Fiscaal Recht - 2023 Flashcards

1
Q

Beschrijf de belangrijkste problemen van de huidige Belgische Fiscaliteit.

A

België heeft een hoge belastingdruk, vooral op arbeid en schenkingen/erfenissen. De belastingdruk is ongelijk verdeeld, met privileges zoals belastingvrije onkostenvergoedingen voor parlementsleden. De grote staatsschuld leidt tot belastingontwijking en -ontduiking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de belangrijkste parameters van het fiscaal hervormingsplan van Minister Van Peteghem?

A

Minister Van Peteghem streeft naar een eerlijke, moderne en lagere fiscaliteit. Zijn plan omvat het verhogen van belastingvrije sommen, optrekken van hoogste belastingsschijven voor arbeidsinkomsten, verlagen van vennootschapsbelasting voor KMO’s en permanente verlaging van BTW op elektriciteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wil Minister Van Peteghem tot lagere fiscaliteit komen?

A

Van Peteghem wil de belastingdruk verlagen door o.a. verhoging van belastingvrije sommen, optrekken van hoogste belastingsschijven voor arbeidsinkomsten en verlaging van vennootschapsbelasting voor KMO’s. Ook streeft hij naar een permanente verlaging van BTW op elektriciteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wil Minister Van Peteghem tot eerlijker fiscaliteit komen?

A

Van Peteghem wil misbruiken van gunstregimes aanpakken, zoals het uitmelken van auteursrechten door andere sectoren. Hij streeft naar eerlijkere fiscaliteit op vlak van vermogensinkomsten, om zo een rechtvaardiger systeem te creëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf het voorgestelde hervormingsplan van Minister Van Peteghem met betrekking tot belastingen.

A

Minister Van Peteghem stelt voor om de lage BTW-tarieven van 6% en 12% af te schaffen en te vervangen door een uniform tarief van 9%. Daarnaast wil hij een 0% BTW-tarief invoeren voor groenten, fruit, medische diensten en openbaar vervoer. Hij plant ook het afschaffen van het fiscale stelsel voor onderhoudsuitkeringen en het stimuleren van renovaties voor verhuurders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wil Minister Van Peteghem het fiscale stelsel voor onderhoudsuitkeringen veranderen?

A

Minister Van Peteghem wil het huidige stelsel van onderhoudsuitkeringen afschaffen uit de fiscaliteit. Dit betekent geen aftrek meer voor onderhoudsgelden bij personenbelasting en belastingheffing op de ontvangen uitkering. Hij wil ook renovaties voor verhuurders stimuleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het voorgestelde beleid van Minister Van Peteghem met betrekking tot het bedrijfswagenpark?

A

Minister Van Peteghem streeft naar een zero-emissiebeleid voor het bedrijfswagenpark. Dit betekent dat bedrijfswagens geen CO2-uitstoot mogen hebben. Hij wil zo de impact op het milieu verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg uit hoe Minister Van Peteghem de belastingen wil moderniseren.

A

Minister Van Peteghem wil de belastingen moderniseren door het uniformeren van het lage BTW-tarief naar 9% en het invoeren van een 0% BTW-tarief voor bepaalde goederen en diensten. Hij plant ook het afschaffen van het fiscale stelsel voor onderhoudsuitkeringen en het stimuleren van renovaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de belangrijkste punten van het hervormingsplan van Minister Van Peteghem op het gebied van belastingen?

A

Minister Van Peteghem wil de lage BTW-tarieven van 6% en 12% vervangen door een uniform tarief van 9%. Hij plant een 0% BTW-tarief voor groenten, fruit, medische diensten en openbaar vervoer. Daarnaast wil hij het fiscale stelsel voor onderhoudsuitkeringen afschaffen en renovaties voor verhuurders stimuleren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschrijf het verschil tussen de materiële en de formele belastingschuld.

A

Een belastingschuld heeft een materieel en een formeel karakter. Het materieel karakter houdt verband met de berekening van de belasting. De materiële belastingschuld moet soms in een formele belastingschuld worden omgevormd zodat de overheid de verschuldigde heffing of prestatie kan eisen van de belastingplichtige.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan een belastingschuld afdwingbaar worden gemaakt bij wanbetaling?

A

Bij wanbetaling kan de overheid een uitvoerbare titel uitvaardigen, namelijk een dwangschrift, die toelaat de belastingschuld afdwingbaar te maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij de BTW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leg het verschil uit tussen autonome en toegewezen belastingbevoegdheid.

A

Autonome belastingbevoegdheid zijn belastingen die een beleidsniveau binnen haar eigen niveau autonoom kan invoeren, terwijl toegewezen belastingbevoegdheid impliceert dat een beleidsniveau een deel van de eigen belastingbevoegdheid afstaat aan een ander beleidsniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is de autonome belastingbevoegdheid niet absoluut?

A

De autonome belastingbevoegdheid wordt beperkt door internationale normen en nationale wetgeving. De Belgische Staat heeft een deel van zijn fiscale bevoegdheid afgestaan aan hogere internationale overheden, zoals EU-richtlijnen inzake BTW, en aan lagere overheden, zoals geregionaliseerde successierechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beschrijf de autonome belastingbevoegdheid van de federale / regionale / lokale overheid volgens de artikelen 170 en 173 GW.

A

Artikelen 170 en 173 GW bepalen welke overheden belastingen mogen heffen, maar deze bevoegdheid is niet absoluut vanwege internationale normen en nationale wetgeving. Overheden moeten ook rekening houden met grondrechten. De federale wetgever heeft de meest uitgebreide fiscale bevoegdheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt de toegewezen belastingbevoegdheid van de regionale/lokale overheid besproken?

A

Een ‘toegewezen fiscale bevoegdheid’ treedt op wanneer de bevoegdheid voor bestaande federale of staatsbelastingen geheel of gedeeltelijk aan lagere overheden wordt toegewezen. Dit werd gedaan door de Bijzondere Financieringswet van 16 januari 1989 voor gemeenschappen en gewesten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Beschrijf de krachtlijnen van het financieringssysteem van de Bijzondere Financieringswet.

A

De Bijzondere Financieringswet regelt het financieringssysteem van de gewesten in België. Het systeem omvat het dotatiesysteem en de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting. Na de 6e staatshervorming kregen de gewesten meer fiscale autonomie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe werkt de ‘gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting’ volgens de Bijzondere Financieringswet?

A

Na de 6e staatshervorming kregen de gewesten de bevoegdheid om boven op de personenbelasting een aanvullende gewestenbelasting te heffen. Dit zorgt voor meer fiscale autonomie op gewestelijk niveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een ‘oneigenlijke gewestenbelasting’ volgens de Bijzondere Financieringswet?

A

Een oneigenlijke gewestenbelasting zijn federale belastingen die via toegewezen belastingbevoegdheid naar het gewestelijk niveau worden overgedragen. De gewesten hebben bevoegdheden over heffingsgrondslag, tarief, verminderingen en vrijstellingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Leg de normatieve bevoegdheid van de gewesten uit met betrekking tot oneigenlijke gewestbelastingen.

A

De gewesten hebben normatieve bevoegdheid over 12 belastingen die via toegewezen belastingbevoegdheid naar hen zijn overgedragen. Dit geeft hen zeggenschap over heffingsgrondslag, tarief, verminderingen en vrijstellingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Beschrijf de localisatiecriteria van de oneigenlijke gewestbelastingen.

A

De toewijzing van federale belastingbevoegdheid aan de gewesten vereist ‘localisatiecriteria’ om te bepalen welk gewest belastingen mag heffen. Dit is vastgelegd in art. 5 BFW en leidt tot fiscale concurrentie tussen de gewesten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het begrip belastingplichtige?

A

Een belastingplichtige is de persoon aangeduid in de belastingwet als subject, de tweede partij in de rechtsband gecreëerd door belasting. In de personenbelasting is dit de natuurlijke persoon met woonplaats in België.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Leg het verschil uit tussen een belasting en verhaalbelastingen/sociale bijdragen/retributies.

A

Een belasting dekt uitgaven van algemeen nut, terwijl verhaalbelastingen kosten recupereren bij een beperkte groep. Sociale bijdragen dekken enkel sociale zekerheidskosten en retributies zijn vergoedingen voor individuele diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de verschillende functies van een belasting?

A

De primaire functie van belasting is inkomstenvoorziening voor de overheid, een belangrijke financieringsbron. Het doel is het bekostigen van uitgaven van algemeen nut.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat houdt het fiscaal legaliteitsbeginsel in en welk artikel regelt dit in de Grondwet?

A

Het fiscaal legaliteitsbeginsel is geregeld in artikel 170 van de Grondwet. Dit principe stelt dat belastingen alleen kunnen worden ingevoerd door het volk en zijn vertegenwoordigers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Beschrijf het ‘no taxation without representation’ principe en hoe wordt dit toegepast in de fiscale bevoegdheid.

A

Het ‘no taxation without representation’ principe legt het zwaartepunt van de fiscale bevoegdheid bij de wetgevende macht. Een belasting invoeren impliceert een beslissing van het parlement, de gewestelijke deelparlementen of de provincie en de gemeenteraad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat was het arrest van het Grondwettelijk Hof van 24 februari 2022 en wat was de uitkomst?

A

Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 24 februari 2022 sprak zich uit over het begrip ‘normale verrichtingen van beheer van een privévermogen’. Het Hof oordeelde dat het meerwaardestelsel voldoende voorzienbaar en niet discriminatoir is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Leg het principe van ‘no taxation without representation’ uit en waar vindt dit principe zijn oorsprong?

A

Het principe van ‘no taxation without representation’ legt de fiscale bevoegdheid bij de wetgevende macht. Dit principe vindt zijn oorsprong in de Franse Revolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Beschrijf de problematiek van de interpretatie van fiscale wetten en leg uit hoe deze wetten strikt moeten worden geïnterpreteerd volgens de regel van ‘in dubio contra fiscum’.

A

De interpretatie van fiscale wetten vereist een strikte benadering, waarbij eerst de wettekst zelf wordt geraadpleegd. Indien onduidelijk, moeten woorden en begrippen worden uitgelegd in lijn met de bedoeling van de wetgever. Bij twijfel moet de belastingplichtige worden begunstigd volgens de regel ‘in dubio contra fiscum’, zoals vastgesteld in het Serkov arrest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat was het oordeel van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in het Serkov arrest van 7 juli 2011 en hoe beïnvloedt dit de belastingplichtige?

A

Het EHRM oordeelde dat fiscale regels voorspelbaar moeten zijn voor burgers en in geval van onduidelijkheid in het voordeel van de belastingplichtige moeten worden geïnterpreteerd. Schending van dit principe leidt tot schending van het eigendomsrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Leg uit wat het kameel-arrest van het HvJ van 27 oktober 2011 inhield en waarom analoge interpretatie werd uitgesloten.

A

Het kameel-arrest behandelde een zaak over invoerrechten op kamelenvlees. Het Hof oordeelde dat een kameel niet analoog kan worden geïnterpreteerd als een paard, waardoor invoerrechten van toepassing waren. Dit sluit analoge interpretatie uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is het grondwettelijk éénjarigheidsbeginsel en hoe wordt het toegepast in de Belgische fiscale wetgeving?

A

Het grondwettelijk éénjarigheidsbeginsel vereist jaarlijkse toestemming van de wetgevende macht voor belastingheffing volgens bestaande wetgeving. Dit is een voorwaarde om belasting te heffen en omvat een gedetailleerde begroting van ontvangsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Leg het verschil uit tussen het grondwettelijk fiscaal eenjarigheidsbeginsel en het eenjarigheidsbeginsel in de inkomstenbelastingen.

A

Het grondwettelijk fiscaal eenjarigheidsbeginsel vereist jaarlijkse toestemming voor belastingheffing volgens bestaande wetgeving, terwijl het eenjarigheidsbeginsel in de inkomstenbelasting kijkt naar inkomsten ontvangen gedurende één kalenderjaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat houdt het fiscaal gelijkheidsbeginsel in en welke voorwaarden zijn er voor uitzonderingen op dit beginsel?

A

Het fiscaal gelijkheidsbeginsel vereist dat belastingen gelijk worden toegepast op individuen in dezelfde situatie. Uitzonderingen moeten objectief, rechtvaardig en redelijk zijn, zoals een progressief belastingtarief op basis van inkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Beschrijf het arrest van het Grondwettelijk Hof van 23 april 2020 inzake onbelast bijklussen en de redenen voor de vernietiging van de wet.

A

Het Grondwettelijk Hof vernietigde de wet van 2018 die onbelast bijklussen regelde. Dit omdat de regeling discriminerend was en in strijd met het gelijkheidsbeginsel en niet-discriminatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Leg uit waarom het fiscaal recht als openbare orde wordt beschouwd en welke gevolgen dit heeft voor de fiscus.

A

Het fiscaal recht wordt als openbare orde beschouwd omdat het de correcte inning van belastingen waarborgt. Hierdoor kan de fiscus niet afwijken van de wetgeving of dadingen sluiten. Fiscale fraude is strafbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat is het verschil tussen belastingontduiking en belastingontwijking?

A

Belastingontduiking is fiscale fraude waarbij men belasting probeert te ontlopen, wat strafbaar is. Belastingontwijking is het kiezen van de minst belaste weg, waarbij men alle gevolgen moet aanvaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Hoe wordt belastingontwijking gereguleerd volgens het Hof van Cassatie en wat zijn de twee beperkingen?

A

Belastingontwijking is toegestaan volgens het Hof van Cassatie, maar men moet alle rechtsgevolgen respecteren en de situatie mag niet geveinsd zijn. Simulatie is niet toegestaan. Anti-misbruikbepalingen zijn van kracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Beschrijf de draagwijdte van het Brepols-arrest van het Hof van Cassatie van 6 juni 1961 en leg uit wat belastingontwijking inhoudt volgens dit arrest.

A

In het Brepols-arrest bevestigt het Hof van Cassatie dat belastingontwijking is toegestaan, waarbij de belastingplichtige de minst belaste weg mag kiezen. Echter moet de belastingplichtige alle rechtsgevolgen van zijn handelen aanvaarden en is simulatie niet toegestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Leg uit of dubbele belasting verboden is en benoem specifieke wettelijke verbodsbepalingen in België.

A

Dubbele belasting is niet algemeen verboden, ook niet binnen het Europees recht. Specifieke verbodsbepalingen in België omvatten onder andere Art. 1ter BFW, de Wet van 23 januari 1989 en Art. 464 WIB 92.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat was de draagwijdte van het arrest Block van het Europees Hof van Justitie van 12 februari 2009 en welke implicaties had dit voor successierechten binnen de EU?

A

Het arrest Block behandelde dubbele belastingheffing bij successierechten binnen de EU. Het Hof oordeelde dat vrij verkeer van kapitaal geen dubbele belastingheffing voorkomt. Het recht op eigendom kan echter in het gedrang komen, met eisen van wettelijke grondslag en proportionaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Leg het onderscheid uit tussen economische en juridische dubbele belasting en geef voorbeelden van elk.

A

Economische dubbele belasting treedt op wanneer hetzelfde inkomen dubbel wordt belast door verschillende landen. Juridische dubbele belasting gebeurt wanneer twee keer belasting wordt geheven over dezelfde inkomsten door dezelfde of verschillende overheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Beschrijf voorbeelden van juridische dubbele belasting en geef specifieke situaties waarin dit kan voorkomen.

A

Juridische dubbele belasting treedt op wanneer hetzelfde inkomen of vermogen in meerdere jurisdicties belast wordt. Bijvoorbeeld, inkomen uit buitenlands onroerend goed kan belast worden in zowel België als het land waar het onroerend goed zich bevindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Hoe werken dubbelbelastingverdragen en wat is hun doel?

A

Dubbelbelastingverdragen zijn overeenkomsten tussen landen om juridische dubbele belasting te voorkomen. Ze bepalen welk land belasting mag heffen. België heeft dergelijke verdragen afgesloten voor inkomstenbelasting en successierechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Leg uit hoe dubbelbelastingverdragen functioneren met betrekking tot inkomstenbelastingen en geef een voorbeeld.

A

Dubbelbelastingverdragen inzake inkomstenbelasting bepalen welk land belasting mag heffen over specifieke inkomsten. Bijvoorbeeld, verdragen over onroerende goederen stellen dat het land waar het onroerend goed zich bevindt belasting mag heffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat is het probleem van vrijstelling onder progressievoorbehoud volgens artikel 155 van de WIB92?

A

Vrijstelling onder progressievoorbehoud betekent dat België eerst belasting heft over het wereldinkomen en pas daarna het deel dat slaat op buitenlands inkomen aftrekt. Dit kan leiden tot een belastingverhogend effect door progressieve tarieven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat houdt de onderling overlegprocedure in bij dubbele belastingverdragen?

A

De onderling overlegprocedure biedt een oplossing wanneer landen het niet eens zijn over welk land belasting mag heffen. Belastingplichtigen kunnen de landen dwingen om tot een oplossing te komen voor de dubbele belasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Beschrijf wat de vrijstelling onder progressievoorbehoud inhoudt volgens art. 155-156 WIB92.

A

Wanneer België op basis van het dubbelbelastingverdrag vrijstelling moet verlenen, gebeurt dit onder progressievoorbehoud. Dit betekent dat België eerst belasting heft op het wereldinkomen en pas na de belastingberekening het deel dat slaat op het buitenlands inkomen in mindering brengt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Hoe werkt de onderling overlegprocedure bij dubbele belastingheffing?

A

In geval van discussies tussen twee landen over heffingsbevoegdheid kan de onderling overlegprocedure uitkomst bieden. Belastingplichtigen die dubbele belasting ervaren, kunnen eisen dat de landen in onderling overleg gaan om een oplossing te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wat zijn de eenzijdige maatregelen om juridische dubbele belasting te voorkomen in afwezigheid van een dubbelbelastingverdrag?

A

Zonder dubbelbelastingverdrag kunnen eenzijdige maatregelen worden genomen om juridische dubbele belasting te voorkomen. Dit kan onder meer inhouden dat het land waar de belastingplichtige woont, eenzijdig vrijstelling verleent of een belastingkrediet toepast.

50
Q

Beschrijf economische dubbele belasting en geef voorbeelden. Hoe wordt winst van een vennootschap belast en wat gebeurt er als deze winst als dividend wordt uitgekeerd aan aandeelhouders?

A

Economische dubbele belasting treedt op wanneer winst van een vennootschap belast wordt in de vennootschapsbelasting en vervolgens het uitgekeerde dividend belast wordt bij de aandeelhouders. Dit kan gebeuren in zowel de personenbelasting voor natuurlijke personen als in de vennootschapsbelasting voor vennootschappen.

51
Q

Welke maatregelen kunnen worden genomen om economische dubbele belasting te voorkomen bij een dividenduitkering?

A

Om economische dubbele belasting te voorkomen bij een dividenduitkering kunnen verschillende remedies worden toegepast. Bijvoorbeeld, in de personenbelasting kan een vast tarief van 30% worden toegepast in plaats van progressieve tarieven. In de vennootschapsbelasting kan de aftrek voor definitief belaste inkomsten (DBI-aftrek) worden toegepast.

52
Q

Wat houdt de aftrek voor definitief belaste inkomsten in en hoe draagt het bij aan het voorkomen van economische dubbele belasting?

A

De DBI-aftrek is een vrijstellingsregeling die van toepassing is op vennootschappen die beleggen in aandelen van andere vennootschappen. Het doel is om economische dubbele belasting te voorkomen bij een dividenduitkering door het uitgekeerde dividend onder bepaalde voorwaarden voor 100% vrij te stellen bij de moedervennootschap.

53
Q

Beschrijf welke overheden bevoegd zijn ten aanzien van de personenbelasting en hoe deze bevoegdheden verdeeld zijn volgens de zesde staatshervorming.

A

De personenbelasting is een federale belasting, maar na de zesde staatshervorming hebben ook gewesten en gemeenten fiscale bevoegdheden gekregen. Gewesten kunnen aanvullende gewestbelasting heffen en gemeenten aanvullende gemeentebelasting.

54
Q

Wat waren de belangrijkste doelstellingen van de zesde staatshervorming met betrekking tot de personenbelasting en hoe zijn deze doelstellingen bereikt?

A

De zesde staatshervorming had als hoofddoel meer fiscale autonomie aan de gewesten te geven. Dit werd bereikt door het vervangen van het dotatiesysteem door gewestelijke fiscale autonomie en het toekennen van nieuwe bevoegdheden aan de gewesten.

55
Q

Hoe heeft de zesde staatshervorming gezorgd voor meer fiscale autonomie voor de gemeenten en welk systeem werd hiervoor geïmplementeerd?

A

Om de gewesten meer autonomie te geven, werd een trappensysteem ingevoerd na de zesde staatshervorming. Dit systeem omvat de berekening van de federale personenbelasting en het verminderen ervan met de autonomie-factor van 24,975%.

56
Q

Wat is het verschil tussen aanvullende gewestbelasting en aanvullende gemeentebelasting in België?

A

De aanvullende gewestbelasting geeft gewesten de mogelijkheid om de verminderde personenbelasting te verhogen, zoals in Vlaanderen met 33,257%. De aanvullende gemeentebelasting stelt gemeenten in staat om de federale personenbelasting verder te verhogen, gemiddeld tussen 7% en 8%, maar kan ook 0% zijn.

57
Q

Leg het begrip ‘Belasting Staat’ uit in de context van de berekening van personenbelasting in België.

A

De ‘Belasting Staat’ is de eerste stap in de berekening van de personenbelasting waar de federale belasting wordt berekend volgens de Belgische wetgeving.

58
Q

Wat is een rijksinwoner volgens de Belgische wetgeving inzake personenbelasting?

A

Een rijksinwoner in België is een natuurlijke persoon met een woonplaats of zetel van fortuin in België, belast op hun wereldwijd inkomen. Nationaliteit is irrelevant; het vestigingscriterium primeert.

59
Q

Beschrijf de wettelijke vermoedens van het rijksinwonerschap in België volgens de Wet op de Inkomstenbelastingen.

A

De fiscus kan rijksinwonerschap aantonen door vermoedens zoals inschrijving in bevolkingsregisters (weerlegbaar) en plaats waar het gezin is gevestigd (onweerlegbaar) volgens de WIB92.

60
Q

Beschrijf de criteria voor het behoud van het fiscaal statuut bij verhuizing van België naar het buitenland en vice versa. Welke groepen worden wel en niet beschouwd als Belgische rijksinwoners?

A

Wanneer Belgen naar het buitenland verhuizen of omgekeerd, verliezen ze niet automatisch hun fiscaal statuut. Belgische overheidsvertegenwoordigers in het buitenland worden wel als rijksinwoner beschouwd, terwijl personen in het wachtregister en ambtenaren bij internationale organisaties dat niet worden. Ook loontrekkers in het buitenland en buitenlandse kaderleden hebben verschillende statussen.

61
Q

Leg de uitzondering van fiscale woonplaats uit in relatie tot ambtenaren bij internationale organisaties. Hoe verschilt hun fiscale behandeling van andere Belgische rijksinwoners?

A

Ambtenaren bij internationale organisaties worden niet beschouwd als Belgische rijksinwoners en blijven onderworpen aan de fiscale wetgeving van de uitzendstaat. Hier geldt de exceptie van fiscale woonplaats, wat betekent dat ze niet belastingplichtig zijn in België.

62
Q

Wat zijn de specifieke regels met betrekking tot loontrekkers in het buitenland, zoals ontwikkelingshelpers bij artsen zonder grenzen?

A

Loontrekkers in het buitenland, zoals ontwikkelingshelpers bij artsen zonder grenzen, worden gedurende de eerste 24 maanden beschouwd als Belgische rijksinwoner. Na deze periode verandert hun fiscale status.

