Familia de palabras (woordvorming) S-N Flashcards
1
Q
montaña
A
berg
2
Q
lluvia
A
regen
3
Q
calor
A
warmte
4
Q
sabor
A
smaak
5
Q
sol
A
zon
6
Q
sal
A
zout
7
Q
éxito
A
succes
8
Q
montañoso/a
A
bergachtig
9
Q
lluvioso/a
A
regenachtig
10
Q
caluroso/a
A
warm
11
Q
sabroso/a
A
lekker
12
Q
soleado/a
A
zonnig
13
Q
salado/a
A
gezout
14
Q
exitoso/a
A
succesvol
15
Q
aclarar
A
verklaren
16
Q
aconsejar
A
een advies geven
17
Q
amenazar
A
bedreigen
18
Q
apreciar
A
waarderen
19
Q
contradecir
A
tegenspreken
20
Q
comparar
A
vergelijken
21
Q
desaprobar
A
afkeuren
22
Q
dudar
A
twijfelen
23
Q
esperar
A
wachten, hopen
24
Q
finalizar
A
beëindigen
25
molestar
storen
26
negar
ontkennen
27
poder
kunnen
28
sugerir
voorstellen
29
una aclaración
een verklaring
30
un consejo
een advies
31
una amenaza
een bedreiging
32
el aprecio
de waardering
33
la contradicción
tegenstrijdigheid
34
una comparación
een vergelijking
35
la desaprobación
de afkeuring
36
la duda
de twijfel
37
le esperanza
de hoop
38
el fin
het einde
39
la molestia
hinder; ongemak
40
la negación
de ontkenning
41
el poder
de macht
42
una sugerencia
een voorstel
43
asombrar
verbazen
44
avergonzarse
zich schamen
45
combatir
strijden
46
desilusionar
teleurstellen
47
desesperar
wanhopen
48
dificultar
bemoeilijken
49
esperar
wachten, hopen
50
insultar
beledigen
51
indignar
verontvaarden?
52
mejorar
verbeteren
53
resignarse
zich berusten
54
asombrado/a
verbaasd
55
avergonzado/a
beschaamd
56
combativo/a
strijdlustig
57
desilusionado/a
teleurgesteld
58
desesperado/a
wanhopig
59
difícil
moeilijk
60
esperanzado/a
hoopvol
61
insultante
beledigend
62
indignado/a
verontwaardig
63
mejor/ el mejor
beter; de best
64
resignado/a
berustend
