Dispositie & Dispositionele theorieën Flashcards

1
Q

Dispositie

A

een psychische en fysieke kwaliteit of eigenschap van een persoon.

Bijv. extravert of verlegen

De frontaalkwabben spelen een rol bij het reguleren van iemands elementaire disposities.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk hersendeel speelt een rol bij het reguleren van iemands elementaire disposities

A

Frontaalkwabben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hysterie

A

een medisch vraagstuk wat in de 19e eeuw ontstond

Nu convesie in DSM-5 als functioneel-neurologische systeemstoornis

gekenmerkt door symptomen als spierslapte, ongevoeligheid in de delen van het lichaam, verlamming.

Jean Charcot (Franse arts)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Conversie - functioneel-neurologische systeemstoornis

A

Vroegere hysterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dispositionele theorieën

A

‘temperament’, ‘karaktertrek’ en ‘type’ vertonen enige overlap. Dit is een verzamelnaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Temperamenten

A

zijn biologisch bepaalde persoonlijkheidsdisposities die al in de vroege jeugd waarneembaar zijn. Het bepaalt de snelheid en intensiteit van emotionele reacties en de overheersende stemming van een individu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat dachten Hippocrates en biologisch psychologen over temperament?

A

geloofde dat temperament werd bepaald door vier humores (lichaamssappen).

Biologisch psychologen denken dat individuele verschillen in temperament worden beïnvloed door de chemische stoffen in de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De Griekse arts Hippcrates dacht dat ons temperament werd bepaald door vier humores (lichaamssappen), namelijk:

A

Bloed - hart - optimistisch (monter)

Cholè (gele gal) - lever - cholerisch (ontvlambaar)

melancholè (zwarte gal) - milt - melancholisch (depressief)

Flegma (slijm) - hersenen - flegmatisch (traag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

karaktertrekken

A

zijn stabiele, meervoudige persoonlijkheidskenmerken zoals humeurig, opgewekt, enthousiast, vriendelijk en slim. Ze bepalen de gedachten en handelingen van een individu in verschillende omstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe beïnvloeden karaktertrekken gedrag?

A

zijn bepalend voor hoe een individu denkt en handelt.

Ze blijven relatief consistent, ongeacht de situatie, en vormen de basis van iemands persoonlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe verhouden karaktertrekken zich tot temperament?

A

Karaktertrekken zijn gebaseerd op temperament, maar ontwikkelen zich later door ervaringen en psychologische processen.

Ze zijn dus meer contextafhankelijk en gevormd door de levensloop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly