examen juni Flashcards

1
Q

wat zijn periodieke bewegingen?

A

bewegingen die zich in de tijd herhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een periode?

A

duur van 1 cyclus (1/frequentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een frequentie?

A

aantal cycli in een bepaalde eenheid van tijd (1/periode)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een uitwijking?

A

afstand op het tijdstip tov de evenwichtsstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een harmonische trilling?

A

trilling waarbij de uitwijking harmonisch verandert in de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de vergelijking van een harmonische trilling?

A

y(t) = a . sin [b(t-c)]
- a = amplitude = grootte vd max uitwijking tov evenwichtsstand
- b beïnvloedt de periode
- c = horizontale verschuiving

y(t) = A . sin [(2.pi/periode). t + beginfase]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een faseverschil?

A

vershcil in fase tussen 2 trillingen met dezelfde periode en amplitude

  • in fase als het faseverschil = x . 2pi met X een natuurlijk getal
  • tegenfase als het faseverschil = x . 0,5pi met X een natuurlijk getal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe bereken je de snelheid van een harmonische trilling?

A

vy(t) = A . pulsatie . cos(pulsatie . t + beginfase)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe bereken je de versnelling van een harmonische trilling?

A

ay(t) = -A . pulsatie² . sin (pulsatie . t + beginfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe bereken je de kracht van een harmonische trilling?

A

Fy(t) = -k . y(t)

met k = massa . fase² (2pi/periode)²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe bereken je de periode van een massa-veer systeem?

A

periode = 2pi . (vierkantswortel) massa/k

met k = massa . fase² (2pi/periode)²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe bereken je de periode van een slinger?

A

periode = 2pi . (vierkantswortel) lengte vd slinger/massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe bereken je de kinetische energie van een HT?

A

0,5k . A² . cos²(fase . t + beginfase)

met k = massa . fase² (2pi/periode)²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe bereken je de potentiële elastische energie van een HT?

A

0,5 . k . A² . sin²(fase . t + beginfase)

met k = massa . fase² (2pi/periode)²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe bereken je de totale energie van een HT?

A

0,5k . A²

met k = massa . fase² (2pi/periode)²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de eigenschappen van 2 verschillende HT met gelijke beginfase, pulsatie en een verschillende amplitude?

A

totale amplitude = A1 + A2
versterken elkaar
beginfase = beginfase van de HT
periode = periode van de HT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is een pulsatie?

A

2pi / periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat zijn de eigenschappen van 2 verschillende HT met gelijke pulsatie en andere beginfase?

A

versterken elkaar als ze in fase zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn lopende golven?

A

voortplantingen van harmonische trillingen in een middenstof
- energieoverdracht
- geen massatransport

20
Q

wat zijn transversale golven?

A

voortplantingsrichting is loodrecht op de trilrichting

21
Q

wat zijn longitudinale golven?

A

voortplantingsrichting = trilrichting

22
Q

wat zijn mechanische golven?

A

in een medium

23
Q

wat zijn elektromagnetische golven

A

geen medium nodig

24
Q

wat is een golflengte?

A

de afstand die de golf in 1 periode aflegt

25
Q

wat is golfsnelheid?

A

constante snelheid waarmee een golf zich voortplant

= golflengte / periode

26
Q

wat is de algemene golfvergelijking?

A

y(x,t) = amplitude . sinus [(2pi/T) . t - (2pi/golflengte) . x]

27
Q

wat is een golffront?

A

verzameling van deeltjes die op hetzelfde moment beginnen te trillen (in fase)

28
Q

wat is het beginsel van Huygens

A

elk punt van een golffront kan beschouw worden als een trillingsbrong
- interferentie
- diffractie
- breking
- terugkaatsing

29
Q

wat is interferentie?

A

wanneer verschillende HT met gelijke frequentie elkaar overlappen

stationaire trillingstoestand: grootste amplitude = buiken, niet trillen = knopenw

30
Q

wat is diffractie?

A

gradaties v licht in schaduwen

31
Q

wat is terugkaatsing?

A

invalshoek = terugkaatsingshoek

32
Q

wat is breking?

A

sinus van de invalshoek/ sinus brekingshoek = snelheid van de eerste straal/snelheid vd tweede straal = brekingsindex stof 2/brekingsindex stof 1

brekingsindex = concentratie/snelheid

33
Q

wat is een staande golf?

A

patroon met buiken en knopen dat ontstaat wanneer er een teruggekaatste en invallende golf interfereren nadat een 1D golf terugkaatst.

deze staande golf heeft eigenfrequenties

  • vast uiteinde = staande golf met een knoop aan het vaste uiteinde
  • vrij uiteinde = staande golf met een buik aan het vrije uiteinde
  • afstand tussen 2 opeenvolgende knopen = golflengte/2
34
Q

wat zijn tonen?

A

geluiden met een periodiek signaal

35
Q

wat is de toonsterkte?

A

hoe luid een geluid is: beïnvloedt de amplitude ve geluidsgolf

36
Q

wat is de toonhoogte?

A

hoe hoog een geluid is: beïnvloedt de fequentie van een geluidsgolf

37
Q

wat is een toonklank?

A

timbre: eenzelfde toon klinkt anders afhankelijk van het medium dat de toon speelt
- toon is samengesteld uit verschillende enkelvoudige tonen met elke en bepaalde toonhoogte en toonsterkte
- verschillende combinaties bepalen de klank van een toon,

38
Q

hoe bereken je de frequentie van de staande golven in een eendimensionaal systeem met 2 vaste of vrije uiteinden?

A

frequentie = n . frequentie
n = 1, 2, 3 …
frequentie = golfsnelheid / 2 . lengte vh systeem

39
Q

hoe bereken je de frequentie van de staande golven in een eendimensionaal systeem met 1 vast en 1 vrij uiteinde?

A

frequentie = (2 . n - 1) . frequentie

n = 1, 2, 3 …
frequentie = golfsnelheid / 4 . lengte vh systeem

40
Q

wat is het doppler effect?

A

het veranderen van de waargenomen frequentie als de bron en de waarnemer bewegen tov elkaar

41
Q

doppler-effect: bron stil, waarnemer verplaatst

A

naderen: frequentie = (snelheid vh geluid + snelheid vd waarnemer/snelheid vh geluid) . frequentie vh geluid

verwijderen: frequentie = (snelheid vh geluid - snelheid vd waarnemer/snelheid vh geluid) . frequentie vh geluid

42
Q

doppler-effect: bron verplaatst, waarnemer stil

A

naderen: frequentie = snelheid vh geluid/(snelheid vh geluid - snelheid vd bron) . frequentie vh geluid

verwijderen: frequentie = snelheid vh geluid/(snelheid vh geluid + snelheid vd bron) . frequentie vh geluid

43
Q

hoe bereken je de intensiteit ve geluidsgolf?

A

intensiteit = vermogen / oppervlakte

geluidsniveau in bel: LB = 1B . log intensiteit/10^-12 W/m²

geluidsniveau in decibel: LdB = 10B . log intensiteit/ 10^-12 W/m²

44
Q

wat zijn elektromagnetische golven?

A

transversale golven

45
Q

beschrijf het elektromagnetisch spectrum van lage tot hoge frequentie

A

radiogolven
microgolven
infrarood
zichtbaar licht
ultraviolet
röntgen
gamma