Doelstelling en geschiedenis Flashcards

1
Q

Onderwerp PID

A

Grote verschillen tussen en binnen mensen inzake ons gedrag, prestaties, cognities, gevoelens, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doel van PID (2)

A

Beschrijven

Verklaren van verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verschillen beschrijven (2)

A

Tussen mensen

Binnen mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Interindividuele verschillen

A

Verschillen tussen individuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Intergroepsverschillen

A

Verschillen tussen groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Intraindividuele verschillen

A

Verschillen binnen een persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Interindividuele verschillen in profielen

A

interindividuele verschillen in intraindividuele verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Deeldomeinen (2)

A

Cognitief functioneren

Persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Proximale verklaring

A

Factoren die in tijd of ruimte min of meer samengaan met te verklaren verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Distale verklaring

A

Factoren die verderaf in de tijd liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Expliciete theorieën

A

Verschillen wetenschappelijk en publiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Impliciete theorieën

A

Verschillen menselijke opvattingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Henri & Binet

A

1895
La psychologie individuelle
Problemen: interindividuele en intra-individuele verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

William Stern

A

1900

Drievoudige taakomschrijving: beschrijven, methode, verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Robert Yerkes

A

1913

Comparatieve psychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Oude China

A

2200 v.C.

Testafnames

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Pythagoras

A

6e eeuw v.C.

Toelatingstest op basis van fysionomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verklaring verschillen (2)

A

Proximaal

Distaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Plato

A

427 v.C. - 347 v.C.
Ideale staat
Militaire geschiktheidstest

20
Q

Ideale staat

A

Staat waar taken verdeeld en toegewezen worden op basis van capaciteiten

21
Q

Theophrastus

A

327 v.C. - 287 v.C.

Persoonlijkheidsschetsen

22
Q

Juan de Dios Huarte y Navarro

A

1530 - 1589

“examen de ingenios para las ciencias”

23
Q

Francis Galton

A

1822 - 1911
Individuele verschillen
Pionier: meetinstrumenten, databestanden, statistische analyse
Nature-nurture en eugenetica

24
Q

James McKeen Cattell

A

1860 - 1944
Individuele verschillen
Mental tests

25
Q

Alfred Binet

A

1875 - 1911
Individuele verschillen in hogere processen
Intelligentietest

26
Q

WO I en rest

A

Input van oorlog in de wetenschap (PTSS)

27
Q

1960 crisis (2)

A

Waardenconnotaties

Probleem met treklabels

28
Q

Psychologische verklaringen

A

Individuele verschillen op basis van verschillen in vaardigheid/basisdimenties van persoonlijkheid
(vb. Plato, Huarte)

29
Q

Biologische verklaringen

A

Gebaseerd op lichaamssappen

30
Q

Hippocrates

A

460 - 370 v.C.
Oerelementen in sappen
Ziekte = stoornis evenwicht

31
Q

Galenus

A

130 - 200

Overwicht in sap bepaald persoonlijkheid

32
Q

Gall

A

1758 - 1828

Frenologie

33
Q

Spurzheim

A

1776 - 1832

Frenologie

34
Q

Horoscopale astrologie

A

Relatieve positie van planeten en hemellichamen op moment van geboorte

35
Q

Plato: reminiscentietheorie

A

Kennis, ziel, kennis en leren

36
Q

Augustinus

A

354 - 430

Ziel is immaterieel en onverwoestbaar, vermogens van ziel zijn aangeboren

37
Q

René Descartes

A

1596 - 1650
Eerst: geboren met zelfdevermogen
Later: verschillen bij geboorte maar kan getraind worden

38
Q

John Locke

A

1632 - 1704

Tabula Rasa

39
Q

John B. Watson

A

Persoonlijkheid: conditionering van S-R associaties

Grondlegger behaviorisme

40
Q

Charles Darwin

A

1809 - 1882
Schepping is statisch → dynamisch
Natuurlijke en seksuele selectie
Russel Wallis

41
Q

Francis Galton (distale verklaring)

A

Overerving mentale eigenschappen (genialiteit)

Eugenetica

42
Q

Rest vorige eeuw (distale verklaring)

A

Eugenetica
Natur-nurture
Erfelijkheid

43
Q

fysionomie

A

Innerlijke persoonlijkheidseigenschappen afgeleid uit uiterlijke, observeerbare persoonlijkheidskenmerken

44
Q

Mentale tests

A

Meting van individuele vaardigheidsverschillen

45
Q

Stanford-Binet test

A

Eerste echte intelligentietest