Deel 4 Flashcards

1
Q

Wat is een vrij locatie systeem?

A

Elk artikel kan op een beschikbare locatie in het magazijn worden opgeslagen. Meestal artikelen met een hoge uitgifte vooraan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Twee functies van voorraad houden

A
  1. Opeenvolgende fasen kunnen worden ontkoppeld (denk aan inkopen, produceren, transporteren en verkopen)
  2. Het hele proces kan ongestoord verlopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer houd je voorraad?

A

Nooit

Tenzij de voorraad functie heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is productie op order?

A

Je gaat pas produceren zodra je een order hebt ontvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is productie op voorraad?

A

De produceert op een voorspelde vraag, gebaseerd op verbruik, een service- of een afleverplan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is veiligheidsvoorraad?

A

IJzeren voorraad.

Voorraad die je aanhoud om niet zonder voorraad te komen zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Formule economische voorraad

A

Aanwezige voorraad
+ Hoeveelheid in bestelling
- Voorraad die is verkocht maar niet geleverd
= economische voorraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Formule vrije voorraad

A

Aanwezige voorraad
- gereserveerde voorraad
= vrije voorraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Formule Maximum voorraad

A

Veiligheidsvoorraad
+ bestelhoeveelheid
= maximum voorraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Formule gemiddelde voorraad

A

Veiligheidsvoorraad
+ halve bestelhoeveelheid
= gemiddeld voorraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is aanvultijd?

A

Tijd tussen signaal dat voorraad op is en het moment dat goederen zijn ontvangen, gekeurd, ingeboekt en gereed voor levering aan klant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Formule bestelpunt (bestelmoment)

A

Fysieke voorraad
- veiligheidsvoorraad
= als uitkomst gelijk is aan het verbruik gedurende aanvultijd, dan bestellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Formule bestelniveau

A

Veiligheidsvoorraad + (aanvultijd x verbruik per periode) = bestelniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorbeelden van voorraadkosten (4)

A
  1. Rentekosten
  2. Kosten van magazijn gebouwen, stellingen en klimaatregelingen
  3. Kosten verzekering opgeslagen goederen
  4. Kosten incourant raken (niet gangbaar/verkoopbaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke twee manieren zijn er om voorraad te verlagen?

A
  1. JIT (just in time systeem)
  2. Voorraad houden bij leverancier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Drie functies schriftelijk communiceren

A
  1. Vastleggen gemaakte afspraken
  2. Verstrekken informatie
  3. Nauwkeurig omschrijven van problemen
17
Q

Wat is Jargon?

A

Vaktermen

18
Q

5 kapstok vragen bij probleemstructuur

A
  1. Wat is het probleem?
  2. Wat zijn de oorzaken?
  3. Wat zijn de gevolgen?
  4. Wat is er tegen te doen?
  5. Welke alternatieven zijn er?
19
Q

Wat is het eisenhouwer systeem?

A

Maakt onderscheid tussen belangrijke en urgente zaken

20
Q

Wat zijn externe tijdverslinders?

A

Buitenwereld verstoort je planning.
Vb: bezoekers, telefoon, vergaderingen, archief, mail en lezen

21
Q

Wat zijn interne tijdverslinders?

A

Tijdverspilling door persoonlijke eigenschappen
Vb: uitstellen, onrealistisch tijdsbeeld, besluiteloosheid, geen nee kunnen zeggen, gebrek aan communicatie en disipline