Biologie Thema 1 Flashcards

1
Q

glucose

A

stof die veel energie bevat, met behulp van deze energie worden allerlei andere stoffen gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

stofwisseling

A

het omzetten van stoffen in andere stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mitochondriën

A

celorganel dat glucose afbreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verbranding

A

afbraak van glucose in cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

brandstof

A

stof die voor verbranding nodig is, bijvoorbeeld glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

warmbloedig

A

dieren waarbij de lichaamstemperatuur altijd contstant is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

koudbloedig

A

dieren met een wisselende lichaamstemperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

winterslaap

A

slaap die veel koudbloedige dieren houden tijdens de winter om hun verbranding laag te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

isolatie

A

vetlaag voor het warmhouden van hun lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

trek

A

in de herfst trekken veel vogels naar warmere gebieden en ook sommige zoogdieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bronchiën

A

deel van het ademhalingsstelsel waarin de luchtpijp zich vertakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

middenrif

A

stevig gespierd vlees dat de romp verdeelt in borstholte en buikholte en gebruikt wordt bij ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

neusslijmvlies

A

slijmvlies in de neus dat uit slijmproducerende cellen bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

trilharen

A

organellen die slijm van de neus naar de keelholte verplaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

strotklepje

A

klepje dat de luchtpijp afsluit als je voedsel inslikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

huig

A

klepje dat de neusholte afsluit als je voedsel inslikt

17
Q

longblaasje

A

trosjes met kleine bloedvaatjes aan het uiteinde van de luchtpijptakjes

18
Q

longhaarvaten

A

netwerk van kleine bloedvaatjes rondom de longblaasjes

19
Q

gaswisseling

A

opname en afgifte van zuurstof en koolstofdioxide via de longblaasjes

20
Q

ademhalingsspieren

A

spieren die nodig zijn om adem te halen

21
Q

borstademhaling

A

ademhaling waarbij de ribben en het borstbeen bewegen

22
Q

buikademhaling

A

ademhaling waarbij het middenrif en de buikwand bewegen

23
Q

smog

A

luchtvervuiling die vooral bestaat uit fijnstof

24
Q

ventilatie

A

vervangen van oude lucht met verse lucht

25
hooikoorts
allergie voor stuifmeelkorrels (pollen)
26
tracheeën
sterk vertakte buisjes in het lichaam van een insect
27
stigma's
openingen waardoor de lucht de tracheeën in stroomt
28
kieuwen
organen waarmee vissen zuurstof opnemen vanuit het water
29
kieuwholten
plaats achter de kop waar de kieuwen liggen
30
kieuwdeksels
platen die de kieuwholten bedekken
31
kieuwboog
deel van de kieuw waar kieuwplaatjes aan vast zitten
32
kieuwplaatjes
deel van de kieuw waar kieuwlamellen aan vastzitten
33
kieuwlamellen
deel van de kieuw met daarin een netwerk aan bloedvaten waar zuurstof word opgenomen
34
tegenstroomprincipe
stoffen bewegen in tegenovergestelde richting waardoor de uitwisseling van stoffen beter gaat
35
luchtzakken
zakken aan de voor- en achterkant van de longen van vogels waarmee ze ademhalen