Deel III: Recht en ethiek Flashcards
Natuurrecht
Intrinsieke band tussen recht en moraal.
- historische figuur: het klassieke natuurrecht zoals dat in de ME gestalte heeft gekregen. Het behoort tot de ethiek en is in zoverre gericht op de normativiteit en de legitimering ervan
- filosofische natuurrecht: poging om de morele grondslagen van het recht te legitimeren, het is gericht op het begrijpen van het fenomeen recht als zodanig, ook in de antropologische zin.
Rechtpositivisme
Geen intrinsieke band tussen recht en moraal, juridische regels en hun geldigheid zijn iets anders dan morele regels.
Voluntarisme
grondslag voor het recht is de wil van de wetgever, hij is bevoegd en heeft de feitelijke macht
Sociale oorsprong
Grondslag van het recht moet worden gezocht in sociale oorsprong: geldigheid wordt afgeleid uit sociologische feiten. De grondslag voor het recht is een vertolking van wat bij de bevolking leeft, het moet aansluiting zoeken bij een levende gemeenschap
Formalisme
Geldigheid van een objectieve norm is afhankelijk van het behoren tot een systeem dat coherent en volledig is. Niet de inhoud van de regel levert de geldigheid van de wet op, maar wel de logische band met de geldende systemen.