Deel 3 Flashcards
Classificeren:
Classificeren: Ordenen van psychopathologische symptomen (afzonderlijke verschijnselen, zoals slaapproblemen, concentratieproblemen, angstgevoelens, lusteloosheid) in klassen
- Groep symptomen die vaak gezamenlijk voorkomen -> syndroom of een stoornis
- Classificatie als de uitkomst van het diagnostisch proces.
- Classificatie = diagnose / indeling van de problematiek in een klasse of op een dimensie.
- Zegt niets over de ontstaansgeschiedenis van de stoornis en de rol die deze in het leven van de persoon speelt, of over aangrijpingspunten voor behandeling.
Categoriale classificatie:
Categoriale classificatie: een indeling van stoornissen in afzonderlijke en scheidbare categorieën.
Differentiaaldiagnose:
Differentiaaldiagnose: twee of meer ziekten passen bij het ziektebeeld van de cliënt.
Dimensionele classificatie:
indeling niet op basis van afzonderlijke klassen maar op basis van een glijdende schaal.
→ de mate waarin een cliënt klachten ervaart bepaald de plaats in het classificatiesysteem
→ binnen deze dimensies kan een cut-off-punt bevorderlijk zijn.
monothetisch:
monothetisch: leerlingen van een klasse hebben een of meerdere kenmerken met elkaar gemeen
polythetisch:
leden van een groep hebben allemaal verschillende kenmerken die bij dezelfde klasse horen.
beschrijvende/descriptieve classificatie:
classificeren op basis van waarneembare symptomen
structurele diagnostiek:
er wordt een indeling gemaakt die afgaat op de onderliggende pathogene mechanismen
de betrouwbaarheid van een classificatiesysteem kan vergroot worden door de volgende zaken:
interberoordelaarsbetrouwbaarheid: betrouwbaarheid wordt vastgesteld o.b.v. de overeenstemming tussen beoordelaars
Semigestructureerd interview: betrouwbaarheid wordt gewaarborgd wanneer de klassen duidelijk omschreven zijn en er standaardprocedures worden gebruikt bij het verzamelen van informatie
validiteit is ook van belang:
1. convergente validiteit
2. divergente validiteit
3. predictieve validiteit
wanneer er verschillende diagnoses bij een cliënt gesteld worden dan:
Hoofd-/primaire diagnose
- Secundaire diagnose
Commentaar DSM:
- het veroorzaakt veranderingen in het denken van behandelaren
- gevaar tot overdiagnosticering
- subjectieve inschatting van clinicus speelt een belangrijke rol
- DSM is een categoriaal systeem
- geen longitudinaal karakter
International classification Of Diseases:
classificatie lichamelijke ziekten en psychische stoornissen. ICD-10 minder gedetailleerd dan DSM
Diagnostisch onderzoek wordt gestart en mondt uit op een indicatiestelling (behandeling). verschillende methoden van informatie verzamelen over de cliënt onderscheiden zich van elkaar op de volgende punten:
- informatiebron
- doelgroep
- de aard van het contact
- mate van standaardisatie
- kwantitatief of kwalitatief
- categoriaal vs. dimensioneel
- retrospecief vs. prospectief
COTAN voert de kwaliteitsbeoordelingen van testen uit op onder andere de volgende punten:
- interne consistentie
- begripsvaliditeit
- criteriumvaliditeit
Een goede psychodiagnosticus
- Neemt een brede, actuele kennisbasis mee vanuit wetenschappelijke theorie en onderzoek (Evidence-base)
- Gebruikt goede en adequate meetinstrumenten (Testkwaliteit)
- Gaat hypothesetoetsend te werk (Hypothesetoetsend)
- Hanteert een duidelijke, navolgbare strategie voor besluitvorming (Navolgbaar)