executieve functie stoornissen Flashcards
Er zijn drie syndromen te onderscheiden, welke drie?
- stoornis in de motivatie/drive
- stoornis in sociale cognitie
- stoornis in executieve functies
Stoornis in motivatie/drive, in welk hersengebied is dit en hoe uit zich dat?
in de gyrus cinguli anterior
initiatiefverlies en apathie
stoornis in de sociale cognitie: waar in de hersenen en hoe uit zich dit?
in de ventromediale/orbitofrontale cortex
gestoorde regulatie van emotioneel, sociaal en interpersoonlijk gedrag
stoornis in executieve functies, welk hersengebied en hoe ui zich dit?
in de dorsolatere prefrontale cortex
gestoorde planning en regulatie van doelgericht taakgedrag
executieve functies, geef een beknopte beschrijving
hogere hersenfuncties die de aansturing en uitvoering van gedrag controleren en reguleren
Waar zijn de EF specifiek veranwoordelijk voor?
voor de planning, initiatie, regulatie en verificatie van complex, doelgericht taakgedrag
Wanneer zijn de EF actief?
alleen in nieuwe, complexe, niet-routinematig af te handelen situaties. Kortom: wanneer er geen of weinig structuur (geen externe sturing) is
Intact zijn van de EF is bepalend voor? (2)
vermogen van patienten om te compenseren voor cognitieve en of somatische tekorten
Vermogen van patienten om zich aan te passen aan de verandere situatie door de gedragsadaptatie en herstructurering van taken en activiteiten
Bepalend dus in hoeverre stoornissen tot beperkingen leiden
Gedragsaspecten EF (er zijn veel, probeer er eens 5 te noemen)
inzicht doelen stellen planning initiatief zelf monitoring/controle zelf inhibitie flexibiliteit en probleem oplossen strategisch denken en gedrag
goede diagnostiek van belang maar….. (paradox)
patienten zijn succesvol op tests maar falen in het dagelijks leven
Variaties zijn intraindividueel. Noem een aantal verklaringen voor het verschil in testsituatie en dagelijks leven: (4)
- variabiliteit in gedrag: verschil in kunnen en doen
- contextafhankelijkheid gedrag door gebrek aan interne regulatie
- verminderd vermogen tactieken/strategieen te genereren of toe te passen
- verminderd generalisatievermogen (= verminderd leervermogen) en dus het verschil tussen kennis en toepassen.
Waardoor kan het zelfstandig leven worden belemmerd bij executieve stoornissen?
de oorzaak hiervan ligt in het verminderde vermogen tot interne regulatie van het gedrag en dus een grotere afhankelijkheid van externe structuur, hetgeen zelfstandig initiëren en structureren van gedrag verhindert.
Noem de drie modules van de behandeling van dysexecutief syndroom
- Informatie en inzicht
- Doelen Stellen en Planing
- Initiatiefname, Uitvoering en Regulatie
Geef toelichting op module 1, informatie en inzicht
Wat staat centraal?
- 4-6 sessies
- Psychoeducatie executieve problemen algemeen, specifiek en vertaald naar dagelijks leven
- Inzicht: zelf monitoring stimuleren
Bijv.: zwakke/sterke puntenlijst maken met concrete voorbeelden
evalueren, huiswerk bespreken, voorspelling van hoe de opdracht zal gaan, gebruik agenda.
Module 2: doelen stellen en planning, geef korte toelichting
Wat is het doel? Welke methode?
7-9 sessies
Doel: expliciet maken en concretiseren
APA methode: Algemene Plannings Aanpak
Concrete doelen: wat, waar, wanneer, met wie, hoe, hoe lang
Stappenplan, oefeningen (scripts)
Leg de APA methode kort uit, welke stappen zijn er? (5) Geef per stap een voorbeeld
DOEL: wat wil ik bereiken
PLAN: Hoe ga ik het bereiken (globaal plan)
welke stappen moet ik maken? (concretiseren)
Hoe lang? (tijdschatting)
Wat heb ik nodig? (materiaal)
PREDICTIE: Hoe goed zal ik het doen?
ACTIE: Handel ik volgens plan? Welke problemen kom ik en tegen en hoe los ik ze op?
Evaluatie: Hoe goed deed ik het? Wat werkte wel en niet?
Module 3, Initiatiefname, Uitvoering en regulatie. Leg kort uit
Wat is het doel?
Noem de 4 kenmerken
9-13 sessies
Doel: uitvoeren van plannen, rekening houdend met veranderingen in situaties
Initiatiefname
Uitvoering en controle
Probleem oplossen
Strategieën incorpereren
Module 3. Hoe wordt initiatiefname bewerkstelligd?
Door een koppeling aan vaste routines, externe cues
Module 3. Hoe wordt de uitvoering en controle bewerkstelligd?
Noem de 5 fases van deze methode
Volgens de Goal Management Training
fase 1: STOP! (aandacht op taak richten)
fase 2: BENOEM de HOOFD taak (doelen stellen)
fase 3: SCHRIJF OP/BEPAAL de STAPPEN (doelen opdelen in subdoelen)
fase 4: LEER de stappen. ken ik ze? ja: voer uit. nee: terug naar fase 3 (in geheugen vasthouden)
fase 5: CHECK/CONTROLEER. doe ik wat ik van plan was te doen? (controle)
Module 3. Probleem oplossen wordt gedaan volgens? (Bestaat uit 5 stappen)
De Problem Solving Training
- Probleemoriëntatie/ analyse
- Definiëren van het probleem/ hypothesevorming
- Genereren van alternatieven/evaluatie oplossingen
- Keuze maken
- Controleren van de keuze / uitvoering en invoegen als subdoel
Module 3. Strategieën worden geincorpereerd door?
Door middel van de APA (algemene planningd aanpak)
Wat is strategietraining?
Het doel van het aanleren van een strategie is dat de patiënt een top-down aanpak tot zijn beschikking krijgt die in verschillende situaties te gebruiken is en zelf in staat moet zijn om deze op de specifieke situatie toe te snijden.
ookwel: “compensatiestrategieën”
Het leren van methoden om in een verscheidenheid aan situaties om te gaan met de gevolgen van een stoornis of te voorkomen dat ten gevolge van de stoornis problemen optreden
Noem twee soorten strategietrainingen
Goal management training (GMT)
Problem Solving Training (PST)
Patiënten hebben problemen met de zelfmonitoring, daarom zorgt …..
… de therapeut voor de monitorfunctie van de patiënt waardoor het leren van de patiënt in goede banen wordt geleid