Dossier 1(à la été,...) En Route 3 Vocabulair Flashcards
1
Q
een kluis
A
un coffre-fort
2
Q
een vingerafdruk
A
une empreinte digitale
3
Q
handschoenen
A
des gants
4
Q
handboeien
A
des menottes
5
Q
een pistool
A
un pistolet
6
Q
een gevangenis
A
une prison
7
Q
overschoenen
A
des surchaussures
8
Q
een bloedspoor
A
une trace de sang
9
Q
het DNA
A
l’ADN
10
Q
een vermomming
A
un déguisement
11
Q
een onderzoek
A
une enquête
12
Q
een aanwijzing
A
un indice
13
Q
een labo
A
un labo
14
Q
een personage
A
un personnage
15
Q
een bewijs
A
une preuve
16
Q
een wedersamenstelling
A
une reconstitution
17
Q
een zegel
A
un scellé
18
Q
een plaats delict
A
une scéne de crime
19
Q
een televisieserie
A
une série téllévisée
20
Q
analyseren
A
analyser
21
Q
vervuilen
A
polluer
22
Q
onderzoeken
A
rechercher
23
Q
met het blote oog
A
à l’ oeil nu
24
Q
slecht uitdraaien
A
avoir mal tourné
25
Q
A
26
Q
A