Decentrale overheden: provincie & gemeenten en Functioneel bestuur Flashcards

1
Q

Noem een aantal taken van de provincie

A

Uitvoeren van de medebewindstaken van de rijksoverheid en toezicht houden op gemeenten en waterschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het dagelijks bestuur van de provincie?

A

De Gedeputeerde Staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie is de voorzitter van de Gedeputeerde Staten?

A

De commissaris van de koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

PPD

A

Provinciale Planologische dienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

PW

A

Provinciale Waterstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een verschil tussen de Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten?

A

Gedeputeerde Staten besturen en Provinciale Staten controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke twee soorten taken heeft de gemeente?

A

Autonome taken & medebewindstaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie is de voorzitter van het college B&W?

A

De Burgemeester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt de gemeenteraad bepaald?

A

Die worden gekozen door middel van verkiezingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verkokering

A

Dat een maatschappij is onderverdeeld in verschillende stromingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de Wet Dualisering gemeentebestuur?

A

Deze regelt het uit elkaar halen (ontvlechten) van de gemeenteraad en het college B&W

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden

A

Gemeentes die samen werken in een of meer samenwerkingsverbanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verlengd lokaal bestuur

A

Gemeente willen greep houden op de samenwerkingsverbanden waar zij aan deelnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie vormen het algemeen bestuur?

A

Rijk, provincie & gemeente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem een voorbeeld van Functioneel bestuur

A

Waterschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doen de Waterschappen?

A

Houden zich bezig met kwantiteitsbeheer & Waterkwaliteitsbeheer

17
Q

Wat zijn PBO’s?

A

Publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties

18
Q

Wat is een voorbeeld van een PBO?

A

Advocatuur

19
Q

Waar staat SER voor?

A

Sociaal-Economische Raad

20
Q

Wat doet de SER?

A

Adviseert regering en parlement over het sociaal-economisch beleid

21
Q

Voorbeeld van een instelling op afstand?

A

APK-keuring

22
Q

Wat is een ZBO?

A

Zelfstandige bestuursorgaan, voert een overheidstaak uit

23
Q

Voorbeeld van een ZBO?

A

Kamer van Koophandel

24
Q

Griffie

A

Coördineren van provinciale activiteiten

25
Q

Wie wordt er benoemd of gekozen voor 6 jaar?

A

De commissaris van de koning & Burgemeester

26
Q

Griffier

A

Verantwoordelijk voor de voorbereiding & uitvoer van het provinciaal bestuur