Die Aufklarung (1700-1785) Flashcards
1
Q
Achtergrond
A
- 30jarige oorlog
- spanning tussen katholieken en protestanten
- wetten door kerk/adel
- bevolking heeft het slecht
2
Q
Ratio
A
Gebruik van het verstand, ipv alles te geloven
- tolerantie voor elk geloof
- iedereen is voor de wet gelijk
3
Q
Rationalisme
A
Kritisch denken en ernaar handelen
4
Q
Optimisme
A
De mens is maakbaar, maar van nature goed
5
Q
Tolerantie
A
In geloof en opvoeding
6
Q
Hier en nu
A
Hiernamaals minder belangrijk
7
Q
Emancipatie
A
Van onderdrukte groepen in de samenleving
8
Q
Humaniteit
A
Ten opzichte van iedereen
9
Q
Alliteratie
A
Beginrijm
10
Q
Schrijvers zijn geleerden
- Johan Christoph Gottsched
A
- Toneelstukken met een moraal
- strenge regels
- over en voor de adel
11
Q
Schrijvers zijn geleerden
- Gotthold Ephraim Lessing
A
- minder regels
- creatief
- voor burgers
- de mens moet beter en deugdzamer worden
12
Q
Thema’s
A
- politiek
- kritiek
- deugdzaamheid
- tolerantie
- religie
- opvoeding
(ALTIJD EEN LES !)
13
Q
Subgenres
A
- toneelstukken > tragedie, komedie
- literaire brief
- fabel
- parabel
14
Q
Fabel
A
- dieren met menselijke eigenschappen
- bekend verhaal in proza/dichtvorm
- een moraal
15
Q
Parabel
A
Er wordt een probleem uitgelegd/opgelost dmv een verhaal uit een andere situatie
