Expressions 1.B Flashcards
1
Q
Ik kom uit Dublin
A
I’m from Dublin
2
Q
Ik zit op Middleton college
A
I’m a student at Middleton college
3
Q
Ik heb een baan
A
I have a job
4
Q
Ik verdien 9 euro per uur
A
I earn 9 euros an hour
5
Q
Mijn vriend werkt als verkoper.
A
My friend works as a sales assistent.
6
Q
Ze is niet erg goed in geld sparen
A
She is (not) very good at saving money