duits modale hulpwerkwoorden hoofdstuk 2 Flashcards
1
Q
dürfen
A
mogen
2
Q
können
A
kunnen
3
Q
mögen
A
houden van
4
Q
müssen
A
moeten
5
Q
wollen
A
willen
6
Q
wissen
A
weten
dürfen
mogen
können
kunnen
mögen
houden van
müssen
moeten
wollen
willen
wissen
weten