denkstap 3-4 Flashcards
wat is noodzakelijk bij een deductie
- kennis vooraf
- kennis is nodig om tot een conclusie te kunnen komen
deductie
we doen een uitspraak over iets specifiek obv een algemene regel
tabula rasa
schone lei (iets te dominant in sociale wetenschappen)
empirisme
via waarnemingen tot kennis komen
john Locke
- zintuigen als betrouwbaarste bron van kennis
- iedereen is geboren met een tabula rasa: doorheen je leven vul je die lei in
- kennis doen we op via zintuigen
- waarnemingen is ook belangrijk voor wetenschappelijke vooruitgang, maar is geen honderd procent zekere kennis
- idee botst met rationalisme
- objecten hebben kwaliteiten
rationalisme
rede is de betrouwbaarste bron van kennis
primaire kwaliteiten
-> geen onenigheid
- zijn ‘echt’: stevigheid, dichtheid, gewicht, massa, hoogte, diepte, breedte, vorm
secundaire kwaliteiten
-> verklaring onenigheid waarnemingen van zintuigen
- niet ‘echt’, worden in ons hoofd gecreëerd: kleur, smaak, textuur, geur, geluid
George Berkeley
- Ierse filosoof
- theorie van immaterialisme
- spreekt ook over primaire en secundaire kwaliteiten maar anders:
- secundaire verbonden met primaire
- primaire niet waarnemen zonder secundaire waar te nemen
- secundaire niet ‘echt’ dan primaire ook niet
-dus: materie bestaat ook niet ‘echt’. Enkel waarnemingen, welke mentaal zijn
‘zijn’
- waarnemen
- waargenomen worden
subjectief idealisme (george berkeley)
- de werkelijkheid zijn enkel de gewaarwordingen in de individuele geest
- de ‘echte’ wereld als een constructie van de hersenen
- dankzij God blijft de wereld bestaan buiten de waarneming van de mensen
inductie
- van het specifieke naar het algemene
- van empirie naar theorie
- probleem: we hebben geen zekerheid over de toekomst obv het verleden
de cyclus van empirisch onderzoek
A ideeën/ theorie v
inductie deductie
empirie/ observaties
wat is belangrijk in onderzoek
- hypothesen ‘stellingen’:
- die waar kunnen zijn
- die niet waar kunnen zijn
- hoe kunnen we weten of deze (niet) waar zijn?
- empirisch onderzoek: waarnemingen doen
David Hume
- ‘er is geen rechtvaardiging voor inductie’
- ‘de rede noch de zintuigen, zijn in staat om zekere kennis te geven over de toekomst’
- ‘het is obv waarneming nooit mogelijk om uit te sluiten dat de toekomst geen compleet ander resultaat geeft dan het verleden’
- inductie biedt geen zekerheid
-gaat over waarschijnlijkheden en geen zekerheden - natuurlijk geloof: een voorspelling die een hoge waarschijnlijkheid heeft
Karl Popper
- falsificatie: het principe dat theorieën slechts wetenschappelijk zijn voor zover ze door empirische observaties verworpen kunnen worden.
-wetenschap maakt geen vooruitgang door inductie maar door falsificatie - falsificatie: weerleggen of verwerpen van theorieën
theorie (karl popper)
- niet gefalsifieerd: blijft behouden
- gefalsifieerd: wordt verworpen
falsificatie (karl popper)
- weerlegbaarheid staat centraal
- theorie is nooit onwrikbaar bewezen
- alleen ontkrachting van theorie geeft zekerheid
- wetenschap is een zoektocht naar tegensprekelijke voorbeelden: nietfalsifieerde uitspraken zijn niet wetenshappelijk
onderscheid: zekerheid vs waarschijnlijkheid
- zekerheid:
- hypothese verwerpen: zekerheid theorie problematisch
- waarschijnlijkheid:
- hypothese aanvaarden: waarschijnlijk dat theorie klopt
falsificatie verschilt van verificatie
verificatie: een test of de inhoud van een uitspraak overeenkomt met de realiteit
- als een theorie door wetenschappers getoetst wordt en blijkt te kloppen
- hoe vaker getoetst, hoe waarschijnlijker dat de theorie klopt