dyspneu Flashcards

1
Q

myocard infarct

A

RF: roken, familiar, hypertensie, hypercholesterolaemie, diabetes, leeftijd, man
A: retrosternale drukkende pijn, langer dan 15 min, angst, transpireren, vegetatieve verschijnselen, acute dyspneu
LO: onrust, angst, ritmestoornis, decompensatie
D: ecg, hartenzymen, hartcathetherisatie
BH: bb, nitraten, salicylaat, lmwh, statine, zo nodig tromolyse of PTCA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

acute lv dysfunctie

A

E: systolische dysfunctie; coronair vaatlijden. diastolisch; hypertensie, cardiomyopathie.
A: orthopneu, roze sputum, acute dyspneu
LO: souffle, crepitaties, verleng experium, S3/S4
D: X, ecg, echo/doppler/hartcatheterisatie
bH: O2, nitraten, diuretica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

longembolie

A

E: tromboemoblie, maligniteit, immobilisatie, erfelijk
A: riscogroep, evt pleuritis, evt dik been, pijn op borst(vast aan ademhaling), acute dyspneu, hoesten (met bloed), tachycardie, tachypneu, zweten, duizelig
LO: gb, soms pleurawrijven
D: spiraal ct, vqscan, X, ddimeer
Bh: heparine, orale antistolling, O2, fibrinolytica bij circulatoire problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

corpus alienum

A

kind zwak begaafd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

acuut astma

A

e: 15-20% genetisch, soms induced
A: voorafgaand al minder goed, allergeenexpositie, virale infectie, acuut dyspneu
LO: verlengd expiratie, ronchi
D: spirometrie, PEF, bloedgas
Bh: bronchusverwijders, steroiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Allergische alverolitis

A

E: organische deeltjes
A: koorts en dyspneu na expostitie
LO: crepitaties en squeaks
D: X/CT. percip a.l., allergeen expostitie
bh: expostitie stoppen, eventueel steroiden, evt O2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

pneumonie

A

E: 50% geen verwekker, pneumococ frequenst.
A: dyspneu met koorts en hoest en soms pijn
LO: bronchiaal ag, crepitaties lokaal, soms wrijven
D: X, kweek
bh: ab, O2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

pneumothorax

A

E: primair of secundair aan longaandoening
A; eenzijdige sensatie, acute dyspneu
LO: unilateraal hypersonore percussie en verzwakt ademgeruis
D: X
bh: drainage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hyperventilatie

A

E: emotionele stoornissen
A; tintelingen, stijf gevoel mond, hartkloppingen
LO: hyperventileert, evt flauwte, geen afw. verder. jonger
D: bloedgas
bh: onstpannen, geruststelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

angina pectoris

A

E: rf voor hart en vaatziekte
A: recidiverende dyspneu, retrosternale drukkende pijn bij inspanning die verdwijnt in rust of na inname van nitraat
LO: tekenen van atherosclerose: souffles of perifere vaten
D: lab; Hb, chol,. NF, ECG, fietsproef, isotopenscan, hartcatheterisatie
Bh: medicamenteus; bb, nitraat, CaAn, statine, salicylaat. PTCA, CABG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ritmestoornis

A

E: organisch hartlijden zoals mi, hemodynamische overbelasting, idiopathisch
A: hartfrequentie: snel, langzaam, onregelmatig, bonken, recidiverend dyspneu
LO: ritmestoornissen verschilt.
D: ECG, holter, EFO
bh: afh van ritme stoornis, ablatie, medicamenteus, pacemaker, icd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

recidiverend longembolie

A

E: infrequent, familiaire thrombofilie
A: aanvalsgewijs, eerst vaak pijn, later dyspneu d’effort
LO: vaak weinig afw. soms wrijven, of tekenen van rechtsbelasting
D: VQ scan, spiraal CT
bh: anticoagulatie levenslang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

astma bronchiale

A

E: 15-20% vd populatie krijgt astma
A: episode met piepen en hoest, hyperreactiviteit, allergie, recidiverende dyspneu
LO: ronchi
D: spirometrie met reversibiliteti, histamineprovocatie, piekflowdagbeok
bh: bronchusverwijderaars, inhalatie steroiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Chronische aspiratie

A

E: neurologische problematiek, alcoholisme, tracheooesofageale fistel
A: hoest, koorts, recidiverend dyspneu
LO: wisselend gelokaliseerde afwijkingen (infiltraat of obstructie kenmerken)
D: X trhorax, slikactie
bh: causaal indien mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

chronische decompensatio cordis

A

E: coronair vaatlijden, hypertensie, klepvitium, cardiomyopathie, congenitaal
A: othopneu, oedemen, chronische dyspneu, hoesten
LO: basale crepitaties, CVD>, oedeem, vergrote lever
D: echo, ecg, x
bh: ace remmer, diuretica, bb, aldactone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

anatomische shunt

A

E: intracardiaal, pulmonale vaatanomalie, open ductus botallie, hepatopulmonaal
A: dyspneu d’effort, chronisch
LO: clubbing, cyanose
D: bloedgas, angio, CT met contrast, MRI, echo
bh: O2, embolisatie/operatie

17
Q

pulmonale hypertensie

A

E: secundair bij chronsiche long aandoening, longembolie, chronische stuwing, primair
A: dyspneu d’effort, neiging tot rechtsdecompensatie
LO: rechtsdecompensatieverschijselen (hepatomegalie, ascites, oedeem benen, CVD>, pleuravocht)
D; echo/doppler, rechtscatheterisatie

18
Q

centrale luchtwegstenose

A

E: maligne, longca, benigne/verlittekenignen na intrumentatie
A: dyspneu d’effort
LO: stridor
D: xtrachea/ ct . scopie
bh: lokale therapie ➛ rdtx, laser, stent

19
Q

COPD/persisterende astma

A

E: roken, allergie, genetica
A: dypsneu met piepen, hyperreactiviteit, hoest/sputum
LO: ronchi, verlengd experium
D: longfunctie, PEF dagboek
bh: prikkels vermijden, roken sotp, inhalatiemedicatie

20
Q

Interstitiele longaandoening

A

E: zeer divers
A: dyspneu d’effort, geleidelijk toenemend, vaak ook met hoest
LO: crepitaties, evt squeakes
D: X/CT, longfunctie, biopt
bh: prednison, O2

21
Q

obstructief slaapapneu syndroom (OSAS)

A

E: frequentie neemt toe door adipositas
A; te zwaar, snurken, slaperig overdag
LO: bmi hoog
D: slaaptest
Bh: afvallen, positieve monndruk(masker)

22
Q

pleuravocht

A

E: decompensatieo cordis, autoimmuun, infectie, maligniteit, atelectase, chylus
A: dyspneu d’effort
LO: demping met opgeheven ademgeruis, erboven smalle zone brochiaal ademgeruis en crepiteren
D: X en punctie
bh: afh van oorzaak

23
Q

Thorax verstarring

A

E; kyfosescoliose, bechterew, reuma, tbc
A; bewegingsbeperking
LO: beperkte beweeglijkheid
D: longfunctie, X
bh: O2, evt BIPAP

24
Q

extrathoracaal

A

E: anemie, ejndocrien, neuromusculair