Economie #2 Flashcards
productie in de informele sector
onbetaalde of niet geregistreerde productie
productie in ruime zin
alle productie in ons land dus zowel in de formele als in de informele
productiefactoren
alles wat je nodig hebt om te produceren (natuur=pacht/ arbeid=loon/ kapitaal=rente/ ondernemerschap=winst)
arbeidsintensief bedrijf
als er bij de productie naar verhouding meer gebruik wordt gemaakt van arbeid dan van kapitaalgoederen. (onderwijs en verzorging)
kapitaalintensief
als er bij de productie naar verhouding meer gebruik wordt gemaakt van kapitaalgoederen dan van arbeid. (autofabriek)
investeren
het kopen van (duurzame) kapitaalgoederen door bedrijven en de overheid
afschrijving
waardevermindering van een (duurzaam) kapitaalgoed
vervolg afschrijving
formule: (toekomstige aanschafprijs - restwaarde) : levensduur
Bedrijfskolom
alle bedrijven die na elkaar aan het product meewerken
bvb: melkveehouder/ transportbedrijf/ zuivelfabriek/ transportbedrijf/ detaillist (AH
toegevoegde waarde
elk bedrijf in de bedrijfskolom maakt het product steeds meer geschikt voor gebruik door de consument. Hierdoor neemt de waarde van het product steeds meer toe.
toeleveringsbedrijven
een scooterfabriek maakt vaak gebruik van kant en klare onderdelen, geleverd door andere.
abstracte markt
het geheel van alle vraag naar en het aanbod van producten. bvb de oliemarkt, de aandelenmarkt en de huizenmarkt. de vragers en aanbieders ontmoeten elkaar indirect.
concrete markt
een plaats waar op afgesproken tijden goederen worden verhandeld (weekmarkt, supermarkt, andere winkels)
concurrenten
alle bedrijven die goederen en diensten aanbieden die in dezelfde behoeften van consumenten voorzien.
evenwichtshoeveelheid
de hoeveelheid producten die gevraagd en aangeboden wordt bij de eventwichtsprijs
evenwichtsprijs
is de prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.
de verkoopprijs
de prijs die de winkelier voor het product wilt ontvangen
de consumentprijs
de prijs die door de klant in de winkel moet worden betaald.
marktaandeel
is de afzet van een bedrijf als percentage van de totale afzet. bvb: verkochte producten AH is 200.000 st. Totaal verkochten producten is 800.000 st.
Dan is het marktaandeel van AH:
((200.000 : 800.000) x 100 = 25%)
omzet (verkoopopbrengst)
afzet x verkoopprijs
inkoopwaarde
afzet x inkoopprijs
brutowinst
omzet - inkoopwaarde
nettoresultaat
omzet - inkoopwaarde
brutowinst - bedrijfskosten
= nettoresultaat
brutowinstmarge
het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs.
verkoopprijs - inkoopprijs = brutowinstmarge
btw
belasting over de toegevoegde waarde. Een ander woord voor btw is omzetbelasting
consumentenprijs
de verkoopprijs inclusief de btw. Dat is de prijs die je als klant uiteindelijk in de winkel betaalt.
productiecapaciteit
de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken. De productiecapaciteit wordt bepaald door:
- het aantal mensen werkzaam
- het aantal uren dat ze werken
- de machines (kapitaalgoederen) die worden gebruikt.
arbeidsproductiviteit
de productie per werknemer in een bepaald tijd. > als een werknemer in dezelfde tijd meer gaat produceren, dalen de loonkosten per product, De verkoopprijs daalt waardoor de afzet stijgt. (kan komen:
- technologische ontwikkelingen
- arbeidsverdeling of specialisatie
- scholing
- prestatieloon
maatschappelijke opbrengsten
meer productie door bedrijven levert meer banen op (toename werkgelegenheid). Met het inkomend at dat met de extra banen wordt verdiend, kunnen mensen meer goederen en diensten kopen. Daardoor stijgt de welvaart in ons land.
welvaart
is de mate waarin jij je behoefte kunt voorzien met de beperkte middelen ter beschikking.
bedrijfskosten
meer productie betekent niet alleen maar voordelen voor onze samenleving. Als bedrijven meer aan produceren, kan dat milieuschade veroorzaken. Voor een deel van die kosten geldt: ‘de vervuiler betaalt’. In dat geval komen de kosten voor rekening van het bedrijf en zijn het dus bedrijfskosten.
maatschappelijke kosten
als de kosten voor het oplossen van de milieuschade voor rekening van de samenleving komen, zijn het maatschappelijke kosten.
milieuschade
door productie ontstaat schade aan het milieu in de vorm van stankoverlast of bodem- en luchtverontreiniging.