Biologie Thema 1 Flashcards
glucose
stof die veel energie bevat, met behulp van deze energie worden allerlei andere stoffen gemaakt
stofwisseling
het omzetten van stoffen in andere stoffen
mitochondriën
celorganel dat glucose afbreekt
verbranding
afbraak van glucose in cellen
brandstof
stof die voor verbranding nodig is, bijvoorbeeld glucose
warmbloedig
dieren waarbij de lichaamstemperatuur altijd contstant is
koudbloedig
dieren met een wisselende lichaamstemperatuur
winterslaap
slaap die veel koudbloedige dieren houden tijdens de winter om hun verbranding laag te houden
isolatie
vetlaag voor het warmhouden van hun lichaam
trek
in de herfst trekken veel vogels naar warmere gebieden en ook sommige zoogdieren
bronchiën
deel van het ademhalingsstelsel waarin de luchtpijp zich vertakt
middenrif
stevig gespierd vlees dat de romp verdeelt in borstholte en buikholte en gebruikt wordt bij ademhaling
neusslijmvlies
slijmvlies in de neus dat uit slijmproducerende cellen bestaat
trilharen
organellen die slijm van de neus naar de keelholte verplaatsen
strotklepje
klepje dat de luchtpijp afsluit als je voedsel inslikt
huig
klepje dat de neusholte afsluit als je voedsel inslikt
longblaasje
trosjes met kleine bloedvaatjes aan het uiteinde van de luchtpijptakjes
longhaarvaten
netwerk van kleine bloedvaatjes rondom de longblaasjes
gaswisseling
opname en afgifte van zuurstof en koolstofdioxide via de longblaasjes
ademhalingsspieren
spieren die nodig zijn om adem te halen
borstademhaling
ademhaling waarbij de ribben en het borstbeen bewegen
buikademhaling
ademhaling waarbij het middenrif en de buikwand bewegen
smog
luchtvervuiling die vooral bestaat uit fijnstof
ventilatie
vervangen van oude lucht met verse lucht
hooikoorts
allergie voor stuifmeelkorrels (pollen)
tracheeën
sterk vertakte buisjes in het lichaam van een insect
stigma’s
openingen waardoor de lucht de tracheeën in stroomt
kieuwen
organen waarmee vissen zuurstof opnemen vanuit het water
kieuwholten
plaats achter de kop waar de kieuwen liggen
kieuwdeksels
platen die de kieuwholten bedekken
kieuwboog
deel van de kieuw waar kieuwplaatjes aan vast zitten
kieuwplaatjes
deel van de kieuw waar kieuwlamellen aan vastzitten
kieuwlamellen
deel van de kieuw met daarin een netwerk aan bloedvaten waar zuurstof word opgenomen
tegenstroomprincipe
stoffen bewegen in tegenovergestelde richting waardoor de uitwisseling van stoffen beter gaat
luchtzakken
zakken aan de voor- en achterkant van de longen van vogels waarmee ze ademhalen