Deel 2: Weg uit de onwetendheid Flashcards

1
Q

Epicurus

A

Griekse filosoof en aanhanger van het anatomische en stelt dat alle stoffen zijn opgebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het centrale idee van epicurus

A

Ataxaria, een staat van verlang loosheid, kalmte rust en onverstoorbaarheid, een leven van stabiliteit?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De dood voor epicurus

A

Niets anders dan het uiteengaan van de atomen waaruit het lichaam en de ziel bestaan. Bij de dood blijven de atomen van het ziel bestaan, maar verliezen ze elk vermogen tot voelen omdat ze niet langer met het lichaam verbonden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een levensvraag

A

Wanneer er een geen juist, vast of standaardantwoord is, het antwoord kan tijdelijk zijn en de vraag over mensen en het grote geheel gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

4 opsomming levensvraag

A
  • Er is geen juist, vast of standaard antwoord
  • Persoonlijk antwoord kan tijdelijk zijn
    -een levensvraag gaat steeds over mensen
  • Een levensvraag gaat over het groter geheel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

levensbeschouwing

A

Wordt gevormd door mens-wereld- en godsbeeld. Het omvat dus alle antwoorden op alle levensvragen, die te clusteren zijn in drie grote gebieden die onderling verbonden zijn en daarom elkaar ook beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wereldbeeld

A

Hoe je omgaat met alles dat zichtbaar is en niet menselijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mensbeeld

A

De manier waarop jij met jezelf als mens en de andere omgaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Godsbeeld

A

Alles wat we niet kunnen zien, wat geluk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ongelijktijdige gelijktijdigheid

A

De verandering van mensbeelden en godsbeelden staat in ene bepaalde volgorde, maar gebeurt niet op hetzelfde moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Agnosten

A

Weet het niet, gelooft dat het bestaan van het goddelijke ons niet bekend is en dat het hoogstwaarschijnlijk buiten het menselijk vermogen valt om dat bestaan te ontdekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Atheïst

A

ontkent radicaal het bestaan van het goddelijke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

feuerbach

A

zag in god een projectie van de mens in zijn oneindige goedheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Freud

A

Zag god als een kinderlijk verlangen naar een god-vader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Marx

A

Zag geloof voor het volk om sociale ongelijkheid in stand te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

levensbeschouwing pakket

A

bied een antwoord op verschillende levensvragen, ze geven mensen rust en standvastigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

versie 1 en versie 2 klein kleutertje

A

versie 1: zal papa je slaan, oplossing om weg te lopen van je misdaad
versie 2: De school zal je opvoeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

disneyficatie

A

pejoratieve aanduidingen voor simplistische, commerciële presentatie van historische belangrijke plaatste, gebeurtenissen of mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

tweede wereldoorlog

A

Amerikaanse propagande vb. Der Fuehrer’s face

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

algemeen van disney film

A

Een film van disney kijken beïnvloedt op een al dan niet bewuste manier onze persoonlijke levensbeschouwing. Het is belangrijk om kritisch met dit medium om te gaan, zonder de meerwaarde van disney uit het oog te moeten verliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

cherrypicking

A

Feiten worden selectief geselecteerd om een eigen standpunt te verdedigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Fake news voorbeeld

A

Bestaat al heel lang. vb romeinse keizer Augustus vond dat zijn politieke tegenstander Marcus Antonius een dronkenlap en vrouwenversierder was. Hierdoor liet hij een vals testament opstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Fake news definitie

A

Een element van reactie, een wapen van conservatieve pers, in opzwepende bewoordingen aanzetten tot ondoordachte daden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Mensenrechten definitie

A

De rechten van vrijheid van meningsuiting, geldt neit als je oproept tot haat, optocht en geweld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

soorten rechten

A
  1. Burgerlijke en politieke rechten
  2. Economische, sociale en culturele rechten
  3. Collectieve of solidariteitsrechten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Abolotitio nominis

A

De afschaffing van iemands naam: voorbeeld tiberius en ganius gracchus (geschrapt uit geschiedenisboek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Tiberius en Ganius Gracchus

A

progressieve politici gebruikten hun tribunaat om Rome te hervormen in het voordeel van de arme bevolking. Ze wonnen liefde van het volk en haat van de rijken en machtigen van Rome. = gewist in geschiedenisboeken maar volgelingen trouw en maken beelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Censuur op naaktheid

A

Geestelijke traktaten, verbieden de naaktheid in kunstwerken en werden de geslachtsdelen bedekt of over geschilderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Maarten luther

A

Vind wat er in de sint-Pieters basiliek gebeurt niet oke. Klaagt de katholieke kerk aan en stuurt 95 stellingen rond met de broekdrukkunsten. Dit leidt allemaal tot een nieuwe religie= Protestantisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Kroning van napoleon

A

Napoleon gebruikte fake news; Moeder was er nooit, zussen dragen niet de mantel en vrouw zou woedend zijn geweest= op het schilderij steunt de familie wel! (hij wou de katholieken overtuigen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Tafereel van de septemberdagen 1830 op de grote markt te brussel

A

Onze vlag bestond niet en schilderij zou het op de grote markt zijn gebeurt (was in een steegje)

32
Q

vernietigen om herboren te worden moslimextremisten

A

vernielen islamitische heilige plaatsen, zelfs die van hun eigen strekkingen. Dit doen ze omdat islam sterk de nadruk legt op concept tawhid of de eenheid van Allah. Alles dat dit niet is wordt vernietigd.

