Deel 5: Verbintenisrecht Flashcards

0
Q

3 soorten verbintenissen volgens voorwerk verbintenis

A

A. Verbintenis om iets te geven

B. Verbintenis om iets te doen
Bv. Je hebt een evenementenbureau en je moet een trouwfeest organiseren, je moet het organiseren dus je moet het doen.

C. Verbintenis om iets niet te doen
Bv. Je mag geen informatie doorgeven van een bedrijf aan de concurrentie.
Bv. Je krijgt een straatverbod wegens stalken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Een verbintenis definitie + soorten verbintenissen: verbintenis die ontstaat uit …

A
  1. Is een rechtsband die ontstaat uit een rechtshandeling of uit de wet
    => zij verleent aan een of meerdere personen een subjectief recht op een bepaalde gedraging vanwege 1 of meerdere personen
  2. Ene persoon verbindt zich tov de andere iets te geven, iets de doen of iets niet te doen
    => verbintenis kan ontstaan tussen twee natuurlijke personen, een natuurlijk persoon en een rechtspersoon of twee rechtspersonen
  3. Verbintenis ontstaat door de wet:

A. Verbintenis die ontstaat uit een overeenkomst:
Bv. Koopcontract van een auto: band met garage

B. Verbintenis die ontstaat uit een quasi-contract:
Bv. Vakantiejob. Een onverschuldigde betaling: iemand die je 2 x betaald, zonder dat ze het door hebben. Als ze het wel door hebben, hebben ze het recht om het bedrag dat ze teveel betaald hebben terug te vragen.

C. Verbintenis die ontstaat uit een onrechtvaardige daad:
Bv. Verkeersongeval waar jij in fout bent.

D. Verbintenis uit eenzijdige wilsuiting:
Bv. 2 + 1 gratis aanbod = eenzijdige wilsuiting; er ontstaat een band tussen de klant en de winkel, juridische verplichting.

  1. Een verbintenis is juridisch afdwingbaar:
    => wanneer je je verbintenis niet naleeft, kan de persoon die er recht op heeft het afdwingen via de rechtbank.
  2. Een verbintenis is geen synoniem van een overeenkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Schuldenaar vs. Schuldeiser

A

De persoon die bv. Geld moet aan het slachtoffer wanneer hij of zij een accident heeft veroorzaakt. De schuldeiser is de andere partij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Resultaatverbintenis middelenverbintenis

Wat is het belang van het onderscheid?

A

Bij een resultaatsverbintenis verbindt de schuldenaar zich ertoe een bepaald concreet resultaat te bereiken bv. Leveren van tv op 12 mei.

Bij een middelenverbintenis doet men alle inspanningen om het resultaat te bereiken. Je kan het niet zwart op wit geven, maar je gaat er alles voor doen om te zorgen dat het op tijd gebeurt. Bv. Die tv leveren op 12 mei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verbintenissen uit overeenkomst: definitie en enkele soorten

A

Een contract is een overeenkomst waarbij 1 of meer personen zich tov anderen verbinden iets te geven, iets te doen of iets niet te doen.

  1. Plechtige vs. Consensuele overeenkomsten:

A. Plechtige overeenkomsten:
Bv. Huwelijk
Bv. Schenking onroerend goed: er moet een acte opgemaakt worden, dit moet op papier staan.

B. Consensuele overeenkomsten:
Bv. Koopcontract als je bv. Vraagt aan je leerkracht om je laptop over te kopen en ze wil er 500 euro voor geven, dit is een soort van overeenkomst, het contract komt tot stand. Het is niet verplicht om dit op papier te zetten maar de meeste willen het wel.
Bv. Huurcontract: je zet dit op papier zodat er geen misverstanden kunnen zijn.

  1. Eenzijdige vs. Wederkerige overeenkomsten

A. Wederkerig:
Bv. Koopcontract: beide partijen gaan prestatie gaan geven, jij krijgt geld en geeft in de plaats de laptop af.
Bv. Huurcontract: jij betaalt huur en je krijgt een kot in de plaats

B. Eenzijdig
Bv. Schenking: ik schenk mijn handboek aan iemand, maar vraag niks terug

  1. Overeenkomsten om niet en overeenkomsten ten bezwarende titel:

A. Overeenkomst om niet
=> contract dat geen voordeel heeft voor beide partijen, maar voor 1 partij bv. Schenking

B. Overeenkomst ten bezwarende titel
=> als het een voordeel oplevert voor beide partijen bv. Koop-verkoop overeenkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Basisbeginselen van het contractenrecht

A
  1. Contractvrijheid:
    A. Niet strijdig met de openbare orde / goede zeden / dwingend recht
    B. Contractvrijheid moet gerelativeerd worden:
    Voor sommige zaken is het normaal om contracten te sluiten bv. Als je een kot wil huren, kan het zijn dat je water, gas, elektriciteit, etc. Nog moet bijbetalen, dan sluit je een contract af met elektriciteitsmaatschappijen enz.
  2. Bindende kracht overeenkomst:
    A. Overeenkomst = wet tussen partijen
    B. Art. 1134 BW: een overeenkomst die rechtsgeldig werd aangegaan tussen partijen, strekt partijen tot wet.
  3. Consensualisme:
    => meeste contracten zijn consensueel, de meeste contracten komen tot stand door twee partijen
    A. Een mondelinge overeenkomst is ook geldig
    B. Uitzondering: plechtige overeenkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geldigheidsvoorwaarden van een verbintenis nummer 1

