Fase 3 Determinanten Van Gedrag Flashcards

1
Q

Factoren die bijdragen aan tot stand komen of in stand houden van bepaald gedrag = ?????

A

Determinanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Micro

A

Directe omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Meso

A

Directe sociaal culturele omgeving: opvoedingsstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Macro

A

Politiek en landelijk niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Binnen de gedragverklaringmodellen kan een onderscheid gemaakt worden in:……..?

A
  • sociaal cognitieve gedragsverklaringsmodellen

- ecologische modellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sociaal cognitieve gedragsverklaringsmodellen betekend ….?

A

Richten zich op factoren die vooral de relatie tussen intentie en gedrag verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem de 8 Persoonlijke determinanten

A
  1. Attitude
  2. Subjectieve norm en ervaren sociale invloed
  3. Self-efficacy
  4. Geanticipeerde spijt en morel verplichtingen
  5. Risico-inschatting
  6. Kennis en bewustzijn
  7. Gedragsintentie
  8. Persoonlijkheidskenmerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke determinanten zijn dit?

  • fysiek
  • sociaal
  • politiek
  • economisch
A

Omgevingsdeterminanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(Omgevingsdeterminant)

Ongezonde eetgelegenheden in je nabije omgeving, geen sportschool in de buurt

  • fysiek
  • sociaal
  • politiek
  • economisch
A

Fysiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

(Omgevingsdeterminanten)

De cultuur waarin je opgroeit, de omgeving en woonwijk waarin je opgroeit. Heeft te maken met normen en waarden

  • fysiek
  • sociaal
  • politiek
  • economisch
A

Sociaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

(Omgevingsdeterminanten)

Wet- en regelgeving om bepaalde gedragingen te verminderen

  • fysiek
  • sociaal
  • politiek
  • economisch
A

Politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(Omgevingsdeterminanten)

Hoeveel heb je te besteden?

  • fysiek
  • sociaal
  • politiek
  • economisch
A

Economisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

(Persoonlijke determinanten)

Houding ten aanzien van onderwerpen

  • Student kan twee voordelen noemen om het boek te gaan lezen
  • student kan twee voordelen noemen om naar de werkcollege te gaan
A

Attitude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

(Persoonlijke determinanten)

De verwachte verwachting van belangrijke andere, bv partner of vrienden

  • De student bespreekt met studiegenoten dat hij het boek gaat lezen
  • student spreekt met studiegenoten af naar de werkcolleges te gaan
A

Sociale invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

(Persoonlijke determinanten)

De verwachting die mensen hebben over hun eigen vermogen om bepaald gedrag te kunnen uitvoeren

  • student uit vertrouwen dat hij het boek kan lezen
  • student uit vertrouwen dat hij naar de werkcolleges kan gaan
A

Self-efficacy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(Persoonlijke determinanten)

Gevoelens van spijt of schuld die mensen verwachten te ervaren als ze geen gezond gedrag of zelfs ongezond gedrag vertonen.

  • student erkent dat hij spijt zal hebben het boek niet gelezen te hebben als hij het tentamen niet haalt
A

Geanticipeerde spijt

17
Q

(Persoonlijke determinanten)

De ervaren gezondheidsdreiging en inschatting van eigen kans op dat risico, ervaren kwetsbaarheid voor gevolgen.

  • student erkent dat hij tot de risicogroep behoort het tentamen niet te halen, als hij niet naar de werkcolleges gaat
A

Risico inschatting

18
Q

(Persoonlijke determinanten)

Overdracht van kennis: informatie over gezondheid en ziekte over de gezondheidsrisico’s van bepaalde gedragingen is nodig om gedragsverandering te bewerkstelligen

  • Student kan uitleggen of ik een tweede redenen noemen waarom hij het boek moet lezen
A

Kennis en bewustzijn

19
Q

(Persoonlijke determinanten)

Iemand van plan is om een bepaald gedrag uit te voeren. Bijvoorbeeld op 1 januari te stoppen met drinken

  • Student is van plan om het boek te gaan lezen
A

Gedrag’s intentie

20
Q

(Persoonlijke determinanten)

Niet een specifiek gezondheidsgedrag gekoppeld, maar beïnvloeden indirect wel het uitvoeren van gezondheid gedrag.

-extravert introvert, zelfverzekerd-nerveus. Moeilijk te veranderen, wel van belang mee te nemen en bij aan te sluiten bij het ontwikkelen van een interventie voor deze doelgroep

A

Persoonlijkheidskenmerken