Examenvragen Afgelopen Vragen (+ Exantheemziekte Voorbeeldvragen) Flashcards
Wat is het meest voorkomende klinische syndroom geassocieerd met Human Parvovirus B19 bij kinderen?
A. Aplastische crisis
B. Erythema infectiosum
C. Neonatale sepsis
D. Congenitale infectie
Erythema infectiosum
Welke complicatie komt het meest voor bij kinderen met een enterovirusinfectie?
A. Hand-, voet- en mondziekte
B. Myocarditis
C. Meningitis
D. Eczema coxsackium
Meningitis
Wat is een pathognomonisch teken van mazelen?
A. Maculopapulaire uitslag
B. Slapped cheek rash
C. Koplik-vlekken
D. Petechiën
Koplik-vlekken
Welke behandeling is geïndiceerd voor een ernstig geval van waterpokken bij een immuungecompromitteerd kind?
A. Symptomatische behandeling met paracetamol
B. Orale valaciclovir
C. Intravenieuze aciclovir
D. Toediening van vitamine A
Intravenieuze aciclovir
Wat is de meest ernstige complicatie van Kawasaki-ziekte?
A. Hepatitis
B. Cerebellitis
C. Coronair aneurysma
D. Purpura fulminans
Coronair aneurysma
Welke herpesvirus is geassocieerd met Kaposi-sarcoom bij HIV-patiënten?
A. HHV-6
B. HHV-8
C. HSV-1
D. CMV
HHV-8
Wat is een typische presentatie van roseola infantum (HHV-6/HHV-7)?
A. Koorts en petechiale uitslag
B. Koorts gevolgd door een maculopapulaire uitslag
C. Vesikels op handen, voeten en mond
D. Koorts en conjunctivitis
Koorts gevolgd door een maculopapulaire uitslag
Welke diagnostische test is het meest specifiek voor Epstein-Barr-virusinfectie?
A. Monospot-test
B. PCR voor CMV
C. Kweek van orofaryngeale swab
D. Lymfocytentelling in bloed
Monospot-test
Wat is de aanbevolen preventieve maatregel tegen mazelen in lage-inkomenslanden?
A. Vitamine C-suppletie
B. Preventieve antivirale therapie
C. Vaccinatie en vitamine A-suppletie
D. Isolatie van geïnfecteerde kinderen
Vaccinatie en vitamine A-suppletie
Wat is de belangrijkste complicatie van neonatale enterovirussepsis?
A. Hypoglycemie
B. Pneumonie
C. Multiorgaanfalen
D. Myocarditis
Multiorgaanfalen
Welke klinische kenmerken horen bij rubella (Duitse mazelen)?
A. Conjunctivitis, Koplik-vlekken en hoest
B. Slapped cheek rash en erythema marginatum
C. Lage koorts, maculopapulaire uitslag en prominente lymfadenopathie
D. Petechiën, purpura en ernstige artritis
Lage koorts, maculopapulaire uitslag en prominente lymfadenopathie
Welke virusinfectie is vaak asymptomatisch maar kan een mononucleosis-achtig syndroom veroorzaken bij immuungezonde volwassenen?
A. Cytomegalovirus (CMV)
B. Parvovirus B19
C. Enterovirus D68
D. HHV-7
Cytomegalovirus (CMV)
Wat is een kenmerkend verschil tussen mazelen en rubella?
A. Rubella veroorzaakt conjunctivitis, terwijl mazelen dit niet doet
B. Mazelen gaat gepaard met Koplik-vlekken, terwijl rubella dit niet doet
C. Mazelen veroorzaakt artritis, terwijl rubella dit niet doet
D. Rubella heeft een langere incubatietijd dan mazelen
Mazelen gaat gepaard met Koplik-vlekken, terwijl rubella dit niet doet
Welke van de volgende infecties kan purpura fulminans veroorzaken?
A. Mazelen
B. Waterpokken
C. Mumps
D. Rubella
Waterpokken
Wat is een kenmerk van enterovirus D68-infecties?
A. Het veroorzaakt voornamelijk vesiculaire huiduitslag
B. Het leidt vaak tot aseptische meningitis
C. Het kan milde ademhalingsklachten of acute slappe myelitis veroorzaken
D. Het is de meest voorkomende oorzaak van pleuritis
Het kan milde ademhalingsklachten of acute slappe myelitis veroorzaken
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose bij een kind met hoge koorts, conjunctivitis, cervicale lymfadenopathie en ‘aardbeientong’?
A. Kawasaki-ziekte
B. Mazelen
C. Rubella
D. HHV-6-infectie
Kawasaki-ziekte
Welke behandeling wordt aanbevolen voor immunogecompromitteerde kinderen met herpes zoster?
A. Symptomatische behandeling
B. Orale aciclovir
C. Intravenieuze aciclovir
D. Valganciclovir
Intravenieuze aciclovir
Welke van de volgende kenmerken is NIET geassocieerd met Epstein-Barr-virusinfectie?
