Ethische politiek Flashcards
Wanneer begint de ethische politiek
Eind 19de eeuw/begin 20ste eeuw
Welk antirevolutionair principe was een voorbode van de ethische politiek?
De voogdij-gedachte. Indië was een kind dat zedelijk moest worden opgevoed zodat het in de toekomst zelfstandiger kon worden.
De opkomst van welke politieke stroming zorgde voor het begin van de ethische politiek
De liberale periode in Nederland eindigde met de samenwerking van christenen in het Nederlandse parlement. Zij gingen uit van concepten van zedelijkheid en verheffing
Wat beoogt advocaat Van Deventer in 1899 met zijn concept van de ‘ereschuld.
Een morele verplichting om gelden terug te storten en die te gebruiken om Indië onderwijs en economie te stimuleren. Het moest worden bestuurd in plaats van overheerst worden.
Welke obstakel was er om de ethische politiek serieus vorm te geven en hoe werd deze verholpen
Er waren te weinig financiële middelen om te investeren. De staatsschuld van indië werd 1904 kwijtgescholden en hiermee kon de ethische politiek beginnen
De ethische politiek speelt een rol op 8 gebieden
- associatie
- educatie
- emancipatie
- migratie
- krediet
- arbeid
- landbouw
- gezondheidszorg
Wat bedoelen we met de associatiegedachte
Nederlands-Indië moet een zelfstandige positie krijgen binnen het koninkrijk.
Wat was de kern van de ethische politiek
Educatie. Het slagen van de ethische politiek stond of viel met het scholen van de inheemse bevolking.
Om niet alleen de Javaanse elite te onderwijzen kwam er ook een nieuw soort onderwijs. Welke en wat hield en het in?
Desaonderwijs. Primitief schoolonderwijs in lezen, schrijven en rekenen. In 1940 had 40% van de leerlingen les. Vooral ambachtsonderwijs (voor werk)
Op het gebied van onderwijs ontstond er een kloof in Ned. Indië. Leg dit uit
Scholen werden geschieden op bevolkingsgroep. Middelbare en hogere opleidingen waren voor weinig inheemse bevolking weggelegd.
De associatiepolitiek kwam in het gedrang door de investeringen in het onderwijs. Hoe kon dit gebeuren?
Door onderwijs ontstond er een moderne, inheemse elite. Nederlanders wilden echter niet de macht delen, door het Islamitische geloof zou dit echter ook niet konden. Ethische principes betekenden uiteindelijk niets.
Welke ontwikkelingen op het gebied van landbouw vallen onder de kop ‘ethische politiek’.
Er kwam een departement voor landbouw en veel voorlichting. Irrigatie systemen zorgde voor een grote toename in rijstproductie.
In 1913 werd het unificatiebeginsel ingesteld om de emancipatie van de Indische arbeider te verhogen. Hoe kon dit uiteindelijk voor minder salaris zorgen?
Hetzelfde werk zou hetzelfde uitbetalen. Dit zorgde echter niet voor verbetering voor de Javanen, want vanaf 1925 gold dat als een onderneming voor meer dan 60% uit Indiers bestond dat er dan ook naar Indische maatstaven uitbetaald zou worden. Emancipatie zorgde dus juist voor minder salaris
In het kader van de ethische politiek werden er kredietverstrekkingen gedaan. Wat waren de gevolgen
Er werden wel kleine kredieten geleend aan de Javanen. Maar dit werd consumptief gebruikt, de Indiër had structurele schulden die hij niet kon betalen
In het kader van ethische politiek werd er ook iets gedaan aan de arbeidsomstandigheden. Wat was het doel en werd dit behaald
Doel was het terugdringen van hoogte ziekte en sterftecijfers. Medische voorzieningen werden uitgebreid, mishandelingen van koelies werden aangepakt door arbeidsinspectie. Toch bleven omstandigheden slecht
In het kader van ethische politiek werd er ook iets gedaan aan de gezondheidszorg. Wat was het doel en werd dit behaald
Het doel was om tropische ziektes buiten te houden. De bevolking kreeg men niet goed mee: lokale bevolking had meer vertrouwen in wonderdokters. Vaccinatie tegen pokken en mijnwormziekte wel succesvol. Uiteindelijk ook te weinig artsen