DIALOOG BEN JE VRIJ Flashcards
1
Q
tu es libre vendredi-soir?
A
ben je vrijdagavond vrij?
2
Q
non je suis occupé
A
nee ik ben bezet
3
Q
oui je suis libre
A
ja ik ben vrij
4
Q
si, on allait faire du shopping
A
als je wil kunnen we gaan shoppen
5
Q
volontiers
A
graag
6
Q
j’aimerais bien mais……
A
Ik zou willen maar…..
7
Q
je t’invite….
A
ik nodig je uit
8
Q
j’accepte avec grand plaisir
A
ik accepteer met veel plezier