A. Petechiën op het zachte gehemelte
B. Splenomegalie
C. Slapped cheek rash
D. Prominente cervicale lymfadenopathie
Slapped cheek rash
Wat is een typische complicatie van mumps (bof) bij adolescenten?
A. Orchitis
B. Aplastische crisis
C. Artritis
D. Petechiën
Orchitis
Welke infectie veroorzaakt vaak een maculopapulaire uitslag die verschijnt zodra de koorts daalt?
A. HHV-6 (Roseola infantum)
B. Mazelen
C. Rubella
D. Enterovirus
HHV-6 (Roseola infantum)
Wat is een belangrijk kenmerk van een atypische mazeleninfectie bij immuungecompromitteerden?
A. Afwezigheid van een rash
B. Progressieve encefalitis
C. Hoge kans op myocarditis
D. Typische ‘slapped cheek’-uitslag
Afwezigheid van een rash
Wat is de belangrijkste oorzaak van virale meningitis in hoge-inkomenslanden?
A. Cytomegalovirus
B. Enterovirus
C. Epstein-Barr-virus
D. Herpes simplex virus
Enterovirus
Welke ziekte vereist het snelst intraveneuze immunoglobuline om complicaties te voorkomen?
A. Mazelen
B. Kawasaki-ziekte
C. Rubella
D. Erythema infectiosum
Kawasaki-ziekte
Welke infectie kan ‘eczema herpeticum’ veroorzaken?
A. Parvovirus B19
B. HSV-1
C. Enterovirus
D. Varicella zoster virus
HSV-1
Wat is een mogelijke oorzaak van neonatale sepsis met een petechiale uitslag?
A. Varicella zoster virus
B. Herpes simplex virus
C. Enterovirus
D. Epstein-Barr-virus
Enterovirus
- 85% van de diagnoses kunnen genomen worden door:
A. Anamnese en klinisch onderzoek
B. Anamnese en bloedonderzoek
C. Klinisch onderzoek en bloedonderzoek
D. Anamnese en urineonderzoek
a
- Vanaf wanneer meet je een kind rechtstaand?
A. 2j B. 3j C. 4j
D. 1j
A
- Enkele dagen voor de geboorte, wat klopt
A. Eigen productie van cortisol daalt
B. Catecholamines stijgen dan alleen bij stress
C. Saturatie stijgt
D. Aanmaak van eigen Catecholamines verhoogt
Antwoord:B
- Reanimatie van de zuigeling, wat is de eerste maatregel
A. Al het vruchtwater uit de mond halen
B. Luchtinflatie mond op mond geven om vocht te reabsorberen
C. Hartmassage geven om circulatie op gang te krijgen
D. Surfactant geven
Antwoord: B
- Casus over een jongen die sectio op 38 weken doordat er foetale pelvische dysproportie was. Hartritme was 160/min, adem frequentie was 80/min, hoofd omtrek was 34 cm, lengte was 51 cm, gewicht was 3.500 g. Hij zag helemaal blauw na 1 min. Daarna kleurde hij roze, maar na 1 uur zag hij terug blauw. Groeicurves gegeven (op de curve kon je afleiden dat de hoofdomtrek van 34 cm normaal was). Wat is het meest verontrustende in dit gegeven:
A. Sectio en blauw na 1 minuut
B. Sectio en hoofd omtrek van 34 cm
C. 38 weken en blauw na een uur
D. Hartfrequentie 160/ min en foetale pelvische dysproportie
Antwoord: C
- Jong meisje op de spoed met koorts. De focus kan niet gevonden worden. Wat is de kans dat dit een UTI is?
A. ⅙
B. 1/12 C. 1/24
D. 1/48
Antwoord:A
- De energie die een peuter uit zijn voeding haalt, haalt hij volgens de volgende percentages uit vetten/koolhydraten/eiwitten:
A. 35/50/15
B. 10/80/10
C. 0/60/40
D. 60/40/0
Antwoord: A
- Wat is onjuist over borstvoeding?
A. Tussen 17 en 26 weken voldoende mits bijvoeding wordt gegeven
B. Voor baby tot 3 maanden voldoende met vit K supplementen
C. Kan gegeven worden tot de leeftijd van 24 maanden met adequate bijvoeding D. Vanaf 8 maanden lepelvoeding bijgeven met borstvoeding
Antwoord: D
- Myelinisatie en organisatie, wat is fout?
A. Twee laatste fasen van de embryonale ontwikkeling
B. Kan witte stof ziekten geven
C. Nodig voor de motorische en mentale ontwikkeling na de geboorte
D. Volledig gedaan voor de geboorte.
Antwoord:D
- Kind dat rechtstaat zonder steun en speelgoed in de handen heeft. Bij normale grove en fijne motoriek in welk trimester situeert het kind zich:
A. Eerste
B. Tweede
C. Derde
D. Vierde
Antwoord:D
- A) WISC-test B) Bayley’s test
A. A is een intelligentietest en B een ontwikkelingstest B. A is een ontwikkelingstest en B een intelligentietest
C. Ze zijn beide ontwikkelingstesten
D. Ze zijn beide intelligentietesten
Antwoord: A
- Geconjugeerde hyperbillirubinemie niet bij?
