Duurzame mobiliteit Flashcards

1
Q

4 soorten transportmodi die ingezet worden in het kader van toerisme en vrije tijd

A
  • duurzame mobiliteit
  • recreatieve verplaatsing
  • toeristisch transport
  • luchtvaart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 voorbeelden recreatieve verplaatsing

A
  • fietsvakanties
  • wandelvakanties
  • paard en ezel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 voorbeelden toeristisch transport

A
  • nationaal en internationaal treinvervoer
  • ferry
  • autoverhuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

functionele verplaatsingen

A

verplaatsing van punt A naar punt B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voorbeeld functionele verplaatsing

A

van woonplaats naar werk of winkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

recreatieve verplaatsingen

A

verplaatsing waarbij beweging een beleving is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voorbeeld recreatieve verplaatsingen

A
  • ruiterroute
  • wandelroute
  • cruise
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

omschrijving duurzame mobiliteit

A

voldoende mobiliteit om volwaardig deel te nemen aan het maatschappelijk leven zonder dat het anderen nadelig zal beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tot wat kan te veel mobiliteit leiden?

A

klimaatopwarming, geluidsoverlast, file, verkeersonveiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar zijn concrete plannen naar een duurzame toeristische industrie in geschreven?

A

de Glasgow Declaration (2021)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

doelen Glasgow declaration

A
  • ambities stakeholders in toerisme verhogen om actie te ondernemen
  • uitstoot tegen 2030 halveren
  • NET Zero emissieverlaging voor 2050 realiseren
  • temperatuurstijging <1,5°C tegen 2100
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom besloot men de Glasgow Declaration op te richten?

A
  • CO2 door toerisme 2005-2016 met 60% gegroeid
  • CO2 door vervoer in 2016 5% van volledige uitstoot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zou er kunnen gebeuren moest men geen actie nemen tegen de CO2 uitstoot binnen toerisme?

A

uitstoot in sector zou tegen 2030 met 25% stijgen tov 2016

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

5 delen klimaatactie in toerisme

A
  • meten
  • decarboniseren
  • regenereren
  • samenwerken
  • financieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verschillende uitdagingen mbt mobiliteit binnen toerisme

A
  • seasonality
  • spreiden toerisme binnen bestemming
  • verschillende eigenschappen plaatsen en verschillende types toeristen
  • tijdens hoogseizoen kan aanwezigheid toeristen het inwonersaantal verdubbelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mobiliteit voor inwoners

A
  • gebruikt op verschillende tijdstippen tijdens de dag
  • meer gebruik van duurzame manieren van transport (wandelen en fietsen)
  • hebben meer informatie over transportsysteem
17
Q

mobiliteit voor toeristen

A
  • verkeer piekt tijdens hoogseizoen
  • bepaalde behoeften zoals accommodatie en restaurants
  • verbindingen over grenzen heen
  • toeristen gebruiken vaker privéwagens
18
Q

gevolg toeristen die druk zetten op mobiliteit door verschillende behoeften

A

nood aan duurzame mobiliteit op toeristische bestemmingen

19
Q

wat zijn uitdagingen die mobiliteit beïnvloeden in steden met veel toeristen?

A
  • veel straten ontwikkeld vóór motorvoertuigen
  • noodzaak monumenten beschermen
  • vervoer gericht op toerisme ipv woon-werkverkeer
20
Q

planning op toeristische bestemmingen

A
  • bereikbaarheid met duurzame transportmogelijkheden
  • positieve aspecten toerisme gemaximaliseerd
  • impact toeristenstromen geminimaliseerd
  • piekseizoen in balans brengen
  • steden leefbaar houden voor lokale inwoners
21
Q

hoe moet men de plannen in praktijk brengen?

A
  • goede samenwerking tussen betrokken partijen
  • reiziger keuze tussen milieuvriendelijke vervoersmiddelen
  • goede verbindingen met lokaal en regionaal vervoer
22
Q

door wie is de donut-economie ontworpen?

A

door oxford-econoom Kate Raworth

23
Q

doel donuteconomie

A

behoeftes van iedereen realiseren binnen de draagkracht van de aarde

24
Q

wanneer is een economie welvarend?

A

als alle 12 elementen van het sociale fundament worden gehaald zonder het ecologisch plafond te overschrijven

25