engels lesson 1 en 2 hoofdstuk 2 Flashcards
1
Q
abundance of
A
overvloed aan
2
Q
align
A
uitlijnen
3
Q
bountiful
A
overvloedig
4
Q
breakdown
A
analyse
5
Q
chomp
A
schrokken
6
Q
circulate
A
verspreiden
7
Q
clock face
A
wijzerplaat
8
Q
current affairs
A
actuele, lopende zaken
9
Q
detail
A
specificeren
10
Q
draft up
A
ontwerpen, opstellen
11
Q
evidently
A
blijkbaar, duidelijk
12
Q
firm
A
bedrijf, kantoor
13
Q
fortnight
A
twee weken
14
Q
iconic
A
beeldbepalend
15
Q
leavers
A
een Brit die uit de EU wil(de)
16
Q
ongoing
A
voortdurende
17
Q
particularly
A
in het bijzonder
18
Q
remainer
A
een Brit die bij de EU wil(de) blijven
19
Q
tin
A
blikje
20
Q
uppercase
A
hoofdletters