Ethische politiek Flashcards

1
Q

Wanneer begint de ethische politiek

A

Eind 19de eeuw/begin 20ste eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk antirevolutionair principe was een voorbode van de ethische politiek?

A

De voogdij-gedachte. Indië was een kind dat zedelijk moest worden opgevoed zodat het in de toekomst zelfstandiger kon worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De opkomst van welke politieke stroming zorgde voor het begin van de ethische politiek

A

De liberale periode in Nederland eindigde met de samenwerking van christenen in het Nederlandse parlement. Zij gingen uit van concepten van zedelijkheid en verheffing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat beoogt advocaat Van Deventer in 1899 met zijn concept van de ‘ereschuld.

A

Een morele verplichting om gelden terug te storten en die te gebruiken om Indië onderwijs en economie te stimuleren. Het moest worden bestuurd in plaats van overheerst worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke obstakel was er om de ethische politiek serieus vorm te geven en hoe werd deze verholpen

A

Er waren te weinig financiële middelen om te investeren. De staatsschuld van indië werd 1904 kwijtgescholden en hiermee kon de ethische politiek beginnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De ethische politiek speelt een rol op 8 gebieden

A
  1. associatie
  2. educatie
  3. emancipatie
  4. migratie
  5. krediet
  6. arbeid
  7. landbouw
  8. gezondheidszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat bedoelen we met de associatiegedachte

A

Nederlands-Indië moet een zelfstandige positie krijgen binnen het koninkrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was de kern van de ethische politiek

A

Educatie. Het slagen van de ethische politiek stond of viel met het scholen van de inheemse bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Om niet alleen de Javaanse elite te onderwijzen kwam er ook een nieuw soort onderwijs. Welke en wat hield en het in?

A

Desaonderwijs. Primitief schoolonderwijs in lezen, schrijven en rekenen. In 1940 had 40% van de leerlingen les. Vooral ambachtsonderwijs (voor werk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op het gebied van onderwijs ontstond er een kloof in Ned. Indië. Leg dit uit

A

Scholen werden geschieden op bevolkingsgroep. Middelbare en hogere opleidingen waren voor weinig inheemse bevolking weggelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De associatiepolitiek kwam in het gedrang door de investeringen in het onderwijs. Hoe kon dit gebeuren?

A

Door onderwijs ontstond er een moderne, inheemse elite. Nederlanders wilden echter niet de macht delen, door het Islamitische geloof zou dit echter ook niet konden. Ethische principes betekenden uiteindelijk niets.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke ontwikkelingen op het gebied van landbouw vallen onder de kop ‘ethische politiek’.

A

Er kwam een departement voor landbouw en veel voorlichting. Irrigatie systemen zorgde voor een grote toename in rijstproductie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In 1913 werd het unificatiebeginsel ingesteld om de emancipatie van de Indische arbeider te verhogen. Hoe kon dit uiteindelijk voor minder salaris zorgen?

A

Hetzelfde werk zou hetzelfde uitbetalen. Dit zorgde echter niet voor verbetering voor de Javanen, want vanaf 1925 gold dat als een onderneming voor meer dan 60% uit Indiers bestond dat er dan ook naar Indische maatstaven uitbetaald zou worden. Emancipatie zorgde dus juist voor minder salaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In het kader van de ethische politiek werden er kredietverstrekkingen gedaan. Wat waren de gevolgen

A

Er werden wel kleine kredieten geleend aan de Javanen. Maar dit werd consumptief gebruikt, de Indiër had structurele schulden die hij niet kon betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

In het kader van ethische politiek werd er ook iets gedaan aan de arbeidsomstandigheden. Wat was het doel en werd dit behaald

A

Doel was het terugdringen van hoogte ziekte en sterftecijfers. Medische voorzieningen werden uitgebreid, mishandelingen van koelies werden aangepakt door arbeidsinspectie. Toch bleven omstandigheden slecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In het kader van ethische politiek werd er ook iets gedaan aan de gezondheidszorg. Wat was het doel en werd dit behaald

A

Het doel was om tropische ziektes buiten te houden. De bevolking kreeg men niet goed mee: lokale bevolking had meer vertrouwen in wonderdokters. Vaccinatie tegen pokken en mijnwormziekte wel succesvol. Uiteindelijk ook te weinig artsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Het gouvernement deed zijn best om de de productie en verkoop van opium te monopoliseren in het kader van gezondheidszorg. Welke gedachte zat hier achter

A

De overheid was nu opiumproducten en drugsdealer. Dit leverde inkomsten op en bevolking kon beter worden geholpen door de overheid dan door smokkelaars en criminelen

18
Q

Armoede op Java werd ook bestreden door migratie. Wat was het effect hiervan

A

Het was geen oplossing voor het arbeidsprobleem. Aantallen waren te klein en dorpshoofden stuurden lastposten naar Sumatra.

19
Q

Welke ontwikkelingen zorgden voor het einde van de ethische politiek?

A

De ethische politiek wilde een eind maken aan het koloniale stelsel, maar werd echter meer conservatief. Voorwaarden zelfstandigheid werden steeds uitgebreider. De opdracht tot verzelfstandiging werd een excuus om de onafhankelijkheid niet toe te staan. Er was te weinig budget en dus geloof in de ethische politiek

20
Q

Wat is de erfenis van de ethische politiek na de langzame beëindiging in de jaren 30.

A

Ontstaan van westers opgeleide elite. Hierdoor was er sprake van een politieke bewustwording van de indonesiërs.

21
Q

Op welke manieren werd de apartheid in de koloniale samenleving duidelijk?

A

Rechtspraak was er in drie bevolkingsgroepen (EU, indo’s en vreemde oosterlingen). Apartheid was in de wet vastgelegd met aparte wetboeken

22
Q

Idenburg had een dubbelzinnige houding tegenover de opkomende nationalistische bewegingen

A

Aan de ene kant vond hij de ontwaking van de inheemse bevolking een teken van vooruitgang. Aan de andere kant mocht de nationalistische ontwaking de Nederlandse soevereiniteit niet in gevaar brengen.

23
Q

Noem de belangrijkste politieke bewegingen in Ned.indië

A

Boedi Otomo: eliteclub Javanen, eerste beweging
Sarekat Islam: religieuze beweging, meer inspraak
IP: Indische partij, onafhankelijk indonesie
PKI: communisten partij. Klein maar sfeermakend
PI: partij van Hatta, onafhankelijkheid. nieuwe natie
PNI: Soekarno, nationalistische partij

24
Q

Hoe zag het gouvernement het onstaan van het nationalisme in Ned. Indie?

A

Een succes van de ethische politiek (met name onderwijs). Er was begrip voor meer zelfbestuur en invloed van inheemse bevolking

25
Q

In eerste instantie waren de nationalistische bewegingen in de kolonie niet tegen het Nederlandse bestuur. Wat wilden zij wel?

A

De associatiegedachte meer uitbreiden. Inspraak in bestuur inplaats van bestuurd worden

26
Q

Op welke manier gaf het gouvernement gehoor aan de wens op meer inspraak van de nationalisten in de kolonie

A

Het oprichten van de volksraad, op aandringen van Boedi en SI

27
Q

De Indische Partij werd door Ipenburg als gevaarlijk gezien en kreeg niet dezelfde juridische erkenning als de Sarekat Islam of Boedi Otomo. Waarom?

A

Zij riepen op tot een losmaking van Nederland, dit omdat de partij een staatkundig doel nastreefde en de openbare orde bedreigde door grootschalige bijeenkomsten

28
Q

Hoe ontstond de PKI (communistische partij indonesië)?

A

SI had een grote achterban, maar geen duidelijk doel. De Indische partij was socialistisch, maar volgens vele te gematigd.

29
Q

Wat was de reactie van NL op de opkomst van de PKI

A

Streng. De PKI werd na kleine opstanden ontmanteld. Vele werden gevangen gezet tot aan de tweede oorlog

30
Q

Wat deed de PKI in haar korte bestaan

A

Organiseren stakingen, sabotage, kleine partij met een invloed op de stemming. Ze kregen ook steun van de SI omdat ze niet anti-godsdienstig waren

31
Q

Wat waren de doelen van de PI (perhumpunan Indonesia), de partij van Hatta

A

Centrale doelstelling was dat een onafhankelijk indonesië bereikt moest worden door massale acties op basis van zelfredzaamheid (self-help)

32
Q

Hoe zag de PI van Hatta de koloniale verhoudingen

A

Er was een onoverbrugbare kloof tussen de eigen groep en de Nederlanders. Alleen op eigen kracht, via non-cooperatie, kon onafhankelijkheid bereikt worden. Samenwerking was niet meer mogelijk

33
Q

Wanneer begon het repressie-beleid van het Ned. gouvernement in Java

A

Toen de SI en de PKI werden ontmanteld. Uit angst voor nieuwe bewegingen onstond dit beleid

34
Q

Wat wilde de Partai National Indonesia vanaf 1927

A

Onafhankelijkheid, non-cooperatie en massa-actie. Doel was zo snel mogelijk een onafhankelijk indonesië

35
Q

Hoe kwam het koloniale tijdperk definitief aan haar einde?

A

Door de Japanse bezetting tussen 1942-1945

36
Q

Wat was de belangrijkste reden van Japan om indonesië te bezetten

A

De strategische grondstoffen. vooral olie en in mindere mate rijst.

37
Q

Hoe werden de vooroorlogse nationalistische leiders door Japan behandeld

A

Zij werden naar Java teruggehaald om leidende functies te gaan vervullen voor de Japanners

38
Q

Wat kenmerkt de Japanse bezetting

A

gezichtverlies voor Nederland (toch niet superieur als blanken), het uitwissen van Nederlandse sporen. Hatta en Soekarno kregen functies en Indonesiers kregen bestuur over bedrijfsleven

39
Q

Hoe zagen de Japanners de nationalisten in Ned. Indié

A

Als vertegenwoordigers van het volk

40
Q

Waarom werkte Soekarno samen met de Japanners?

A

In zijn gedachten: Japan eerste de oorlog winnen daarna onafhankelijkheid voor Indonesië. In ruil voor vage beloften hielp Soekarno bij het werven van dwangarbeiders+ het verspreiden van anti-westerse propaganda: radiotoespraken, schalden via luidsprekers over straten