Dutch - Lvl 2 - Places Flashcards
1
Q
de stad / staden
A
city
2
Q
het restuarant / restaurants
A
restaurant
3
Q
Het Strand / Stranden
A
beach
4
Q
het gebouw / gebouwen
A
building
5
Q
het hotel / hotels
A
hotel
6
Q
het adres / adressen
A
Address
7
Q
het dorp / dorpen
A
village
8
Q
de route / routes
A
route
9
Q
de straat / straten
A
street
10
Q
om
A
around
for
at
11
Q
de plek / plekken
A
place
12
Q
het kantoor / kantoren
A
office
13
Q
het station / stations
A
station
14
Q
de plaats / plaatsen
A
places / towns
15
Q
de locatie / locaties
A
location
site
place