Economie H1 Flashcards
1
Q
hoe berekenen je het bbp en het nbp?
A
TO- ingekochte goederen en diensten, bbp- afschrijvingen
2
Q
drie manieren waarop het bbp berekend kan worden?
A
- productie
- inkomen
- bestedingen
3
Q
wat is hetzelfde als het nbp?
A
nbi
4
Q
hoe bereken je het nbp?
A
dat is Y
5
Q
productie factoren
A
- kapitaal
- arbeid
- natuur
- ondernemerschap
6
Q
primair inkomen
A
- interest
- loon
- pacht
- winst
7
Q
arbeidinkomensquote;
A
arbeidsinkomen/nbi x 100