Fiscaal Recht - 2024 - D1 Flashcards
Beschrijf de belangrijkste redenen waarom Belgen het fiscale systeem over het algemeen als onrechtvaardig beschouwen.
Belgen ervaren een hoog fiscaal frustratiegevoel door o.a. de hoge belastingdruk, vooral op arbeid. De ongelijke verdeling van belastingdruk en fiscale uitzonderingen dragen bij aan het gevoel van onrechtvaardigheid. Daarnaast speelt gebrek aan fiscale basiskennis en politieke problemen een rol.
Hoe kan de belastingdruk op arbeid in België worden verminderd volgens de tekst?
De belastingdruk op arbeid kan worden verminderd door deze te verschuiven naar vermogen of consumptie. Een mogelijke oplossing is het verlagen van de belastingdruk van 53% naar 40% voor alleenstaanden, besparen op pensioenen en sociale zekerheid.
Wat zijn de fiscale uitdagingen met betrekking tot vennootschappen in België volgens de tekst?
België hanteert een vennootschapsbelastingtarief van 25%, wat als hoog wordt beschouwd. Dit tarief kan leiden tot fiscale druk op bedrijfswinsten. Het aanpassen van belastingtarieven kan een oplossing zijn om de lasten te verlichten.
Leg uit: de erfbelasting in België als een van de hoogste in de wereld.
België staat bovenaan van landen met de hoogste belastingdruk.
De hoge belastingdruk is relatief qua gewicht: België is een verzorgingsstaat. We hebben zo bv. de coronacrisis achter te rug waardoor veel bedrijven moesten sluiten en dan zien we dat die bedrijven wel ondersteund werden (hinderpremie), mensen die werkloos worden kregen een uitkering, … hier staat uiteraard een kostprijs tegenover.
Wat zijn enkele voorbeelden van ‘fiscale koterijen’ die in België worden genoemd in de tekst?
In het kader van de ongelijke verdeling van de belastingdruk + politici - contrast tussen L en R.
Voorbeelden van ‘fiscale koterijen’ in België zijn o.a. geen belasting op verkoop van eigen aandelen, auteursrechten, salariswagens, flexijobs, voetballers en karaataks. Deze uitzonderingen op belastingregels ontstaan vaak door lobbywerk en dragen bij aan een gevoel van ongelijke belastingdruk.
Beschrijf de problemen die ontstaan door de hoge staatsschuld van België.
De hoge staatsschuld van België zet druk op de begroting door de noodzaak van hoge rentebetalingen en belastingen. Dit leidt tot frustraties bij burgers, belastingontwijking en -ontduiking. Het structurele tekort dwingt de overheid tot lenen met hoge rentes, wat leidt tot miljardentekorten en de noodzaak tot bezuinigen of belastingverhogingen.
Wat is het grootste probleem met de Belgische belastingdruk en hoe wordt dit geïllustreerd aan de hand van inkomensbelastingen voor verschillende groepen?
Het grootste probleem met de Belgische belastingdruk is de belasting op arbeid. Alleenstaanden zonder kinderen worden zwaarder belast dan getrouwden, wat leidt tot een inkomensbelasting van 52,6%. Het hebben van kinderen geeft recht op sociale voordelen, waardoor de belastingdruk verschilt per huishouden.
Definieer het begrip ‘belasting’.
Een belasting doet een rechtsband ontstaan tussen de overheid en de belastingplichtige, waarbij een heffing of prestatie wordt opgelegd ten behoeve van een overheid, met als doel in de openbare uitgaven te voorzien.
Beschrijf het eerste kenmerk van belasting.
Het eerste kenmerk van belasting is een rechtsband die ontstaat zodra de toepassingsvoorwaarden van een belasting vervuld zijn, resulterend in een juridische relatie, de belastingschuld. Deze schuld heeft zowel een materieel karakter, gerelateerd aan de berekening van de belasting, als een formeel karakter, gerelateerd aan de eisbaarheid en invordering van de belasting (uitvoerbare titel).
Hoe ontstaat de materiële belastingschuld bij personenbelasting?
Bij personenbelasting ontstaat de materiële belastingschuld op het einde van het inkomstenjaar voor elke belastingplichtige die in dat jaar inkomsten heeft verkregen (31/12). Deze schuld wordt pas opeisbaar nadat deze geformaliseerd is door het indienen van een aangifte en het inkohieren van de belasting door de administratie (ten laatste 30/06).
Opmerking: fiscus kan nog 10 jaar lang belastingen opeisen indien er sprake is van fraude.
Leg uit hoe de materiële belastingschuld bij successierechten ontstaat volgens het voorbeeld.
Bij successierechten ontstaat de materiële belastingschuld bij het openvallen van de nalatenschap voor elke erfgenaam. Deze schuld is direct opeisbaar zonder formalisering, maar kan indien niet vrijwillig betaald, worden geformaliseerd door de administratie met een dwangschrift.
Wat is het verschil tussen de materiële en formele belastingschuld?
