economie Flashcards
bad bank
bank die alle problematische en verlieslatende schuldvorderingen, obligaties en aandelen v/n een bank overneemt om die bank te vrijwaren v/n een bankroet en zo het klantenvertrouwen te herstellen
Bolkestein - richtlijn
oorstel v/n het vroegere Nederlandse lid v/n de Europees parlement en aangenomen door het Europees parlement
bonuscultuur
veel bekritiseerde bedrijfscultuur waarbij vooral managers en bestuurders bonussen krijgen uitbetaald meestal na het behalen v/n bepaalde resultaten
Brits-landen
letterwoord voor de nieuwe economische groeipolen waarvan de regering steeds meer druk uitoefenen om leidende functies op te nemen in internationale organisaties
casinokapitalisme
pejoratieve term voor speculatie door zeer snelle aan -en verkopen op de beurs voornamelijk met grote bedragen aan fondsen met een hoog risico vergelijkbaar met het snelle gewin of verlies in een casino
deregulering
overheidsinitiatieven om hinderlijke of ingewikkelde regelgeving te vereenvoudigen waardoor volgens voorstanders een aanlokkelijk in investeringsklimaat wordt gecreëerd
derivaten
afgeleide financiële producten waarvan de waarde afhangt v/n prijsvariatie v/n een onderliggende waarde zoals aandelen, obligaties, grondstoffen en valuta
dotcom-rage/ dotcom-hype
naar de internetbedrijfjes met adres dat eindige ‘’.com’’
eurocrisis
financieel economische crisis ontstaan toen beleggers begonnen te twijfelen of sommige eurolanden de opbrengsten v/n staatsobligaties wel zouden kunnen terugbetalen
Euroscripticisme
politieke stellingname waarbij men de Europese integratie principieel afwijst of de nationale soevereiniteit voortdurend benadrukt
Flitskapitaal
kapitaal dat als het ware in sneltempo rond de wereld flitst ten gevolge v/n de wereldwijde en zeer snelle aan – en verkoop v/n omvangrijke financiële fondsen op beurzen met de loutere bedoeling winst te maken
fort Europa
gebruikte metafoor waarbij Europa wordt vergeleken met een fort waarvan de toegang zeer streng bewaakt wordt en waarin niet EU-burgers niet welkom zijn
Globalisering
hedendaagse wereldwijde evolutie v/n integratie op economisch en cultureel valk, mogelijk gemaakt door nieuwe technologieën in de vervoers- en communicatiesector
Glokalisering
proces waarbij de effecten v/n de globalisering een lokale cultureel aangepaste invulling krijgen in verschillende culturen
graaicultuur
neologisme voor praktijken v/n vooral managers die verweten worden af en toe een flinke ‘graai’ te doen in het kapitaal v/n een onderneming al dan niet ten koste v/n de aandeelhouders en of werknemers