Dossier la publicité Flashcards

1
Q

bestaan

A

exister

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voorstellen

A

proposer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In het kader van

A

dans le cadre de

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Reclame maken

A

faire de la pub

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Communiceren met als doel het doelpubliek te bereiken

A

communiquer avec l’intention d’atteindre le public cible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het consumentengedrag beïnvloeden

A

influencer le comportement du consommateur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een klant, een gebruiker, een consument

A

un client, un utilisateur, un consommateur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de aandacht trekken

A

attirer l’attention

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de economie te stimuleren door consumptie aan te moedigen

A

stimuler l’économie en incitant à la consommation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

overheidsreclame(s)

A

la publicité gouvernementale

les publicités gouvernementales

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

commerciële reclame(s)

A

la publicité commerciale

les publicités commerciales

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het merk

de merken

A

la marque

les marques

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

adverteren

A

créer des publicités

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zonder enige twijfel

A

sans aucun doute

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tabak- of alcoholpreventiespots

A

les spots de prévention contre le tabac ou l’alcool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zichtbaar worden

A

avoir de la visibilité

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

de media- en informatiesector

A

le secteur des médias et de l’information

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

grootschalig of kleinschalig

A

à grande ou petite échelle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

aanzetten tot overconsumptie

A

pousser à la surconsommation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

nadelige gevolgen hebben voor de samenleving

A

avoir un impact négatif sur la société

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

gemakkelijk beïnvloedbaar zijn

A

être facilement influençable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q
billboard(s)
logo('s)
jingle(s)
flyer(s)
banner(s)
A
le (les) panneau(x) d’affichage(s)
logo(s)
jingle(s)
prospectus
bannière(s) publicitaire(s)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

zijn doelpubliek overtuigen

A

convaincre sa cible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Zijn publiek behouden

A

conserver son audience

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Potentiële klanten aantrekken
attirer des nouveaux prospect
26
vier grote doelstellingen onderscheiden
distinguer quatre grands objectifs
27
verloren klant(en) terugwinnen
reconquérir un client perdu | reconquérir des clients perdus
28
reclame is een marketinginstrument
la pub est un outil marketing
29
Het product positioneren
positionner son produit
30
een promotiemiddel
un outil de promotion
31
de markt analyseren
analyser le marché
32
De pakkende slogan
Le slogan accrocheur
33
De consument aanmoedigen om te testen
Inciter le consommateur à tester
34
Prikkel voor een snelle aankoop
Incitation à un achat rapide
35
De rode achtergrond
Le fond rouge
36
De achtergrond
L’arrière plan
37
Afbeelding van tic tac
Image représentant tic tac
38
De smaak is beschikbaar
Le goût est disponible
39
De herhaling van het merk
Le rappel de la marque
40
Een populaire verpakking met make-over
Un emballage populaire relooké
41
Een acroniem (letterwoord)
Un sigle
42
de hoofdgedachte illustreren
Illustrer l’idée principale
43
Uitgevonden door x2
Inventé par | Conçu par
44
Dient om x2
- Permet de | - Sert à
45
Voorzien van x2
- équipé de | - Pourvu de
46
Zich verbinden met x2
- Se relier à | - Se connecter à
47
Oplaadbaar x2
- Qu’on peut recharger | - Rechargeable
48
dient om te lezen
sert à lire
49
vergemakkelijkt het lezen
facilite la lecture
50
is aanbevolen om…
est recommandé pour
51
van een unieke kwaliteit
est d'une qualité unique
52
uiterst stevig
est d'une solidité excellente
53
een kwaliteitsproduct
un produit de qualité
54
wat aan uw verwachtingen voldoet
qui correspond à vos attentes
55
van een hoogwaardige kwaliteit
haut de gamme
56
voorstellen
proposer
57
metaal
métal
58
stof (effen, bedrukt)
tissu (uni, imprimé)
59
glas
verre
60
leder
cuir
61
hout
bois
62
bestaat uit meerdere (onder)delen
se compose de plusieurs parties
63
voorzien van/ uitgerust met x2
est pourvu de roulettes | est équipe d’un écran
64
beschikt over
dispose d’un écran
65
verschillende kleuren
différentes couleurs
66
verschillende versies
différentes versions
67
het product Is vervaardigd uit/bestaat uit
Ce produit est fabriqué en
68
het product bestaat uit/in
Ce produit est disponible en
69
het product is
Ce produit est
70
rond
rond
71
vierkant
carré
72
rechthoekig
rectangulaire
73
plat
plat (fém. plate)
74
hol
creux
75
puntig
pointu
76
gebogen
courbé
77
ovaal
ovale
78
heeft een lengte van
a une longueur de
79
heeft een breedte van/is
a une largeur de
80
heeft een hoogte van / is
a une hauteur de
81
heeft een diepte van/is
a une profondeur de
82
heeft een dikte van/is
a une épaisseur de
83
de oppervlakte
La superficie
84
De afmetingen
Les dimensions
85
aantrekkelijk
séduisant/attrayant
86
compact
Compact
87
ingenieus
Ingénieux
88
doeltreffend
Performant
89
modern
moderne, à la mode
90
stil
silencieux
91
robust
résistant/solide
92
mindere kwaliteit
médiocre
93
breekbaar
Fragile
94
uit de mode
Démodé
95
lawaaierig
bruyant
96
banaal
banal
97
lelijk
laid/moche
98
vervuilend
polluant
99
zuinig
économe (en énergie)
100
ecologisch
écologique
101
zeker
sûr
102
volumineus (neemt veel plaats is)
encombrant
103
gevaarlijk
dangereux
104
verspillend
gaspilleur
105
krachtig/doeltreffend + Adjectif
- La performance | - performant
106
comfortabel + Adjectif
- Le confort | - confortable
107
handig + Adjectif
- La commodité | - commode
108
Zeker/veilig + Adjectif
- La fiabilité | - fiable
109
doeltreffend + Adjectif
- L’efficacité | - efficace
110
Het product is zeer gewaardeerd bij de fitnessliefhebbers.
Le produit est très apprécié par les amateurs de fitness.
111
Je kan je gsm altijd opladen. Dit is zeer efficiënt.
Tu peux toujours recharger ton gsm. C’est très efficace.
112
Het product is voorzien van alle comfort.
Le produit est confortable.
113
Het is bijzonder goed hanteerbaar en zeer betrouwbaar.
C’est très/ultra facile à manipuler et très fiable.
114
Het product is veilig en neemt niet veel plaats in.
Le produit est sûr/fiable et pas encombrant
115
Dit zijn de afmetingen: 2 cm dik, 4 cm breed, 6 cm lang
Voici les dimensions: une épaisseur de 2 cm, une largeur de 4 cm, une longueur de 6 cm.
116
Dit product is in leer maar je kan het ook in verschillende kleuren bestellen.
Le produit est en cuir mais tu peux le commander en différentes couleurs
117
De materialen zijn zeer stevig.
Les matériaux sont très résistants/solides