economie Europa Flashcards
arbeidsmigratie
De (tijdelijke) vestiging van een persoon in een andere regio om daar als werknemer een inkomen te verwerven
open economie
Een open economie is een land dat veel handelt met andere landen.
internationale arbeidsverdeling
De verdeling van het maken van producten over verschillende landen, noem je internationale arbeidsverdeling. Internationale arbeidsverdeling maakt handel tussen landen nodig en maakt het mogelijk dat een land zich gaat toeleggen op het maken van die producten die het best bij dat land passen.
arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit (apt) is de gemiddelde productie per werknemer in een bepaalde periode (bijvoorbeeld in een jaar).
loonkosten per product
De loonkosten per product zijn een belangrijke maatstaf voor de internationale concurrentiepositie van een land.
innovatie
Innovatie is het ontwikkelen van nieuwe goederen of diensten.
internationale concurrentiepositie
De internationale concurrentiepositie (ICP) geeft aan in hoeverre goederen en diensten geproduceerd in een land op de wereldmarkt kunnen concurreren met goederen en diensten uit andere landen.
inflatie
Inflatie is een algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten.
vrijhandel
Vrijhandel is internationale handel zonder handelsbelemmeringen. Als er geen sprake is van protectionistische maatregelen kunnen landen gemakkelijk onderling producten met elkaar verhandelen. Hierdoor kunnen landen zich gaan specialiseren in bepaalde producten.
protectionisme
Deze vorm van economisch beleid schermt de eigen markt af voor buitenlandse concurrenten. Veel gebruikte protectionistische maatregelen zijn invoertarieven, importquota en subsidies. Hiermee worden buitenlandse concurrenten tegengewerkt, om de eigen industrie te bevoordelen.
invoerrechten / importheffing
dit zijn belastingen die u moet betalen als u goederen of grondstoffen importeert (invoert) uit derde landen.
exportsubsidie
Exportsubsidies zijn door de overheid beschikbaar gestelde betalingen om de uitvoer van goederen te bevorderen. Voorbeelden hiervan zijn financiële tegemoetkomingen om de concurrentiekracht op de buitenlandse markt te vergroten.
importquota
In geval van een importquotum mag een bepaalde maximale hoeveelheid van een product worden geïmporteerd. Dit wordt gebruikt om te voorkomen dat de markt niet door buitenlandse producten wordt overspoeld en eigen industrie te bevorderen
importvoorschriften
kwaliteitseisen aan producten die geïmporteerd worden.
infant industry-argument
Een infant industry is een nieuwe, opkomende industrie die zich nog moet ontwikkelen en dus nog niet in staat is om te concurreren met gevestigde ondernemingen (uit het buitenland)
dumping
Er is sprake van dumping als bedrijven uit het ene land producten tegen kunstmatig lage prijzen in het andere land verkopen (‘dumpen’).
multinationals
We spreken van een multinational als een onderneming concurreert op een aantal buitenlandse markten. Een ‘global player’ concurreert op alle toonaangevende internationale markten.
Gevonden op
lopende rekening van de betalingsbalans
De lopende rekening is een deelrekening van de betalingsbalans en bestaat uit de goederen- en dienstenrekening en de inkomensrekening in een bepaalde periode.
strategische sectoren
Een strategische sector is een sector die heel belangrijk is voor de gehele economie van een land. Denk bijvoorbeeld aan telecom en energie.
collectieve dwang
Collectieve dwang betekent dat een groep dwang uitoefent om mensen zich aan de regels te laten houden.
Voorbeelden van collectieve dwang zijn:
Een contract afsluiten
Belastingheffing, iedereen betaalt mee aan collectieve goederen, meeliftgedrag wordt voorkomen.
gevangenendilemma
Het gevangenendilemma (prisoner’s dilemma) is in de speltheorie een bijzondere variant van het spel, waarbij het nastreven van het eigen belang door de spelers leidt tot een evenwicht dat ongunstiger is dan het evenwicht dat ontstaat als het collectieve belang wordt nagestreefd.
dominante strategie
Een dominante strategie is een strategie die voor een individuele speler altijd het beste is, onafhankelijk van wat anderen kiezen.
zelfbinding
Er is sprake van zelfbinding als een speler zich bindt aan een bepaalde keuze door iets te zeggen of te doen om daarmee het gedrag van de andere speler te beïnvloeden.
Ongeloofwaardige zelfbinding: een vrijblijvende afspraak
Geloofwaardige zelfbinding: keuzes beperken door een negatieve consequentie te verbinden aan de dominante strategie of door het opbouwen van een reputatie (dreigen en nakomen)
herhaald spel
Een herhaald spel is een spel dat meerdere keren wordt gespeeld en is een voorbeeld van een dynamisch spel.
In het klassieke gevangenendilemma heeft het maken van afspraken geen zin. Toch worden er in de praktijk wel ‘bindende’ afspraken gemaakt. Hoe kan dat? Omdat het spel meerdere keren wordt gespeeld. Samenwerken – en dus een gevangenendilemma vermijden – loont. Bindende afspraken kunnen echter niet worden gemaakt, kartelvorming is verboden.