Farmacotherapie lijst met alle medicijnen Flashcards
Atenolol
B1 antagonist
Atropine
muscarine receptor antagonist - mydriase
Botuline-toxine A
zorgt ervoor dat acetylcholine niet vrij kan komen uit het neuron, verlamt neuron -> herstel wanneer nieuwe zenuweindigingen worden aangelegd
Betanechol;
parasympathicomimeticum – urineretentie
Carvedilol:
A1+B1+B2 antagonist
Cholinesteraseremmers
acetylcholinesterase wordt geremd, hierdoor wordt acetylcholine niet afgebroken.
Cocaïne
remt de noradrenaline reuptake -> meer noradrenaline in de synapsspleet
Diltiazem
; Calciumantagonist, remt instroom Ca2+, werkt in op hart en bloedvaten, hartfrequentie blijft gelijk
Dipyradimol
remt afbraak cAMP door fosfordiësterase te remmen -> vasodilatatie in gezonde deel -> steal effect
Doxazosine
A1-adrenoreceptor antagonist
Efedrine
A1 + A2-adrenoceptor agonist – lijkt op amfetamine “speed”
Fentolamine
A1+A2-adrenoreceptor antagonist
Fenylephrine
A1-adrenoceptor agonist
Guanethidine
Remt de afgifte van noradrenaline
Hemicholium
Remt de opname van choline