De materiële belastingschuld houdt verband met de berekening van de belasting, terwijl de formele belastingschuld gerelateerd is aan de eisbaarheid en invordering ervan. De materiële schuld moet soms formeel worden omgezet zodat de overheid de verschuldigde heffing kan eisen.
Beschrijf het proces van het ontstaan van belastingen aan het einde van het inkomst/kalenderjaar.
Belastingen ontstaan automatisch aan het einde van het inkomst/kalenderjaar. Dit gebeurt door het invullen van aangifte en het creëren van een uitvoerbare titel via inkohieren. De fiscus heeft geen rechtbank nodig en krijgt een uitvoerbare titel tot invordering.
Hoe worden termijnen voor belastingen automatisch bepaald en wat zijn de sancties bij bedrog?
Termijnen voor belastingen worden automatisch vastgesteld op 31/12 en 18 maanden voor het formaliseringsproces. Bij bedrog geldt een langere termijn van 10 jaar voor de fiscus. Sancties worden toegepast.
Leg het verschil uit tussen autonome en toegewezen belastingbevoegdheid.
Autonome belastingbevoegdheid houdt in dat een bevoegdheidsniveau zelf een belasting invoert binnen het wettelijk kader. Het is een ruime bevoegdheid maar niet absoluut, met grenzen door internationale en nationale normen.
Wat is het tweede kenmerk van belastingen en hoe ontstaat de belastingschuld?
Het tweede kenmerk van belastingen is de juridische relatie tussen overheid en belastingplichtige. De belastingschuld ontstaat zodra de voorwaarden van een belasting zijn vervuld, en is een schuld tussen belastingplichtige en overheid.
Beschrijf de toegewezen belastingbevoegdheid volgens Marie Stuer. Wat zijn de twee opties en geef voorbeelden van elk?
Toegewezen belastingbevoegdheid impliceert dat een beleidsniveau een deel van haar belastingbevoegdheid afstaat aan een ander niveau binnen het wettelijk kader. Optie 1: Ondergeschikt bestuur wijst toe aan hoger bestuur. Voorbeeld: artikel 34 GW en EU-richtlijn BTW. Optie 2: Hoger bestuur wijst toe aan ondergeschikt bestuur. Voorbeeld: bijzondere wet 16 januari 1989 en wet van 23 januari 1989.
Hoe wordt de autonome belastingbevoegdheid beperkt volgens de examenvraag 5? Geef voorbeelden van internationale en nationale beperkingen.
De autonome belastingbevoegdheid is beperkt door EU-wetgeving, verdragen, en nationale wetgeving. Voorbeelden zijn EU-verdragen, EVRM, EU-richtlijnen inzake BTW, EU-verordeningen, en dubbelbelastingverdragen. Nationale beperkingen zijn grondwet en wetgeving op verschillende bestuursniveaus.
Beschrijf de autonome belastingbevoegdheid van de federale/regionale/lokale overheid volgens examenvraag 6.
Artikelen 170 en 173 GW bepalen welke overheden belastingen mogen heffen. De autonome belastingbevoegdheid wordt beperkt door internationale normen, nationale wetgeving en grondrechten. De federale overheid heeft de meest uitgebreide fiscale bevoegdheid met belastingen zoals inkomstenbelasting, BTW, douane en accijnzen.
Beschrijf de autonome belastingbevoegdheid van regionale overheden volgens artikel 170, § 2 GW.
Voor regionale overheden geldt een autonome belastingbevoegdheid voor gewesten, niet voor gemeenschappen. De federale wet bepaalt uitzonderingen die de fiscale autonomie van ondergeschikte besturen kunnen beperken.
Hoe wordt de autonome belastingbevoegdheid van lokale overheden geregeld volgens artikel 170, § 3 GW?
De federale wet bepaalt uitzonderingen die de noodzakelijkheid aantonen. De wetgever kan de fiscale autonomie van provincies en gemeenten beperken, zoals artikel 464 WIB92 aantoont.
Wat zijn enkele zaken waarop geen regionale belastingen mogen worden geheven volgens de wet van 23 januari 1989?
Regionale belastingen mogen niet worden geheven op zaken die al federaal belast worden, met uitzonderingen zoals water en afval. Algemene beperkingen uit verdragen en de grondwet blijven gelden.
Leg uit hoe de federale wet de fiscale autonomie van ondergeschikte besturen kan beperken volgens artikel 170, § 2 GW.
De federale wet bepaalt uitzonderingen die de noodzakelijkheid aantonen, waardoor de fiscale autonomie van ondergeschikte besturen beperkt kan worden. Dit kan de regionale belastingbevoegdheid beïnvloeden.
Beschrijf de rol van de bijzondere financieringswet van 16 januari 1989 bij het bepalen van de financiering van de gewesten en gemeenschappen in België.
De bijzondere financieringswet van 16 januari 1989 speelt een belangrijke rol bij het financieren van de gewesten en gemeenschappen in België. Deze wet regelt de financiering via het dotatiesysteem en de techniek van toegewezen belastingbevoegdheden.