economie verdienen en uitgeven Flashcards
1
Q
Aanbodkant van de economie
A
27
2
Q
Anticyclisch begrotingsbeleid
A
43
3
Q
Arbeidsmarktindicatoren
A
42
4
Q
Arbeidsproductiviteit
A
28
5
Q
Automatische stabilisator
A
43
6
Q
Automatiseren
A
28
7
Q
Bbp per inwoner
A
g
8
Q
Bruto binnenlands product (bbp)
A
6
9
Q
Centrale bank
A
45
10
Q
Conjunctuur
A
40
11
Q
Conjunctuurindicatoren
A
42
12
Q
Conjunctuurschommelingen
A
42
13
Q
Consumentenvertrouwen
A
42
14
Q
Depressie
A
4 0
15
Q
Economische groei
A
g
16
Q
Economische indicatoren
A
42
17
Q
Economische kringloop
A
17
18
Q
Externe effecten
A
10
19
Q
Formele economie
A
1 0
20
Q
Geldkringloop
A
17
21
Q
Groen bbp
A
11
22
Q
Hoogconjunctuur
A
40
23
Q
Human Development Index
A
11
24
Q
Informele economie
A
1 0
25
Innovaties
31
26
Investeren
18
27
Kapitaal
30
28
Kapitaalgoederen
18
29
Kapitaalintensiever
28
30
Koopkracht
g
31
Krimp van de economie
40
32
Kwaliteit van de beroepsbevolking
28
33
Laagconjunctuur
39
34
Macroniveau
35
s Mechaniseren
28
36
Menselijk kapitaal
28
37
Microniveau
5
38
Monetair beleid
45
39
Nationaal inkomen
6
40
Nominaal inkomen
g
41
Nominale bbp
8
42
Onderbesteding
39
43
Ondernemerschap
32
44
Overbesteding
40
45
Overdrachtsinkomen
6
46
Overheidsbestedingen
2 0
47
Overheidsconsumptie
2 0
48
Overheidsinvesteringen
2 0
49
Primaire inkomen
6
50
Productiefactoren
28
51
Productiewaarde
52
s Recessie
4 0
53
Reële bbp
8
54
Reële inkomen
g
55
Reële kringloop
17
56
Reële productie
28
57
Structurele kal'lt van de economie
27
58
Tijdvoorkeur
34
59
Toegerekend loon zelfstandigen
6
60
Toegevoegde waarde
4
61
Vaste kapitaalgoederen
30
62
Vertrouwensindicatoren
42
63
Volume van de productie
28
64
Welvaart
g
65
World Happiness Index
11
66
Zwartwerk
1 0