33
Q

Radicalisme

A

Een heel andere samenleving/systeem, maar gebruikt enkel de wettelijke feiten/kaders vb. Nva vlaanderen in 2

34
Q

Extremisme

A

ideeën zijn radicaal, maar doen dingen die wettelijk niet goed zijn vb. Premiers die zomaar wetten invoeren zonder goedkeuring

35
Q

fundamentalisme

A

Terug naar de wortel van het ontstaan gaan, helemaal naar het begin vb. terug naar de kerk zoals in Athene

36
Q

Religieus fanatisme

A

De mate waarin je religie aanhangt vb. trotse boeddhisten die blij zijn omdat de religie is goedgekeurd

37
Q

Het kind met het badwater gooien

A

Niet omdat iemand iets zegt dat het ook waar is

38
Q

intern gepluraliseerd

A

Binnen een levensbeschouwing heb je nog heel veel stromingen

39
Q

electicus

A

neemt ideeën aan van verschillende overtuigingen die hem of haar persoonlijke aanspreken en combineert deze tot een eigen religie

40
Q

inclusie vs exclusie van het transcendente

A

Mensen staan op of niet voor trandcendente werkelijkheid

41
Q

letterlijk denken

A

Men moet religieuze werkelijkheid niet interpreteren

42
Q

Symbolisch denken

A

Men moet interpreteren

43
Q

Story lezen

A

Concentreert je op de enige manier; wat je leest geloof je

44
Q

History lezen

A

Wat je leest plaats je op een historisch manier

45
Q

Transhistory

A

we lezen het en beseffen dat het historisch is en zoeken hoe we er vandaag de dag iets mee kunnen doen

46
Q

Orthodoxie

A

Zuivere psychologische theorie en verwijst naar een bepaalde religieuze traditie

47
Q

Externe kritiek

A

Positieve wetenschappelijke attitude en levert sterke kritiek op alle geloofsovertuigingen

48
Q

Relativisme

A

Geïnteresseerd in godsdiensten en zijn geboeid op een zuivere intellectuele manier

49
Q

Tweede naïviteit

A

Geloven niet wat er staat maar nemen het wel mee

50
Q

Ietsisme

A

Ervaren of hopen dat er iets is dat de mens overstijgt, zonder dat men iets kan of wil omschrijven

51
Q

Authentiek

A

Op deze positie weet men dat voor staat, waar men in gelooft op basis van welke bronnen zij een persoonlijke interpretatie hebben gemaakt van beschikbare bronmateriaal

52
Q

Religie als persoonlijke verbintenis Arabisch

A

Een hele manier van leven

53
Q

Religie als persoonlijke verbintenis Saskriet

A

Omvat de wet, gerechtigheid, moraliteit en sociaal

54
Q

Religie als persoonlijke verbintenis West-Europa

A

Coherent systeem van de vereiste geloofsopvattingen, instellingen en rituelen rond een bovennatuurlijke god

55
Q

Religie als persoonlijke verbintenis Animisme

A

De oudste uiting van de mens die iets in zich draagt: subjectieve eigenschappen geven aan materiaal.

56
Q

Censuur op voedsel

A

Joden eten geen varkensvlees, omdat ze niet akkoord zijn met die levensbeschouwing

57
Q

PKG-schaal

A

Doel is om de verhouding om 4 geloofsstijlen die uit twee kruisende assen voortkomt bij een individu of in een populatie in kaart brengen

58
Q

basisvertrouwen

A

het licht gaar aan als je op een knop duwt

59
Q

religie

A

de mens gaat een relatie aan met de kosmos, met iets hogers of met een goddelijke macht

60
Q

Godsdienst

A

een groepering van twee of meer mensen die in dezelfde mens overstijgende kracht geloven het mag niet empirisch zijn anders was nazisme een godsdienst

61
Q

fysiologische definitie

A

enerzijds een systeem van culturele tekens, anderzijds levenswinst belooft door te beantwoorden aan een laatste werkelijkheid

62
Q

Creed

A

de boodschap

63
Q

Cult

A

De manier waarop de boodschap gevierd of toegepast wordt

64
Q

Code

A

Toepassingen in ons dagelijks leven

65
Q

Durkheim

A

beneden godsdienst, oorsprong psychisch en sociaal is. mensen hebben vergelijkbare levensvragen en gaan samen opzoek naar een antwoord

66
Q

Immanent

A

Het zit tussen de mensen en van daaruit ontstaan de godsdienst

67
Q

Egyptische mythe

A

boven, prins naar aarde, parel halen, verleiding eten dorp, ouders herinneren de opdracht, adelaar brengt briefje

68
Q

transcendent

A

Het is overstijgend, het wordt de mens opgelegd door de goden

69
Q

elke godsdienst

A

is een levensbeschouwing een religie NIET

70
Q

Cultuur in 6 aspecten van oudenhoven

A
  1. Cultuur wordt niet door iedereen in een gemeenschap in gelijke mate gedeeld en behartigd
  2. Cultuur beïnvloedt het gedrag van de individuen, maar individuen hebben ook invloed op cultuur.

3.Cultuur is niet statisch

  1. De overdracht van cultuur vindt plaats door enculturatie en socialisering
  2. Cultuur en ras zijn geheel verschillende zaken
  3. Cultuur is niet hetzelfde als nationaliteit
71
Q

enculturatie

A

hoe je andere mensen binnen je eigen cultuur iets aanleert

72
Q

Acculturatie

A

Hoe je andere mensen buiten je eigen cultuur iets aanleert

73
Q

Ethos of moraal

A

spontane handelingen, omdat dat het goede is

74
Q

Normatieve of waarden ethiek

A

Bevragen van ethos of moraal

75
Q

Metha-ethiek

A

nadenken over het nadenken over het spontaan handelen