Dit is mijn vak, Periode 1, Leervragen Flashcards

1
Q

Wat is mantelzorg?

A

Zorg aan een chronisch zieke, lichamelijk beperkte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis, niet beroepsmatig, maar op basis van een persoonlijke band met de zorgvrager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een professional?

A

Iemand die methodisch en vakkundig handelt en daarvoor een officiële opleiding heeft afgerond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat houd een professionele standaard in?

A

Algemeen aanvaardbaar uitgangspunt van de zorgverlening die beschrijft wat in een bepaalde situatie ‘goed handelen’ is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een sociaal netwerk?

A

Geheel van familie, vrienden en bekenden rondom een zorgvrager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een vergrijzing?

A

Ontwikkeling waarin het aandeel van ouderen in de totale bevolkingsopbouw toeneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat houd vrijwillergerszorg in?

A

Ontwikkeling waarin het aandeel van ouderen in de totale bevolkingsopbouw toeneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is zelf managment?

A

Zelfmanagement benadrukt de eigen regie en kwaliteit van leven. De zorgvrager kan kiezen in hoeverre hij de regie over het leven in eigen hand wil houden en beslist ook mee hoe de zorg en behandeling eruitzien. Je ondersteunt bij een zo goed mogelijk bestaan met zo min mogelijk afhankelijkheid en ongemak voor de zorgvrager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is zelfredzaamheid ?

A

Vermogen van een individu om zelfzorgactiviteiten uit te voeren zonder de hulp van anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat houd zelfregie in?

A

Eigen keuzes kunnen en willen maken over de eigen situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat houd zelfzorg in?

A

Alle zorg die iemand aan zichzelf besteedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat houd zelfzorgtekort in?

A

Situatie waarin iemand tijdelijk of blijvend niet in staat is in zijn eigen zelfzorg te voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is een zorgvrager?

A

Persoon die vanwege een zelfzorgtekort voor korte of lange tijd vraagt om beroepsmatige zorgverlening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat betekent somatische

A

lichamelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is psychogeriatrie

A

Dementie (psychogeriatrische zorg = zorg voor zorgvragers met dementie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat betekent klinisch?

A

Alles wat te maken heeft met mensen die opgenomen zijn in een kliniek (ziekenhuis, instelling voor gehandicapten, instelling voor psychiatrische zorgvragers, verpleeghuis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat betekent terminaal?

A

Alles wat te maken heeft met mensen die opgenomen zijn in een kliniek (ziekenhuis, instelling voor gehandicapten, instelling voor psychiatrische zorgvragers, verpleeghuis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is chronische?

A

Langdurig (een chronische ziekte duurt minimaal 3 maanden, komt telkens terug, is niet compleet te genezen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is revalidatie?

A

Weer valide worden na een ongeval, ziekte of medische ingreep zoals een operatie. 

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is een aanleunwoning ?

A

Woning die tegen (of in de nabijheid van) een zorginstelling is gebouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is een ander woord voor werkveld?

A

branche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat is een caresector ?

A

Werkveld waarin langdurige, meestal intramurale zorg centraal staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat is een curesector?

A

Werkveld waarin behandeling en/of genezing centraal staan.

23
Q

wat is 0,1e,2e,3de lijnszorg?

A

antwoord

24
Q

wat houd extramurale zorg in?

A

Zorg die buiten de muren van een instelling geleverd wordt.

25
Q

wat houd intramurale zorg in?

A

Zorg die verleend wordt aan een zorgvrager die langer dan 24 uur is opgenomen of verblijft binnen een zorgorganisatie.

26
Q

wat houd semimurale zorg in?

A

Zorg die wordt verleend in een zorgorganisatie (intramuraal), waarbij het verblijf van de zorgvrager korter is dan 24 uur.

27
Q

wat is een seniorenwoning ?

A

Woning die aangepast is aan de woonwensen van de wat oudere cliënt.

28
Q

wat is een serviceflat?

A

Meestal een particulier appartementencomplex voor ouderen die gebruik kunnen maken van servicediensten zoals de was, boodschappen, huishoudelijke hulp. Vaak is er een conciërge die kan helpen met kleine klusjes en soms is er in de nacht een zorgverlener in het complex om ondersteuning te bieden als dit nodig is.

29
Q

wat is transmurale zorg?

A

Zorg die zowel binnen een zorgorganisatie verleend wordt als daarbuiten in de thuissituatie.

30
Q

wat is een woonzorgcentrum ?

A

Een intramurale zorgorganisatie, waar ouderen wonen die 24 uurszorg en ondersteuning nodig hebben. Ook wel verpleeghuis genoemd. Hier wonen mensen met een zorgindicatie.

31
Q

wat is een zorgcentrum?

A

Een woonomgeving voor zelfstandig wonende ouderen of kwetsbare mensen waar ondersteunende diensten worden aangeboden. Denk aan een gezamenlijke koffieruimte of ontspanningsruimte om elkaar te ontmoeten. Daarnaast zijn er soms maatschappelijke instanties in het gebouw die kunnen ondersteunen bij financiën en administratie en dergelijke.

32
Q

wat is een zorghotel?