A. Infectie
B. Borstvoeding
C. Galwegatresie
D. Hypothyroidie
Antwoord: B
- Borstvoeding wat is juist? A. 2-3 weken fysiologische icterus
B. Nooit boven 10 mg/dl C. Altijd gevaarlijk D. Kan worden verminderd door frequent voeden
Antwoord: A
- Verkoudheid, wat is juist?
A. Veroorzaakt door H. Influenzae
B. Hoest kan 21 dagen persisteren
C. Je kan honing geven onder 1 jaar
D. Je moet altijd een fysiologische neusspoeling doen
Antwoord: B
- Acute epiglottitis, wat mag zeker niet?
A. IV AB
B. In de keel kijken C. Systeem corticosteroïden
D. O2 toedienen.
Antwoord:B
- Kindje met apneu, broertje ook veel hoest. Was eerst enorm verkouden, maar na enkele dagen werden dit enorme hoestaanvallen. Er is ook sprake van lymfocytose. Het gezin is nog maar enkele maanden in BE. Wat is het meest waarschijnlijke probleem?
A. Pertussis
B. RSV bronchiolitis
C. RSV rhinitis
D. TBC
Antwoord:A
- Wat is de meest voorkomende oorzaak van gastro-enteritis? A. Campylobacter jejunum
B. Salmonella
C. Adenovirus
D. Rotavirus
Antwoord: D?
- Over nacrolepsie wat is er juist
A. Verhoogd REM slaap
B. Vehoogde slaperigheid overdag
C. Inslaap stoornis
D. Moeilijk te behandelen convulsies
Antwoord:B
- Bij ongelijk water en zout verlies kan er een probleem zijn in serum elektrolyten.
Wat is niet juist
A. Hyponatremie geeft convulsies en sufheid door ic vochtopname in hersenen
B. Hypernatremie moet ernstiger zijn voor dat je in shock gaat
C. Hypenatremie wordt veroorzaakt door watetverlies buiten de darm
D. Hypernatremie kan niet behandeld worden met ORS
Antwoord:D
20.Een adolescente jongen klaagt over gynaecomastie. In welk stadium van Tanner komt bij 50% van de jongens borst ontwikkeling voor?
A. 1
B. 1-2 C. 2-3
D. 3-4
Antwoord: D
- Vraag over slaap bij zuigeling van 9 maanden. Welke combinatie is juist?
- Valt nog in slaap in rem fase
- Slaap kan nog ingedeeld worden in actieve, intermediate en( het derde) fase
- Kinderen slapen meestal door
- Kinderen’ slapen ongeveer 13 tot 14 per dag
A. 1,3 en 4
B. 2,3 en 4
C. 3 en 4
D. 1 en 4
Antwoord:C
- FAS geeft geen
A. Macrosomie
B. Microcefalie
C. Is soms een miskende oorzaak van SGA
D. Typische fenotype dat bij geboorte niet altijd duidelijk is
Antwoord: A
- Meisje met linker hydro-uretronefrose, waar denk je zeker aan?
A. PUV
B. VUR
C. PUJ vernauwing
D. VUJ vernauwing
Antwoord: D
- Welke uitspraak klopt?
A. Definitieve tanden: eerst nummering in kwadranten 1-4 en dan nummering tanden 1-7
B. Definitieve tanden: eerst nummering in kwadranten 5-8 en dan nummering tanden 1-7
C. Melktanden: eerst nummering in kwadranten 1-4 en dan nummering tanden 15
D. Melktanden: eerst nummering in kwadranten 5-8 en dan nummering tanden 15
Antwoord: D
- Een kind met een klein gestalte en een verhoogde gewicht/lengte ratio, bij wat komt dit voor?
A. Groeihormoon deficiëntie
B. Constitutionele vertraagde groei en maturatie
C. Klein gestalte ouders
D. Failure to thrive
Antwoord:A
- Wat is GEEN alarmteken van dehydratatie
A. Gebombeerde fontanel
B. Vertraagde capillaire refill
C. Gewichtsafname van 10%
D. Tachypneu, tachycard
Antwoord: A
- Kindje met schuurpapier-achtige huid, frambozentong, etc. Wat heeft dit kind?
A. Parvovirus B19
B. Rubella
C. Mazelen
D. Scarlatina
Antwoord:D
- Wanneer moet men denken aan immune hemolytische icterus bij een neonaat? A. Bij een moeder met bloedgroep AB
B. Als het de eerste dag optreedt
C. Bij een rhesuspositieve moeder
D. Als het optreedt na een week en langer dan 14 dagen duurt
Antwoord: B
- Wat is niet waar ivm Cerebral Palsy
A. Niet te zien op MR
B. Kan hemiplegie, diplegie en quadriplegie geven
C. Geeft spasmen van de onderste ledematen
D. Door zuurstoftekort na de zwangerschap
Antwoord:A