Duurzame ontwikkeling van recreatieve natuur Flashcards

(40 cards)

1
Q

5 duurzaamheidsmaatregelen

A
  • SDG’s
  • 5P’s
  • MVO
  • CSR
  • internationaal label: Green Key
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

5P’s

A

people, planet, prosperity, peace, partnership

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

MVO

A

maatschappelijk verantwoord ondernemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

CSR

A

corporate social responsibility

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom moet infrastructuur duurzaam zijn?

A

infrastructuur heeft een impact op de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

is de infrastructuur nu duurzaam?

A

niet allemaal aangezien oude infrastructuur niet gebouwd werd met de knowhow van vandaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

over welke infrastructuur gaat het die duurzaam moet zijn?

A

gebouwen, parken, weginfrastructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke criteria moeten gevolgd worden bij infrastructuur duurzaam maken?

A

duurzaam bouwen, CO2 neutraal onderhouden en beheren en toekomstgerichte functionaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke modellen hanteert men bij infrastructuur duurzaam maken?

A
  • MVO
  • CSR
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Belangrijke punten SDG’s

A
  • efficiënt gebruik van middelen
  • stedelijke ontwikkeling
  • klimaatverandering
  • sociale rechtvaardigheid
  • biodiversiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

efficiënt gebruik van middelen: wat betekent duurzaam ruimtegebruik?

A

natuurlijke hulpbronnen zoals grond en water efficiënter benutten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Efficiënt gebruik van middelen: bij wat helpt hulpbronnen efficiënter benutten?

A

beschermen van ecosystemen en het verminderen van verspilling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stedelijke ontwikkeling: door wat kan de levenskwaliteit verbetert worden?

A

door slimme stadsplanningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

stedelijke ontwikkeling: wat houdt een slimmere stadsplanning in?

A

groene ruimtes, bevorderen van openbaar vervoer en stimuleren van mix van woningen en voorzieningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

klimaatverandering: bij wat helpt duurzaam ruimtegebruik op vlak van klimaat?

A

impact op klimaat verminderen door aanleg van groene daken en energie-efficiënte gebouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sociale rechtvaardigheid

A

zorgt ervoor dat iedereen toegang heeft tot goede huisvesting en voorzieningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

biodiversiteit

A

door ruimte te maken voor natuur en biodiversiteit kunnen de ecosystemen beschermd worden

18
Q

draagkracht

A

maximale hoeveelheid mensen die gelijktijdig op een plek aanwezig is zonder negatieve invloeden te veroorzaken op alle waarden van de gemeenschap en omgeving

19
Q

draagvlak

A

steun voor een idee, concept, plan bij stakeholders, de betrokkenen

20
Q

6 soorten draagkracht

A
  • fysieke draagkracht
  • ecologische draagkracht
  • economische draagkracht
  • sociale draagkracht
  • infrastructurele draagkracht
  • perceptuele draagkracht
21
Q

op welk vlak zijn CSR en MVO hetzelfde?

A
  • verantwoordelijkheid nemen voor invloed op maatschappij, het milieu en stakeholders
  • streven naar balans tussen winst en bijdragen aan duurzaamheid
  • hanteren 3 P’s
22
Q

verschil tussen CSR en MVO

A

MVO = regionale of lokale school
CSR = globale context

23
Q

Green Key

A

internationaal ecolabel voor toerisme & vrijetijdsbesteding

24
Q

3 soorten vergunningen in projectontwikkeling

A
  • milieueffectenrapport (MER)
  • omgevingsvergunning
  • VLAREM
25
MER
document dat verwachte milieueffecten van project in kaart brengt
26
bij wat helpt MER?
bij besluitvormers om de ecologische, sociale en economische impact van een project te begrijpen
27
doel milieueffectenrapport
negatieve effecten op milieu minimaliseren en duurzame keuzes maken
28
voorbeeld milieueffectenrapport
ontwikkeling van toeristisch-recreatief park met faciliteiten zoals speelvelden, wandelpaden, restaurant en camping
29
waarom MER?
het kan aanzienlijke effecten hebben op omgeving zoals de natuur, waterkwaliteit en lokale biodiversiteit
30
omgevingsvergunning
officiële toestemming van overheid die nodig is voor activiteiten die invloed hebben op fysieke leefomgeving zoals bouwen, verbouwen of wijzigen van gebruik
31
doel omgevingsvergunning
de belangen van de samenleving, het milieu en ruimtelijke ordening in balans te houden
31
voorbeeld omgevingsvergunning
plan voor ontwikkeling toeristisch-recreatief park moet je vergunning hebben voor speelvelden, wandelpaden restaurant en camping
32
waarvoor staat VLAREM?
Vlaams Regelement betreffende de Milieuvergunning
33
VLAREM
verzameling van regelgeving in Vlaanderen die de regels en voorwaarden bepaalt voor het verlenen van milieuvergunningen aan bedrijven en organisaties
34
35
doel VLAREM
milieuhinder en -vervuiling te beperken door duidelijke normen en voorwaarden op te leggen
36
VAREM I
algemene procedurereels voor aanvragen, verlenen en wijzigen van milieuvergunningen
37
VLAREM II
technische en operationele milieunormen waaraan bedrijven moeten voldoen
38
VLAREM III
bevat regels voor activiteiten met kleiner milieueffect die alleen meldingsplichtig zijn en geen vergunning vereisen
39