A
  1. Toestemming

A. Wilsovereenstemming:
Beide partijen moeten akkoord zijn over dezelfde zaak.

B. Vrije en bewuste toestemming:
Niet met dementen, mensen die in coma liggen, etc. Dit gaat niet!

C. Wilsgebreken -> relatieve nietigheid van de overeenkomst
=> er is een toestemming, maar er ontbreekt iets, er is een mankement
=> bv. Je verkoopt je laptop aan de leerkracht, er is de, gebrek, dit wordt nietig verklaard: met terugwerkende kracht, alsof het nooit heeft bestaan.

1 Dwaling:
Je zit bv. Op eBay en ziet een houten tafel in perfecte staat voor een prijs van 100 EUR en je wilt deze tafel kopen. Je gaat de tafel halen maar het blijkt een simpele tafel te zijn uit Ikea met een waarde van 50 EUR. Je wil deze tafel niet meer kopen, want je hebt je vergist.

=> de wet zegt dat er:

  • dwaling op het moment moet zijn dat het contract gesloten wordt
  • dwaling moet gaan over een essentieel element
  • dwaling moet verschoonbaar zijn: elke andere persoon in mijn situatie moet ook gedwaald zijn. Dus dat andere personen ook zo zouden reageren over die tafel en ook die vergissing zouden maken.

2 Bedrog:

  • hoofdbedrog -> nietigheid
  • kwade trouw: juwelier wist dat het namaak was en verkocht deze bewust
  • doorslaggevend: => “zou niet gedaan hebben”, “als ik geweten zou hebben”
  • uitgaan van medecontractant
  • Incidenteel bedrog -> schadevergoeding
    = ook bedrog maar in minder erge mate
    Bv. Ik wil een huis kopen en ik ga ernaar gaan kijken. Op dat moment is het huis bemeubeld en er staat een grote bibliotheekkast. Ik ben tevreden en ik koop het. Als ik erin mag zijn de meubels weg en er is waar de bibliotheekkast stond een grote vocht/schimmel plek. De verkoper heeft dit dus verzwegen.
    *kwade trouw
    *uitgaan van medecontractant
    *doorslaggevend: “zou aan andere VW gedaan hebben”:
    Had ik dit geweten zou ik dit dan nog gekocht hebben of niet? Ik zou het kunnen gekocht hebben, maar wil er iets voor in de plaats. Bv. Dat de koper de prijs verlaagd

D. Wilsgebreken -> relatieve nietigheid overeenkomst

  • Geweld: je sluit een contract omdat je met geweld bedreigt wordt bv. Door pistool tegen je hoofd gekregen te hebben (in ergste vorm)
    => uitoefenen van / bedreigen met fysieke of morele dwang om iemand te laten contracteren
    >fysiek bv. Slagen, foltering
    >moreel bv. Zeer zware beledigingen
    >doorslaggevend
    >indruk op redelijk mens
    >onrechtmatig
  • Benadeling:
    >Bij een overeenkomst onder bezwarende titel een onevenwicht tussen wederzijds bedongen prestaties
    >Verkoop Onroerend Goed benadeling > 7/12 (nietigheid)
    >Gekwalificeerde benadeling: ernstige benadeling en misbruik van omstandigheden waarin de overeenkomst gesloten werd bv. Iemand die zwaar depressief is of een alcohol probleem geeft. Hij gaat naar de bank om geld te lenen, de bank ziet dat hij labiel is en zegt we lenen je 10 000 EUR met een intrest van 200%.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geldigheidsvoorwaarden van een verbintenis nummer 2

A
  1. Bekwaamheid:
    * 1* Als je een contract wilt afsluiten moet je bekwaam zijn:
    * Rechtsbekwaamheid: rechten en plichten heb je al vanaf je geboorte
    * Handelsbekwaamheid: vanaf dat je meerderjarig bent mag je een huis kopen, contracten afsluiten,… Als minderjarige mag je enkel dagdagelijkse handelingen voeren bv. Naar de cinema gaan enz.

2 Principe:
Iedereen is normaal handelingsbekwaam maar je mag geen gebreken hebben bv. Mindervalide

3 Uitzonderingen:
Minderjarigen en onbekwaam verklaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geldigheidsvoorwaarden van een verbintenis nummer 3

A
  1. Voorwerp:

> concrete rechtsgevolg dat partijen beogen
verplichting iets te geven, iets te doen, iets niet te doen
bestaan/kunnen bestaan: enkel zaken die in de handel zijn => alles wat illegaal is mag niet verkocht worden
bepaald / bepaalbaar zijn: het moet over een specifieke situatie gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geldigheidsvoorwaarden van een verbintenis nummer 4

A
  1. Oorzaak
    * een doorslaggevende beweegreden waarom iemand een dergelijke overeenkomst aangaat
    * geoorloofd zijn: mag niet in strijd zijn met bv. Schijnhuwelijk: reden is meestal het bekomen van een verblijfsvergunning
    * mag niet strijdig zijn met openbare orde / goede zede / wet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly