Decaleon7-DE-NL-B1 Eigenschaften und Modalitäten II Flashcards
Deutsch-Niederländisch Level B1 Export from Decaleon7
toetreding
Beitritt
vóór zijn
zuvorkommen
tegenhanger
Gegenstück
toewijzen
zuweisen
ruil
Austausch
gemeenschappelijk kenmerk
Gemeinsamkeit
belang
Bedeutung
correctie
Berichtigung
botsen
zusammenstoßen
beschadiging
Beschädigung
samenstellen
zusammenstellen
bijeenbrengen
zusammentragen
toebedelen
zuteilen
dichtbinden
zuschnüren
tegenmaatregel
Gegenmaßnahme
actualiteit
Aktualität
versterking
Verstärkung
afnemen
abnehmen
afschaffen
abschaffen
afsnijden
abschneiden
versie
Version
schatten
abschätzen
afleggen
ablegen
gebeuren
Geschehen
afbreken
abbrechen
uitzicht
Aussichten
afdekken
abdecken
afhangen
abhängen
afgrenzen
abgrenzen
ophoping
Anhäufung
fijnstoten
zerstoßen
stukslaan
zerschlagen
verpletteren
zerquetschen
splitsen
zerteilen
groot aantal
Vielzahl
gevolgtrekking
Folgerung
toedekken
zudecken
kleinmaken
zerkleinern
doorzoeking
Durchsuchung
wegtrekken
wegziehen
voltooiing
Vollendung
wetten
wetzen
uiteenvallen
zerfallen
duisternis
Finsternis
terugvinden
wiederfinden
invallen
zusammenfallen
terugplaatsen
zurückstellen
terugzetten
zurücksetzen
elkaar trouw blijven
zusammenhalten
zich aaneensluiten
sich zusammenschließen
bijzonderheid
Besonderheit
bij elkaar passen
zusammenpassen
terugzenden
zurückschicken
blokkade
Blockade
terugkrijgen
zurückbekommen
klaarmaken
zurechtmachen
achterblijven
zurückbleiben
terugbellen
zurückrufen
terugnemen
zurücknehmen
terughalen
zurückholen
verhogen
steigern
aanvullen
ergänzen
gebeuren
erfolgen
ontvluchten
entfliehen
verlossen
erlösen
scheppen
Schaffung
vernieuwen
erneuern
achterhalen
ermitteln
instorten
einstürzen
vanzelfsprekendheid
Selbstverständlichkeit
binnenhalen
einbringen
inhouden
einbehalten
inboeten
einbüßen
ingrijpen
eingreifen
inperken
einengen
indringen
eindringen
afdruk
Abdruck
volgorde
Abfolge
vluchten
fliehen
cyclus
Zyklus
hanteren
handhaben
regeling
Regelung
glijden
gleiten
verstellen
flicken
afloop
Ablauf
veroorzaken
erregen
compensatie
Ausgleich
blijken
sich erweisen
fladderen
flattern
fixeren
fixieren
uitbreiden
erweitern
eis
Anforderung
wegzinken
absinken
onderscheiden
Unterscheidung
naderen
annähern
omkering
Umkehrung
vinden
auffinden
omzetting
Umwandlung
variatie
Variation
analyse
Analyse
voorkoming
Vorbeugung
wachtlijst
Warteliste
verandering
Verwandlung
verspreiding
Verbreitung
beginneling
Anfänger
verdieping
Vertiefung
teweegbrengen
bewirken
bewaren
bewahren
ordening
Anordnung
blokkeren
blockieren
doorzoeken
durchsuchen
doortrekken
durchqueren
erdoor vallen
durchfallen
uit de weg ruimen
beseitigen
uitgieten
ausgießen
uitbreiden
ausdehnen
herstellen
ausbessern
uitdelen
austeilen
beschadigen
beschädigen
afwisseling
Abwechslung
overhandiging
Übergabe
botsing
Kollision
prikkelen
reizen
consequentie
Konsequenz
slippen
rutschen
weergave
Wiedergabe
schuimen
schäumen
rammelen
rütteln
ruimen
räumen
prijsgeven
preisgeben
stommelen
poltern
gemak
Leichtigkeit
kneuzen
quetschen
groei
Wuchs
rangeren
rangieren
piepen
quietschen
spuiten
sprühen
borrelen
sprudeln
splijten
spalten
stampen
stampfen
steken
stechen
sterken
stärken
stapelen
stapeln
sijpelen
sickern
verminderen
schmälern
keerzijde
Kehrseite
glanzen
schimmern
krimpen
schrumpfen
veiligstellen
sicherstellen
zweven
schweben
schommelen
schwanken
kantelen
kippen
aanduiden
kennzeichnen
perfectie
Perfektion
klapperen
klappern
kreuken
knittern
knikken
knicken
klemmen
klemmen
podium
Podium
ranglijst
Rangliste
incident
Zwischenfall
hechten
heften
voortkomen
hervorgehen
identificeren
identifizieren
achterlaten
hinterlassen
problematiek
Problematik
modificeren
modifizieren
verstrooiing
Zerstreuung
nieuwigheid
Neuheit
nabootsing
Nachahmung
kloppen
pochen
neigen
neigen
bestanddeel
Bestandteil
matigen
mäßigen
toevoeging
Zugabe
compenseren
kompensieren
toevoeging
Zusatz
hinderen
Behinderung
losmaken
lockern
nuttigheid
Nützlichkeit
korten
kürzen
afzetten
absetzen
opbotsen
aufprallen
verwijderen
entfernen
neerploffen
aufschlagen
voldoen aan
entsprechen
ophangen
aufhängen
bewaren
aufheben
leggen op
auflegen
indelen
einteilen
vertonen
aufweisen
integratie
Integration
wending
Wende
verbetering
Verbesserung
herstel
Wiederherstellung
meetellen
einschließen
geschikt zijn
sich eignen
ontsnappen
entweichen
verbinding
Verknüpfung
lichter maken
erleichtern
regelmatigheid
Regelmäßigkeit
bron
Quelle
bemoeilijken
erschweren
kwalificatie
Qualifikation
splijting
Zerfall
behouden
erhalten
kracht
Wucht
vereisen
erfordern
zich ontwikkelen
sich entwickeln
conclusie
Schluss
aanstoten
anstoßen
helderheid
Helligkeit
opnemen
aufgreifen
zicht
Sicht
bestrijden
bekämpfen
leeggieten
ausschütten
hinderen
behindern
uitknippen
ausschneiden
toetsing
Überprüfung
overzicht
Übersicht
improvisatie
Improvisation
uitwisselen
auswechseln
onderbreking
Unterbrechung
gebaseerd zijn
basieren
aanspraak maken op
beanspruchen
een uitwerking hebben
sich auswirken
wanorde
Unordnung
beschikking
Verfügung
variant
Variante
vermindering
Verminderung
versiering
Verzierung
zich beroepen
sich beziehen
deling
Teilung
voorganger
Vorgänger
wijze
Weise
stijging
Steigerung
weg
Weg
verwisseling
Verwechslung
beter worden
sich bessern
falen
Versagen
uitlokken
auslösen
leegmaken
ausleeren
verdeling
Verteilung
weglaten
auslassen
scheiding
Trennung
voortzetten
fortführen
prioriteit
Priorität
botsing
Zusammenstoß
samenstelling
Zusammensetzung
hardheid
Härte
registratie
Registrierung
middel
Mittel
afwikkelen
abwickeln
afstoten
abstoßen
overbodig zijn
sich erübrigen
groei
Zuwachs
uitkomst
Abhilfe
voortgaan
fortfahren
neerzetten
abstellen
op een afstand houden
fernhalten
variëteit
Abart
evenbeeld
Abbild
draai
Wendung
opperhoofd
Oberhaupt
markering
Markierung
partij
Partie
spelenderwijs
spielend
stupide
stupide