eiwitsynthese Flashcards

1
Q

hoe komt een fenotype tot stand?

A
  • code in DNA
  • code afgelezen en vertaald naar AZ-volgorde
  • eiwitten worden gemaakt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uit wat bestaan eiwitten?

A

aaneenschakeling van AZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voorbeelden eiwitten

A
  • keratine
  • collageen
  • antilichamen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

normale situatie: CTRF-eiwit

A
  • CFTR-gen draagt de code voor het CFTR-eiwit.
  • CFTR-eiwit bouwt zoutkanalen in celmembraan (transport zout en H2O mogelijk maken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat maakt de bouw van zoutkanalen in celmembraan mogelijk?

A

²transport van zout en H2O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mutatie op CFTR-gen

A
  • Cellen maken gemuteerd CFTR-eiwit aan
  • Transporteiwit voor chloor ontbreekt in celmembraan
  • Defect chloorkanaal
  • Beide ouders recessief allel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gevolg defect chloorkanaal

A
  • verstoring transport van zout en water
  • te weinig water in slijmlaag die cellen bedekt
  • taai slijm
  • blokkeert kanalen in de longen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gevolg van beide ouders die een recessief allel hebben

A

mucoviscidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 delen eiwitsynthese

A
  • transcriptie
  • RNA-bewerking
  • translatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar vindt transcriptie plaats?

A

in de celkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gebeurt er tijdens transcriptie?

A
  • H-bruggen DNA geknipt
  • RNA-polymerisatie schuift over DNA-enkelstreng
  • kopie van DNA-enkelstreng
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe noemt men de kopie van de DNA-enkelstreng gevormd tijdens transcriptie?

A

pre-m-RNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

deel 2 transcripite

A
  • Pre-m-RNA wordt losgeknipt
  • DNA-streng sluit terug
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

besluit transcriptie

A
  • overdracht informatie in kern van DNA naar RNA-moleculen
  • slechts 1 DNA-streng telt als origineel
  • einde pre-m-RNA vrij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar vindt RNA-bewerking plaats?

A

in de celkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat gebeurt er tijdens RNA-bewerking?

A
  • introns wegsnijden uit pre-m-RNA mbv een enzym
  • exons hechten aaneen
16
Q

eindproduct RNA-bewerking

A
  • RNA-molecule
  • m-RNA verlaat de kern naar cytoplasma
17
Q

besluit RNA-bewerking

A
  • splicing: exons aan elkaar gehecht
  • van primair m-RNA naar m-RNA
18
Q

wat is m-RNA?

A

volgorde organische basen -> ACUG

19
Q

codon

A

groepje drie nucleotiden (RNA) dat de code draagt voor 1 AZ

20
Q

kunnen er meerdere codons bestaan per AZ?

21
Q

waar neemt de translatie plaats?

A

in het cytoplasma aan de ribosomen

22
Q

wat doet tRNA bij translatie?

A

het gepaste AZ op basis van de codon naar het mRNA op de ribosomen brengen

23
Q

wat gebeurt er tussen een codon en anticodon bij translatie?

A

worden aan elkaar gekoppeld -> AZ laat los van tRNA en wordt aan het volgende AZ gebonden

24
wat gebeurt er bij translatie?
eiwitten worden gesynthetiseerd in het cytoplasma
25
wat pikt tRNA op bij translatie?
het pikt het juiste AZ op uit het cytoplasma
26
wat transporteert tRNA bij translatie?
transporteert AZ naar mRNA
27
wat hebben tRNA bij translatie?
hebben anticodons die complementair zijn met mRNA codons
28
wat herkent tRNA bij translatie?
herkent de juiste codons op mRNA
29
functie ribosomen bij translatie
grote en kleine eenheden komen samen om mRNA en tRNA aan zich te binden
30
wat is er betrokken bij translatie?
- mRNA - tRNA - Ribosomen - aminozuren
31
voor wat is elk gen verantwoordelijk?
productie van één enkel eiwit
32
alternatieve splicing
l