examen Kerst Flashcards
taalregister
weten wanneer welke taal hanteren: AN/dialect/tussentaal
homoniem
woorden die verschillende betekenissen hebben, maar hetzelfde qua uitspraak, bv. bank-bank
semantisch
heeft te maken met de betekenis: waarom heet tafel ‘tafel’?
registerlading
hangt af van de context
vb. ‘lachen, grinniken, giechelen, schateren’
–> lachen minste registerlading
mentaal lexicon
individueel kennissysteem/ woordenboek in ons hoofd
polysemie
= vorm, verschillende verwant betekenissen
vb. steen –> grafsteen, kei, edelsteen…
hyperoniem
bovenliggend begrip
hyponiem
onderliggend begrip
aan banden leggen
inperken
in het gedrang komen
dreigen onder te gaan
over 1 kam scheren
op dezelfde manier beoordelen
de spuitgaten uitlopen
het gaat te ver
aan de kaak stellen
je maakt voor iedereen duidelijk dat je iets verkeerd/schandelijk vindt
goede sier maken
het er goed van nemen
geen zoden aan de dijk zetten/brengen
geen voordeel opleveren
de kroon spannen
laat alle anderen achter zich
op zijn beloop laten
je laat de vrije loop aan iets
geen spaander heel laten
scherp bekritiseren
bn van constitutie
constitutionele
bn student
studentikoze
bn fraude
frauduleuze
bn Elisabeth
Elisabethaanse
bn Freud
freudiaanse
bn Napel
Napolitaanse
bn inflatie
inflatoire
bn Venezuela
Venezolaanse
bn confidentie
confidentiële
bn improvisatie
improvisatorische
abominabel
afschuwelijk
baat hebben bij iets
iets wat voordelig of gunstig is
coherentie, cohesie, coherent
samenhang
consequentie, consequentheid, consequent
gevolgen
constateren, constatering
vaststellen
creëren, creatie, creatief
iets nieuws maken
decennium
periode van 10 jaar
finaliseren, finaal
voltooien
flexibiliseren, flexibiliteit, flexibel
soepeler maken/toepassen
innoveren, innovatief
vernieuwen
permanentie, permanent
blijvend
progressie, progressief
vooruitgang
restrictie, restrictief
beperkingen
toegankelijkheid, toegankelijk
bereikbaar(heid)
vice versa
omgekeerd
onomastiek/naamkunde
tak van taalkunde die zich bezighoudt met het onderzoek van eigennamen, meer specifiek met de betekenis, de herkomst en spreiding ervan
antroponymie
persoonsnaamkune: bestudeert voornamen en familienamen
toponomie
plaatsnaamkunde: bestudeert namen van bepaalde plaatsen en landstreken
epische concentratie
bepaalde gebeurtenissen worden aan een beroemd persoon toegeschreven, ook al had hij er niets mee te maken
cover-upoperatie
operatie om iets geheim te houden
drop-outcijfer
aantal mensen dat ergens in mislukt
check-intijden
registratietijden op luchthaven voor vlucht
voice-overeffect
effect van commentaarstem bij een film
play-offspeeldag
wedstrijd in eindrondevorm
bore-outsyndroom
gevoelens van lusteloosheid en depressie
kidult
kid + adult: volw die eeuwig kind wil blijven
practifashion
practical + fashion: modieuze en comfortabele mode
biopic
biography + picture: film over leven van een persoon
romcom
romance + comedy: romance op een humoristische manier verteld
glamping
glamour + camping: kamperen op camping in luxueuze tent
twitterview
interview via Twitter
cyberella
cyber + Cinderella: vrouwelijke ICT’er
slocal
slow + local: eten op een authentieke, traditionele manier
smirten
smoke + flirten: geflirt tussen stoeprokers
camcorder
camera + videorecorder: camera met video-opnamefunctie
voorbeeld dubbelspelling
product - produkt
gelijkvormigheid
één en hetzelfde woord zoveel mogelijk op gelijke manier schrijven
gelijksoortigheid/analogie
regel bij één woord ook bij ander woord gebruiken
contaminatie
je versmelt twee correcte uitdrukkingen of woorden, waardoor een verkeerd nieuw woord of uitdrukking ontstaat
pleonasme
je vermeldt expliciet (met een bn of een bijwoord) een eigenschap die al in een zn of ww besloten ligt
bv. de witte sneeuw, naar beneden vallen
tautologie
het hele begrip wordt herhaald met een ander woord(en)
slaan vervoegen
slaan - sloeg - geslagen
‘meppen’ = betekenis
slagen
slagen - slaagde - geslaagd
Het is om zich voor het hoofd te slaan.
om er geweldig spijt van te hebben
met stomheid geslagen zijn
niet weten wat te zeggen
zijn slag slaan
een kans grijpen
spijkers met koppen slaan
doortastend handelen, meteen oplossen
ergens een slaatje uit slaan
geldelijk voordeel slaan uit iets
dat slaat alles
dat is het ergste
de hand aan zichzelf slaan
eufemisme voor zelfdoding
uit zijn lood geslagen zijn
onthutst zijn, uit evenwicht zijn
additioneel
toevoeging
convergeren, convergent
naar elkaar toebewegen
conventioneel
volgens de gewoonte
descriptief
beschrijvend
divergeren, divergent
uit elkaar groeien
integraal
allesomvattend, volledig
integriteit, integer
niet corrupt, eerlijk en oprecht
lucratief
winstgevend
normaliseren, normalisatie, normen, normatief
standaardiseren, vanuit regels opgebouwd
plenum, plenair
vol, een algemene vergadering
prominent
vooraanstaande
relevantie, relevant
belangrijk
regulariseren, regulatie
in regel brengen (met de voorschriften)
significant
betekenisvol