (in percentages) voor overdrachten van onroerende goederen en openbare verkopen.

80
Q

Beschrijf het proces van fiscale optimalisatie bij de verkoop van een stuk grond en bouwvennootschap. Hoe worden registratierechten en BTW toegepast?

A

Bij de verkoop van grond en bouwaandeel zitten grond- en bouwvennootschap aan tafel. Grondvennootschap betaalt registratierechten, bouwvennootschap BTW. Dit optimaliseert belastingen doordat enkel BTW op bouwaandeel betaald wordt.

81
Q

Wat zijn de burgerrechtelijke gevolgen van registratie volgens examenvraag 193?

A

Registratie leidt tot vaste datum van akte, tegenstelbaarheid aan derden en documentatie van eigendom van onroerend goed. Het ontstaan van belastingschuld is een fiscaal gevolg.

82
Q

Leg uit wat registratierechten zijn en hoe ze worden geheven. Welke soort belasting is het volgens het vierde kenmerk?

A

Registratierechten zijn belastingen op transacties onder de levenden. Ze worden geheven bij registratie van akten of geschriften. Het behoort tot de ‘formalistische’ belastingen.

83
Q

Beschrijf de verschillen tussen registratierechten en BTW/successierechten.

A

Registratierechten slaan op één enkel belastbaar feit, zoals schenking of verkoop van onroerend goed. Ze behoren tot dezelfde fiscale familie als successierechten en BTW. Successierechten belasten vermogensoverdracht bij overlijden, terwijl registratierechten vermogensoverdracht onder levenden belasten. BTW belast leveringen van goederen en diensten met een economische achtergrond, terwijl registratierechten een burgerrechtelijke achtergrond hebben.

84
Q

Hoe worden registratierechten en BTW toegepast op transacties onder levenden?

A

Zowel registratierechten als BTW zijn van toepassing op transacties onder levenden. Er is een noodzaak tot wettelijke afbakening van rechtshandelingen onderworpen aan BTW en registratierechten. Wet bepaalt wanneer BTW en registratierechten van toepassing zijn.

85
Q

Wat zijn enkele voorbeelden van rechtshandelingen die expliciet aan BTW onderworpen zijn?

A

Sommige voorbeelden zijn openbare verkopingen van roerende goederen op verzoek van een BTW-plichtige en de overdracht onder bezwarende titel van nieuwe gebouwen. Ook de onroerende leasing valt onder deze categorie.

86
Q

Wat bepaalt of een gebouw als ‘nieuw’ wordt beschouwd voor registratierechten en BTW?

A

Een gebouw wordt als nieuw beschouwd tot uiterlijk 31 december van het tweede jaar volgend op het jaar van de eerste ingebruikneming of inbezitneming. Dit is relevant voor de toepassing van registratierechten en BTW.

87
Q

Leg uit hoe registratierechten en BTW verschillen in hun belastinggrondslag.

A

Registratierechten belasten specifieke feiten zoals schenkingen of verkoop van onroerend goed, terwijl BTW leveringen van goederen en diensten belast. Registratierechten hebben een burgerrechtelijke achtergrond, terwijl BTW een economische achtergrond heeft.

88
Q

Beschrijf de evolutie van registratierechten in België en leg uit hoe ze zijn veranderd van federale naar gedeeltelijk regionale belastingen.

A

Registratierechten waren oorspronkelijk federale belastingen en behoren tot de oudste belastingen in België. Na de 6e staatshervorming zijn ze deels regionaal geworden, met gewesten die nu bevoegd zijn voor tarieven, grondslagen en vrijstellingen.

89
Q

Wat zijn de verschillen tussen de geregionaliseerde en federale registratierechten in België?

A

Geregionaliseerde registratierechten in België omvatten o.a. verkooprecht, hypotheekrecht, verdeelrecht en schenkingsrecht. Federale registratierechten blijven van toepassing op zaken zoals naamsverandering, huurcontracten en inbreng in vennootschappen.

90
Q

Hoe zijn de bevoegdheden verdeeld tussen de federale overheid en de gewesten met betrekking tot registratierechten in België?

A

Gewesten hebben nu deels normatieve bevoegdheid over tarieven, grondslagen en vrijstellingen van registratierechten. De federale overheid behoudt bevoegdheid over belastbare materie en het bestaan van de belasting.

91
Q

Leg de gewestelijke localisatieregels bij registratierechten in België uit.

A

Regionalisering van registratierechten in België betekent ook lokalisatie. Lokalisatieregels bepalen welke gewestelijke overheid bevoegd is op basis van de locatie van de transactie of het onroerend goed.

92
Q

Beschrijf de implicaties van het niet aangeven van kunstwerken in de aangifte van een nalatenschap en hoe de Vlaamse belastingdienst reageert op het vermoeden van vermogen.

A

Als kunstwerken niet worden aangegeven in de nalatenschapsaangifte, zal de Vlaamse belastingdienst het vermoeden van vermogen toepassen en de erfgenamen belasten op het niet aangegeven bedrag. Dit kan leiden tot een hogere belastingaanslag.

93
Q

Wat zijn de standpunten van CD&V, Groen, NVA en Open VLD met betrekking tot erfbelasting in Vlaanderen?

A

CD&V wil de erfbelasting hervormen door belastingschalen te indexeren en de langstlevende partner een hogere vrijstelling te geven. Groen wil ontsnappingsmogelijkheden uitsluiten en hogere erfenissen zwaarder belasten. NVA streeft naar volledige afschaffing van erfbelasting voor partners en kinderen. Open VLD wil geen belasting op partners en tariefverschillen tussen erfgenamen elimineren.

94
Q

Wat is de regeling voor het betalen van successierechten in natura en welke goederen kunnen hiervoor gebruikt worden?

A

Je kan successierechten betalen in natura door kunstwerken of cultuurgoederen in te leveren. Kunstwerken met internationale faam of cultureel erfgoed zijn geschikt. In Vlaanderen zijn cultuurgoederen breder gedefinieerd, inclusief wetenschappelijk belangrijke objecten.

95
Q

Hoe werkt het vermijden van ‘art drain’ bij het betalen van erfbelasting met kunstwerken in België?

A

Om te voorkomen dat kunstwerken uit een nalatenschap verdwijnen door verkoop voor erfbelasting, kunnen erfgenamen kunstwerken in betaling geven. Een commissie beoordeelt of de aangeboden goederen waardevol genoeg zijn. In Vlaanderen geldt een regeling waarbij cultuurgoederen voor 120% van hun waarde kunnen worden ingezet tegen de successierechten.

96
Q

Beschrijf het vermoeden van vermogen in het geval van een overleden ouder met wie geen contact meer was.

A

Bij het vermoeden van vermogen kan het zijn dat een persoon gecontacteerd wordt door een notaris na het overlijden van een ouder met wie geen contact meer was. Dit kan leiden tot onverwachte erfeniskwesties, zelfs na een lange periode van geen contact.

97
Q

Wat zijn de gevolgen van het verwerpen van een nalatenschap in de successierechten?

A

Een bijzondere regel in het Waals Gewest stelt dat de verwerping van een nalatenschap geen fiscale gevolgen heeft voor het tarief. Het recht verschuldigd door de personen die het erfdeel krijgen, zal niet lager zijn dan wat de verwerper zou moeten betalen.

98
Q

Beschrijf een voorbeeld waarbij het verwerpen van een nalatenschap leidt tot een verandering in de erfbelasting.

A

Stel, een vriendin verwerpt een legaat van een appartement aan zee in Wallonië. Hierdoor komt het appartement in de nalatenschap terecht en wordt belast tegen 30% in plaats van 80%, volgens de wettelijke devolutie.

99
Q

Leg uit hoe de tariefstructuur van successierechten verschilt tussen het Waals Gewest en het Vlaams/Brussels Gewest.

A

In het Waals Gewest kunnen hoge tarieven tot 80% worden toegepast, terwijl in het Vlaams/Brussels Gewest deze regel is afgeschaft. Dit kan leiden tot aanzienlijke verschillen in erfbelasting bij nalatenschappen.

100
Q

Wat houdt artikel 68 W.Succ in en hoe kan het van toepassing zijn bij het verwerpen van een nalatenschap?

A

Artikel 68 W.Succ stelt dat bij verwerping van een nalatenschap, het deel van de nalatenschap waarvan afstand is gedaan, niet meer wordt belast. Dit kan leiden tot een herverdeling van de erfenis volgens de wettelijke devolutie.

101
Q

Hoe kan het verwerpen van een nalatenschap invloed hebben op de erfbelasting bij legaten en devolutie?

A

Door een nalatenschap te verwerpen, kunnen legaten terugkeren naar de nalatenschap en volgens de wettelijke devolutie worden verdeeld. Dit kan leiden tot een verandering in het belastingtarief dat van toepassing is op de erfenis.