Economie H2 Flashcards
gevraagde hoeveelheid
aantal stuks dat de consumenten bij een bepaalde prijs willen kopen
inkomen
hoeveelheid geld die iemand in een bepaalde periode krijgt
koopkracht
hoeveelheid goederen en diensten die van het inkomen gekocht kunnen worden
vraaglijn
lijn die bij iedere prijs aangeeft hoeveel stuks consumenten bij die prijs willen kopen
aanbodlijn
lijn die bij iedere prijs aangeeft hoeveel stuks producenten bij die prijs willen verkopen
aangeboden hoeveelheid
aantal stuks dat de aanbieders bij een bepaalde prijs willen verkopen
afzet
aantal stuks dat worden verkocht
kostprijs
prijs per product
omzet (totale opbrengst)
afzet x prijs per product
totale kosten
variabele kosten + vaste kosten
totale winst
totale opbrengst - totale kosten
variabele kosten
kosten die afhangen van het aantal geproduceerde goederen en diensten
vaste kosten
kosten die onafhankelijk zijn van het aantal geproduceerde goederen en diensten
aanbodoverschot
de aangeboden hoeveelheid is groter dan de gevraagde hoeveelheid
evenwichtshoeveelheid
de hoeveelheid waarbij de gevraagde hoeveelheid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid
evenwichtsprijs
de prijs waarbij de gevraagde hoeveelheid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid
marktevenwicht
de gevraagde hoeveelheid is gelijk aan de aangeboden hoeveelheid
marktmechanisme
de werking van vraag en aanbod zorgt voor een evenwichtsprijs
vraagoverschot
de gevraagde hoeveelheid is groter dan de aangeboden hoeveelheid
concurrentie
bedrijven strijden met elkaar om de gunst van de klant
heterogeen product
product dat volgens de consumenten afwijkt van andere goederen op de markt
homogeen product
een product dat in de ogen van de consument gelijk is aan andere goederen op de markt
kartel
aanbieders spreken af de onderlinge concurrentie te beperken
monopolie
marktvorm met één aanbieder die de markt beheerst