Differentiatie en positionering Flashcards

1
Q

Positionering?

A

Het realiseren van een (relatieve) positie van een organisatie, business unit, merk of product in de perceptie van afnemers, tov vergelijkbare concurrenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stap 1 marktpositionering

A

Differentiatie- en positionering kiezen:
concurrentieel voordeel <= product, service, kanaal, personeel, imago

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stap 2 marktpositionering

A

De juiste concurrentievoordelen kiezen:
(unique selling proposition, more than one) => (positioning) => (under positioning, confused positioning, over positioning, ongeloofwaardige positionering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stap 2 marktpositionering; welke verschillen benadrukken?

A
  • Belangrijk voor afnemer (doelgroep)
  • Onderscheidend USP vs de concurrentie
  • Superieur
  • Communiceerbaar
  • Betaalbaar (consument kan prijs premium betalen voor je USP)
  • Winstgevend
  • Exclusief (USP niet te makkelijk te kopieren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly