different type of verbs Flashcards

verbs that start with unstressed prefixes: be, ge, ver, her, er, ont... NO SE LES PONE GE al principio cuando see pasan a presented perfecto

1
Q

betalen

A

betaalde
betaald
— to pay

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bedanken

A

heb bedankt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

begroeten

A

heb begroet

to greet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gebruiken

A

gebruikte

heb gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geloven

A

geloofde
geloofd
—believe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gehooorzamen

A

het kind heeft zijn moueder niet gehoorzaamd
zijn gehoorzaamd
— to obbey

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gebeuren

A

het is om 10 uur gebeurd
zijn gebeurd
— to happen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vertellen

A

ik heb mijn kinderen een verhaaltje verteld

—tell

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vertrouwen

A

ik heb die rare man nooit vertrouwd

to trust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verhuizen

A

hij is naar amsterdam verhuisd

to move

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verknallen

A

ik heb het examen verknald

to scrue up

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verpakken

A

ze heeft het cadeu mooi verpakt

to pack

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vertalen

A

ze heeft de tekst in het nederlands vertaald

to translate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verwijderen

A

ze heeft haar bericht verwijderd

to remove

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verzekeren

A

we hebben de auto verzekerd

to ensure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verzorgen

A

wij hebben de patient verzorgd

to take care of

17
Q

veranderen

A

hij is in tien jaar veel veranderd

to change

18
Q

herkennen

A

ik heb hem herkend

i recognized him

19
Q

zich herinneren

A

ik heb me dat herinnerd

i remembered that

20
Q

herhalen

A

de student heeft de les herhald

the student repeated the lesson

21
Q

ervaren

A

hoe heeft hij de somercursus ervaren? (irregular)

experience

22
Q

erkennen

A

mijn diploma is erkend
ik heb mijn fout erkend
admit or recognize

23
Q

ontdekken

A

Columbus heeft america ontdekt

discover

24
Q

ontkennen

A

de verdachte heeft alles ontkend

the suspect denied everything

25
Q

ontpoffen

A

de bom is ontpoft

explode

26
Q

onthullen

A

het geheim heeft onthuld

the secret has ben reveald
reveal