63
Q

Hoe wordt de fiscale status bepaald van buitenlandse kaderleden die in België verblijven?

A

Buitenlandse kaderleden worden niet beschouwd als Belgische rijksinwoner. Hun fiscale behandeling verschilt van die van Belgische rijksinwoners, wat invloed heeft op hun belastingverplichtingen in België.

64
Q

Beschrijf de werking van de personenbelasting volgens het schema. Wat zijn de vier categorieën waarin de verkregen inkomsten worden onderverdeeld? Wat gebeurt er in het jaar na het belastbaar tijdperk?

A

Rijksinwoners worden belast op wereldwijde inkomsten behaald tijdens belastbaar tijdperk. Inkomsten worden verdeeld in onroerende, roerende, beroeps- en diverse inkomsten. Het jaar na belastbaar tijdperk is aanslagjaar waar fiscale aanslagprocedure start.

65
Q

Hoe wordt de belastbare grondslag voor de personenbelasting berekend volgens schema 2 en 3? Wat gebeurt er nadat alle netto inkomsten zijn samengevoegd tot een totaal netto inkomen?

A

Bruto inkomsten worden omgevormd tot nettoomen door vrijstellingen, verminderingen en aftrekposten toe te passen. Alle netto inkomsten worden samengevoegd tot totaal netto inkomen en belast volgens progressieve tarieven.

66
Q

Wat gebeurt er na het berekenen van de federale belasting op het totaal netto inkomen?

A

Na berekening van federale belasting op totaal netto inkomen, wordt belasting Staat verkregen. Dit is niet eindbelasting maar een eerste preliminaire berekening.

67
Q

Beschrijf het proces van belastingheffing in België, inclusief de federale belasting, gewestelijke aanvullende belasting en gemeentelijke aanvullende belasting.

A

Op de gereduceerde belasting Staat kunnen gewesten een gewestelijke aanvullende belasting heffen. Alle gewesten heffen aanvullende belasting op de personenbelasting. In Vlaanderen en Wallonië is het percentage 33,257%, in Brussel 32,590%. Na belastingverminderingen worden federale en gewestelijke belasting samengevoegd tot de personenbelasting waarop gemeenten een gemeentelijke aanvullende belasting kunnen heffen.

68
Q

Wat zijn de verschillende belastingniveaus in België en hoe worden belastingverminderingen toegepast?

A

In België zijn er federale belastingen, gewestelijke aanvullende belastingen en gemeentelijke aanvullende belastingen. Zowel de federale overheid als de gewesten kunnen belastingverminderingen toepassen op de gereduceerde belasting Staat en gewestelijke belasting.

69
Q

Leg uit hoe de belastingstructuur in België werkt, inclusief de rol van federale, gewestelijke en gemeentelijke belastingen.

A

België heft federale belastingen en gewestelijke aanvullende belastingen op de personenbelasting. Gewesten kunnen belastingverminderingen toepassen op de gereduceerde belasting Staat. Na samenvoeging van federale en gewestelijke belastingen, kunnen gemeenten een gemeentelijke aanvullende belasting heffen.

70
Q

Wat zijn onroerende inkomsten volgens artikel 7 - 16 WIB92 en hoe worden ze gegenereerd?

A

Onroerende inkomsten zijn inkomsten uit het privé-vermogen die voortkomen uit onroerende goederen. Men moet een zakelijk genotsrecht hebben op het onroerend goed om deze inkomsten te verkrijgen. Onroerende goederen zijn belastbaar in België en in het buitenland.

71
Q

Beschrijf de 3 methodes om het bruto onroerend inkomen te bepalen in de personenbelasting.

A

De 3 methodes zijn: 1. Methode van het Kadastraal Inkomen, 2. Methode van het Reëel Netto-Inkomen, 3. Methode van het Reëel Bruto-Inkomen. Het bruto inkomen wordt omgevormd naar netto door vrijgestelde inkomsten af te trekken en verminderingen toe te passen.

72
Q

Wat houdt het kadastraal inkomen in en hoe wordt het gebruikt bij de berekening van bruto onroerend inkomen?

A

Het kadastraal inkomen is de geschatte normale netto jaarhuur van een onroerend goed, zonder rekening te houden met de werkelijke situatie. Het wordt gebruikt voor de berekening van het bruto onroerend inkomen van onroerende goederen die zelf gebruikt worden of verhuurd in het kader van privé verhuur.

73
Q

Hoe wordt het kadastraal inkomen berekend voor in België gelegen onroerende goederen volgens artikel 472 WIB92?

A

Het kadastraal inkomen wordt vastgesteld op basis van huurwaarden van 1975 door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie. Normaal moet het elke 10 jaar herzien worden, maar dit gebeurt momenteel niet. Het KI wordt jaarlijks geïndexeerd om dit te compenseren.

74
Q

Hoe wordt het kadastraal inkomen berekend ten aanzien van in het buitenland gelegen onroerende goederen?

A

Voor onroerende goederen in het buitenland wordt sinds 1 januari 2022 een kadastraal inkomen bepaald. Dit gebeurt op basis van een ges netto-inkomen dat gelijk is aan 5,3% van de normale verkoopwaarde, herleid naar de marktwaarde van 1975.

75
Q

Bespreek de rechtspraak van het Hof van Justitie met betrekking tot de Belgische belasting van buitenlands onroerend inkomen.

A

Het Europees Hof van Justitie oordeelde dat de ongelijke behandeling van Belgische Rijksinwoners met onroerende goederen in België en in het buitenland in strijd was met het vrij verkeer van kapitaal. Sinds 1 januari 2022 geldt ook voor buitenlandse onroerende goederen een kadastraal inkomen.

76
Q

Beschrijf de herziening van het kadastraal inkomen.

A

Normaal gezien moet het kadastraal inkomen om de 10 jaar worden herzien volgens de wet. Dit proces heet een kadastrale perequatie, maar wordt momenteel niet toegepast. Om dit te compenseren, voorziet de wetgever in jaarlijkse aanpassingen.

77
Q

Beschrijf de onroerende voorheffing en leg uit hoe het tarief wordt bepaald in verschillende gewesten van België.

A

De onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting op het inkomen uit onroerende goederen. Het tarief varieert: 1,25% van het K.I. in het Waalse en Brusselse gewest, 2,5% in het Vlaams gewest. Deze percentages worden verhoogd met gemeentelijke en provinciale opcentiemen.

78
Q

Wat is het reëel netto inkomen en hoe wordt het berekend volgens de Belgische belastingwetgeving?

A

Het reëel netto inkomen is het werkelijk ontvangen huurinkomen verminderd met een forfaitaire aftrek. De brutohuur bestaat uit de jaarhuur en alle huurvoordelen. De forfaitaire aftrek bedraagt 40% voor een gebouw en 10% voor grond.

79
Q

Hoe wordt het reëel netto inkomen berekend voor belastingdoeleinden in België?

A

Het reëel netto inkomen (RNI) wordt berekend als de brutohuur minus een forfaitaire aftrek. De brutohuur omvat de jaarhuur en alle huurvoordelen. De forfaitaire aftrek is 40% voor een gebouw en 10% voor grond.

80
Q

Beschrijf de bepaling van het bruto onroerend inkomen bij gemengde verhuur.

A

Gemengde verhuur is wanneer een deel van een onroerend goed als privé-woning wordt verhuurd en een deel als beroepsruimte. Het privé-deel wordt berekend via de KI-methode, het beroepsdeel via de RNI-methode. Een geregistreerde huurovereenkomst met duidelijke opsplitsing is vereist.

81
Q

Hoe wordt het reëel bruto inkomen berekend bij vestiging van een recht van erfpacht of opstal?

A

Het RBI-methode wordt toegepast. Bij een eenmalige uitkering is de vergoeding onmiddellijk belastbaar. Formule: R.B.I. = ontvangen vergoeding. Bijv: handelspand met K.I. van 1.500 Euro voor 30 jaar in erfpacht gegeven voor 520.000,00 euro.

82
Q

Welke fiscale vrijstellingen bestaan er voor onroerende inkomsten volgens het Wetboek Inkomstenbelastingen?

A

Het WIB92 voorziet in vrijstellingen voor onroerend inkomen. Belangrijkste is vrijstelling voor eigen woning. Andere vrijstellingen zijn voor specifieke doeleinden zonder winstbejag, bepaalde pachtovereenkomsten en eigen woning (volledige vrijstelling OI).

83
Q

Beschrijf de verschillende verminderingen op het vlak van onroerende inkomsten volgens artikel 15, § 1 van het WIB92. Wat zijn de 3 mogelijkheden voor proportionele vermindering van het kadastraal inkomen?

A

Het kadastraal inkomen kan proportioneel worden verminderd vanwege onproductiviteit, verlies van inkomsten of ontbreken van genot. De onproductiviteit moet onvrijwillig zijn ontstaan. Mogelijkheden zijn: niet-gebruik van een niet gemeubeld gebouw gedurende meer dan 90 dagen, volledige vernieling van onroerend goed, of gedeeltelijke vernieling waardoor K.I. met minstens 25% moet verminderen.

84
Q

Wat zijn de aftrekposten voor onroerende inkomsten met betrekking tot interesten van schulden en vergoedingen voor erfpacht of opstal?

A

Interesten van schulden specifiek aangegaan voor onroerende goederen zijn aftrekbaar, alsook vergoedingen voor erfpacht of opstal. Voorwaarde is dat het inkomen van de betreffende goederen niet vrijgesteld is volgens artikel 12 WIB92. Interesten voor een enkel goed worden afgetrokken van totale inkomsten, evenredig verdeeld over verschillende goederen.

85
Q

Beschrijf de belastbaarheid van roerende inkomsten volgens de Belgische wetgeving.

A

Roerende inkomsten zijn inkomsten uit roerende goederen uit het privévermogen van rijksinwoners. Belastbaar is het wereldwijd inkomen uit roerende goederen gelegen in zowel België als in het buitenland die in de personenbelasting belast zullen worden.

86
Q

Hoe worden dubbele belastingen op roerende inkomsten opgelost volgens dubbelbelastingverdragen?

A

Dubbelbelastingverdragen bepalen dat roerend inkomen belastbaar is in de woonstaat van de belastingplichtige, dus in België. Dit voorkomt juridische dubbele belasting.

87
Q

Wat houdt de common reporting standard in?

A

De common reporting standard is een rapportering waarbij banken gegevens uitwisselen over roerende inkomsten van rijksinwoners, om internationale samenwerking te bevorderen.

88
Q

Wat zijn de bijzonderheden van roerende inkomsten volgens de Belgische wetgeving?

A

Roerende inkomsten vallen niet onder de progressieve tarieven van de personenbelasting, maar onder vaste tarieven (art. 171 WIB92). Er geldt een ‘bevrijdende’ roerende voorheffing.

89
Q

Wat is de bevrijdende roerende voorheffing?

A

Toepassing “bevrijdende” roerende voorheffing: Bevrijdende of liberatoire roerende voorheffing betekent dat er een vrijstelling is van de aangifteverplichting. De schuldenaar van de roerende inkomsten houdt roerende voorheffing af bij de uitbetaling. De genieter van de inkomsten is daardoor vrijgesteld van aangifte in de personenbelasting.

90
Q

Bespreek de vrijgestelde roerende inkomsten.

A

Heel wat roerende inkomsten zijn van de personenbelasting vrijgesteld. De opsomming van deze vrijgestelde roerende inkomsten is terug te vinden in artikel 21 WIB92. Interesten op spaarboekjes zijn vrijgesteld tot 980 euro. Dividenden op aandelen zijn vrijgesteld tot 800 euro, en dividenden op aandelen van vennootschappen met sociaal oogmerk tot 200 euro. Ook opbrengsten van Tak 21 of Tak 23 verzekeringen zijn vrijgesteld, net als inkomsten uit interesten voor leningen aan startende ondernemingen via crowdfundingplatformen.

91
Q

Beschrijf de aftrekposten van roerende inkomsten.

A

Enkel werkelijke kosten verbonden aan verhuur van roerende goederen zijn aftrekbaar. Voor andere roerende inkomsten is een forfaitaire aftrek mogelijk volgens art. 4 KB WIB92. Filmrechten hebben 85% aftrek, gemeubileerde woningen 50%, en auteursrechten 50% tot 18.720 euro en 25% daarboven.

92
Q

Wat is het fiscaal statuut van auteursrechten en hoe is dit veranderd met de Programmawet van 26 december 2022?

A

Sinds 1 januari 2008 worden inkomsten uit de cessie of concessie van auteursrechten beschouwd als ‘roerende inkomsten’. Met de nieuwe regeling geldt het voordelige fiscale stelsel enkel voor inkomsten uit overdracht of verlening van licenties op originele werken. Het absolute grensbedrag van 70.220,00 euro is onderhevig aan beperkingen en wordt bepaald aan de hand van gemiddelde inkomsten uit auteursrechten van de 4 voorafgaande belastbare periodes. Bij overschrijding van dit bedrag worden de auteursrechten niet langer beschouwd als roerende inkomsten maar als ‘beroepsinkomen’.

93
Q

Hoe wordt de belasting op auteursrechten bepaald als de cessie of concessie gepaard gaat met een geleverde prestatie?

A

Wanneer de cessie of concessie van auteursrechten samengaat met een geleverde prestatie, geldt een beperking waarbij de verhouding tussen de vergoeding van de auteursrechten en de totale vergoeding niet hoger mag zijn dan 50%. Dit betekent dat bijvoorbeeld voor inkomsten in 2023 (aanslagjaar 2024), een journalist die deels in loon en deels in auteursrechten wordt betaald, moet controleren of de auteursrechten meer dan 50% van de totale vergoeding omvatten. Indien dit het geval is, wordt het fiscaal regime van auteursrechten enkel toegepast op 50% van de ontvangen vergoeding, met een absoluut maximum van 70.220,00 euro (aanslagjaar 2024).

94
Q

Beschrijf de vijf categorieën van beroepsinkomen en geef voorbeelden van elk.

A

De vijf categorieën van beroepsinkomen zijn winsten, baten, winsten en baten uit een vroegere activiteit, bezoldigingen en pensioenen. Voorbeelden zijn opbrengsten van de onderneming, voordelen van alle aard, abnormale voordelen, en meerwaarden op professionele activa.

95
Q

Hoe wordt de winst van een onderneming bepaald en wat omvat het begrip ‘winst’?

A

De winst van een onderneming wordt bepaald via de balansmethode. Het begrip ‘winst’ omvat opbrengsten van de onderneming, voordelen van alle aard, abnormale voordelen en meerwaarden op professionele activa.

96
Q

Leg de balansmethode uit en bespreek het verschil met de methode van werkelijke ontvangsten.

A

De balansmethode houdt in dat de boekhoudkundige winst van een onderneming bepalend is, ongeacht of facturen al betaald zijn. Het verschil met de methode van werkelijke ontvangsten is dat de focus ligt op de boekhouding en niet op daadwerkelijke ontvangsten.

97
Q

Beschrijf wat meerwaarden zijn en hoe ze worden gemaakt.

A

Meerwaarden zijn de winsten die worden gemaakt met het kopen en verkopen van bezit, zoals aandelen of grondstoffen, voor meer geld dan de oorspronkelijke aankoopprijs.

98
Q

Leg uit wat baten zijn volgens Art. 27 WIB92 en geef voorbeelden.

A

Baten zijn beroepsinkomsten uit vrije beroepen, ambten en posten, zoals advocaten, geneesheren, notarissen, en omvatten ontvangsten van de beroepsactiviteit en meerwaarden op activa.

99
Q

Wat omvat het begrip ‘bezoldigingen’ volgens Art. 31-34 WIB92?

A

Bezoldigingen omvatten inkomsten van werknemers en bedrijfsleiders, zoals lonen, voordelen van alle aard, vervangingsinkomsten zoals werkloosheidsuitkeringen.

100
Q

Hoe worden voordelen van alle aard gedefinieerd en wat omvatten ze?

A

Voordelen van alle aard omvatten terugbetaling van kosten eigen aan de werknemer en voordelen in natura zoals een bedrijfswagen. Ze worden belastbaar beschouwd op basis van de werkelijke waarde voor de verkrijger.

101
Q

Beschrijf de terugbetaling van kosten eigen aan de werknemer.

A

Terugbetaling kosten eigen aan de werknemer: kosten die eigenlijk door de werknemer privé moeten worden gedragen. De terugbetaling van deze kosten is een belastbaar voordeel van alle aard.

102
Q

Hoe verschilt kosten eigen aan de werknemer van kosten eigen aan de werkgever?

A

Kosten eigen aan de werknemer zijn kosten die door de werknemer moeten worden gedragen, zoals verplaatsingskosten naar het werk. Kosten eigen aan de werkgever zijn kosten die door de werkgever moeten worden gedragen.

103
Q

Wat zijn voordelen in natura?

A

Voordelen in natura worden belast tegen werkelijke waarden, tenzij er forfaitaire begrotingsregels zijn. Sociale voordelen van alle aard zijn niet belastbaar bij de werknemer, zoals kerstgeschenken of gratis kinderopvang.

104
Q

Hoe wordt de waarde van voordelen in natura fiscaal berekend en waarom is dit een uitdagende oefening?

A

De waarde van voordelen in natura wordt fiscaal berekend op basis van de werkelijke waarde voor de verkrijger. Dit kan echter lastig zijn, daarom laat de wetgever de Koning toe om deze voordelen op een vast bedrag te ramen.

105
Q

Beschrijf het fiscaal statuut van bedrijfswagens en waarom dit onder druk staat vanuit ecologisch oogpunt.

A

Bedrijfswagens worden beschouwd als voordelen in natura en hun werkelijke waarde wordt forfaitair begroot. Het aantal bedrijfswagens op de weg zorgt voor mobiliteitsproblemen vanwege gunstige berekening van het voordeel in natura.

106
Q

Wat zijn de twee systemen die zijn geïmplementeerd als alternatief voor bedrijfswagens en wat is de status ervan?

A

De twee systemen waren het cash for cars systeem en het systeem van mobiliteitsvergoeding. Het cash for cars systeem is vernietigd in 2019, terwijl het mobiliteitsbudget nog steeds bestaat en werknemers in staat stelt hun bedrijfswagen in te ruilen voor een budget.

107
Q

Wat is het mobiliteitsbudget en hoe werkt het?

A

Het mobiliteitsbudget, zoals vastgelegd in de wet van 17 maart 2019, stelt werknemers met een bedrijfswagen in staat deze in te ruilen voor een budget. Dit budget kan worden gebruikt voor alternatieve vervoersmiddelen of cash.

108
Q

Hoe worden PC, GSM en internet fiscaal behandeld bij terbeschikkingstelling?

A

PC, GSM en internet worden beschouwd als voordelen in natura en worden forfaitair belast volgens art. 36 WIB92 en art. 18 KB WIB92. Bijvoorbeeld, GSM: 36 euro/jaar + 48 euro/jaar voor abonnement.

109
Q

Beschrijf de sociale voordelen van alle aard en hun belastingstatus.

A

Sociale voordelen van alle aard zijn vrijgesteld van belastingheffing volgens ComIB 38/27. Voorbeelden zijn kerst- en sinterklaasgeschenken, gratis kinderopvang, terugbetaling studiekosten, eendagsreizen voor personeel, en geschenken voor pensionering < 75 euro.

110
Q

Leg uit wat de sociale en culturele vrijstellingen zijn in het kader van beroepsinkomsten.

A

De wet voorziet in vrijstellingen voor beroepsinkomsten van sociale en culturele aard volgens artikelen 38 en 38/1 WIB92. Voorbeelden zijn pensioenen en andere inkomsten die om deze redenen vrijgesteld zijn. Voor een volledige opsomming wordt verwezen naar de specifieke artikelen.

111
Q

Wat zijn vrijgestelde waardeverminderingen en voorzieningen volgens artikel 48 WIB92?

A

Artikel 48 WIB92 voorziet vrijstellingen voor waardeverminderingen en voorzieningen voor scherp omschreven verliezen die waarschijnlijk zijn. Belastingplichtigen kunnen een deel van hun beroepsinkomen vrijstellen door bijv. een voorziening aan te leggen voor ontslagvergoedingen.

112
Q

Beschrijf het fiscaal statuut van meerwaarden op land- en tuinbouwgronden.

A

Meerwaarden op land- en tuinbouwgronden zijn niet belastbaar als beroepsinkomen maar kunnen onder divers inkomen vallen. Er zijn vrijgestelde meerwaarden voorzien onder bepaalde wettelijke voorwaarden.

113
Q

Hoe werkt het voortzettingsstelsel in de belastingwetgeving?

A

Het voortzettingsstelsel betreft vrijgestelde meerwaarden die gerealiseerd worden na stopzetting van een beroepsactiviteit die door een naast familielid wordt overgenomen. De overnemer kan de handelszaak afschrijven op de boekhoudkundige restwaarde.

114
Q

Beschrijf het fiscaal statuut van meerwaarden op bedrijfsvoertuigen en binnenschepen voor de commerciële binnenvaart volgens artikelen 44-47 van de WIB92.

A

Meerwaarden op bedrijfsvoertuigen en binnenschepen zijn vrijgesteld van belastingheffing onder voorwaarden, zoals herbelegging in propere voertuigen. Voor binnenschepen moet herbelegd worden in ecologisch verantwoorde vaartuigen.

115
Q

Hoe werkt de gespreide taxatie van meerwaarden volgens artikel 47 van de WIB92?

A

Gespreide taxatie is een alternatief systeem waarbij belasting op meerwaarden in de tijd wordt gespreid, mits herinvestering plaatsvindt. Voorwaarden omvatten herbelegging binnen 3-5 jaar na vervreemding.

116
Q

Wat zijn beroepskosten volgens het WIB92?

A

Beroepskosten zijn fiscaal aftrekbare kosten die gemaakt worden in het kader van de uitoefening van een beroep. Ze kunnen in mindering worden gebracht van het bruto belastbaar inkomen.

117
Q

Beschrijf de twee stelsels voor aftrek van beroepskosten en hoe belastingplichtigen fiscaal kunnen optimaliseren.

A

Twee stelsels voor aftrek van beroepskosten zijn mogelijk: forfaitaire kosten (zonder bewijs) en werkelijke kosten (met bewijs). Belastingplichtigen kunnen optimaliseren door het voordeligste stelsel te kiezen. Deze stelsels kunnen niet binnen dezelfde inkomstencategorie worden gecombineerd.

118
Q

Hoe werkt de forfaitaire aftrek van beroepskosten en wat zijn de kenmerken?

A

De forfaitaire aftrek van beroepskosten wordt toegestaan zonder bewijsstukken en dekt alle kosten behalve sociale zekerheidsbijdragen. Het geldt voor bezoldigingen, baten en winsten, met uitzondering van pensioenen. De berekening varieert per beroepscategorie en heeft een maximumgrens.

119
Q

Leg het degressieve systeem uit voor het forfait van baten en wat zijn de specifieke percentages en limieten?

A

Het degressieve systeem voor baten hanteert verschillende percentages tot een bepaald bedrag, met een maximaal forfait van 4850 euro. Het varieert van 28,70% tot 3%, afhankelijk van het inkomen. Dit systeem geldt niet voor pensioenen.

120
Q

Beschrijf de voorwaarden voor de werkelijke aftrek van beroepskosten volgens artikel 49 WIB92 en leg uit wat er gebeurt als deze voorwaarden zijn vervuld.

A

De voorwaarden voor werkelijke aftrek van beroepskosten zijn: gerelateerd aan beroepsactiviteit, gemaakt in belastbaar tijdperk, om inkomsten te verkrijgen, met bewijsstukken. Als voldaan, zijn kosten 100% aftrekbaar. De administratie moet de kosten accepteren als aan de voorwaarden is voldaan.