A

Hotel, soms verbonden aan een ziekenhuis of woonzorgcentrum, waar mensen na een ziekenhuisopname tijdelijk kunnen verblijven als overbrugging tot terugkeer naar huis, overbrugging tot opname in een verpleeg- of verzorgingshuis of ter ontlasting van hun mantelzorger(s).

33
Q

wat is beroepsmatig zorg?

A

Dit is zorg die verleend wordt door beroepsbeoefenaren die voor het beroep geleerd hebben en ervoor betaald krijgen.

34
Q

wat is verplegen?

A

Zorgen voor een ziek persoon, die dan meestal in bed ligt

35
Q

wat is een verpleegdoel?

A

de gewenste situatie waar je met de zorgvrager binnen een bepaalde periode naartoe wilt werken en wat wordt vastgelegd in een verpleegplan.

36
Q

waar is de thuiszorg voor?

A

Voor mensen die niet zelfstandig hun huishouden of hun persoonlijke verzorging aan kunnen.
-Als famillieleden deze zorg niet langer kunnen opvangen,biedt thuiszorg uitkomst.

37
Q

Benoem de indeling van de Indeling in functioneringsniveaus van verstandelijke handicap stoornis beperkingen

A

-Licht verstabdlijke beperking IQ 50 tot 70
-Matig vertstanndelijke beperking IQ 35 tot 50
-Ernstig vertstandelijke beperking IQ 20 tot 35
-Diep verstandelijke beperking IQ minder dan 20

38
Q

wat is de Criteria voor vaststellen gestoord gedrag:

A
  • Gedrag wijkt af van de sociale norm
  • Gedrag heeft ongemak,lijden of bezorgdheid tot gevolg bij de zorgvrager en zijn omgeving
  • De zorgvrager kan zich niet anders gedragen dan hij doet
  • De gedragskenmerken zijn te herkennen en te ordenen binnen DSM-5
39
Q

noem een aantal voorbeelden van de geschiedenis in de psyschische zorg

A
  • Als mensen zich anders gedroegen dan anderen,ging men ervan uit dat er demonen in deze mensen woonden
  • Mensen die zich afwijkend gedroegen,vreemde dingen zagen of xeiden,weren uit de gemeenschap verstoten
  • Ook werden ze achter slot en grendel opgeborgen of in inrichtingen of asielen geplaatst
  • In deze dolhuizen was nauwlijks sprake van verpleging en verzorging
40
Q

De ggz heeft vier hoofdtaken in de geestelijke gezondheid van nederland:

A
  • Behandelen en genezen
  • Voorkomen
  • Begeleiden
  • Bieden van ongevraagde hulp
41
Q

soorten instellingen:

A
  • Psychiatrische zorg thuis
  • Beschermd wonen
  • Deeltijdsbehandeling
  • Klinische behandeling
  • Emental health
  • Bemoeizorg
  • Flexible assertive community treatment (FACT)
42
Q

Als verpleegkundige kun je werkzaam zijn in uiteenlopende organisaties:

A

in een groot ziekenhuis, in een kleinschalig team in een woonzorgcentrum, of als zelfstandig beroepsbeoefenaar bij de mensen thuis.

43
Q

Verzorgende en verpleegtechnische taken:

A

wassen, aan- en uitkleden;

wonden verzorgen;

injecties geven;

infuus aanbrengen;

sondevoeding geven;

stoma verzorgen;

medicijnen toedienen.

44
Q

Administratieve, voorlichtende en coördinerende taken:

A

gegevens van de zorgvrager verzamelen en bijhouden;

voorlichting, advies en instructie geven;

onderzoeken en behandelingen begeleiden;

overleg met collega’s, leidinggevenden en specialisten;

begeleiden van collega’s.

45
Q

wat zijn de voordelen van technologie in de zorg?

A

-tijd besparing
-verlaagt werkdruk
-meer vrijheid en veiligheid thuis

46
Q

benoem de vormen van zorgtechnologie

A

-robotica
-gps systeem
-elektronische dossier
-demotica

47
Q

benoem de nadelen van zorgtechnologie

A
48
Q

wat doet het algemeen ziekenhuis

A

Een algemeen ziekenhuis behandelt zorgvragers met aandoeningen die veel voorkomen.

49
Q

wat doet een Topklinisch ziekenhuis

A

Een topklinisch ziekenhuis biedt naast basiszorg ook complexe zorg

50
Q

wat is een Academisch ziekenhuis

A

Een academisch ziekenhuis, ook wel universitair medisch centrum

51
Q

Voorwaarden voor een goede samenwerking met collega’s zijn:

A

-Goede communicatie
-Verantwoordelijkheid nemen
-Overleggen en afstemmen
-Zorgen voor vertrouwen en veiligheid
-Plannen maken en uitvoeren

52
Q

In Nederland wordt de gezondheidszorg ingedeeld naar:

A

zorgbehoefte;

locatie van de behandeling;

behandelingsniveau;

doelgroepen.

53
Q

De verschillende zorgbehoeften hebben allemaal een specifiek karakter:

A

Curatieve zorg is zorg die nodig is om beter te worden, in combinatie met een ingreep of behandeling.

Preventieve zorg is soms nodig om ziekte te voorkomen en gezond te blijven.

Langdurige zorg is vaak gericht op zorgvragers met een beperking of chronische aandoening.

Palliatieve zorg is gericht op een menswaardig afscheid van het leven.