ch. 2: golven Flashcards
wat is een lopende golf?
voorplanting van een HT in een middenstof. (energieoverdracht, geen massatransport)
transversale golf
voortplantingsrichting en trilrichting staan loodrecht op elkaar.
longitudinale golf
voortplantingsrichting = trilrichting.
mechanische golf
verplaatsing in een medium.
elektromagnetische golf
geen medium nodig om te verplaatsen.
1D golf
plant zich in 1 richting voort
2D golf
plant zich in 2 richtingen voort
3D golf
plant zich in alle richtingen voort
uitwijking ve punt
= afwijking tov de evenwichtsstand
golflengte
afstand die de storing aflegt in 1 periode.
golfsnelheid
constante snelheid waarmee een golf zich voortplant (golflengte/periode) (golflengte . frequentie)
golfvergelijking voor een 1D golf
y(x,t) = A . sin (2π/periode .t- 2π/(golflengte ) .x)
golffront
verzameling vd deeltjes die gelijk beginnen te trillen (allemaal in fase)
golfstraal
loodlijn op een golffront, zelfde richting als golfsnelheid
beginsel van Huygens
elk punt ve golffront kan worden beschouwd als een trillingsbron waaruit golven ontstaan. Planten zich in alle richtingen voort met dezelfde snelheid als de golven vd oorspronkelijke bron.
interferentie
verschillende harmonische golven met dezelfde freq die met elkaar overlappen. -> stationaire trillingstoestand.
buiken
deeltjes die trillen met een maximale amplitude
knopen
deeltjes die niet trillen
diffractie
buiging: schaduwen zijn niet scherp afgelijnd (lichtgolven)
staande golf
stationair patroon met buiken en knopen dat ontstaat wanneer een 1D golf terugkaatst en de invallende en terugkaatsende golf interfereren.
- Frequenties = eigenfrequenties: hoe hoger, hoe meer buiken en knopen.
- Afstand tussen 2 knopen = golflengte / 2